Direct naar artikelinhoud
Lockdown-vragen

Worden tijdelijk werklozen echt zo rijkelijk beloond?

Gesloten winkels in hartje Brussel.Beeld Photo News

Wie tijdelijk werkloos is, krijgt van de overheid een werkloosheidsuitkering. Over de omvang van dat bedrag circuleren heel wat cowboyverhalen. Dat creëert frustratie bij werkenden én niet-werkenden. ‘Néén, je krijgt geen forfait van 1.450 euro netto.’

1. Waar komen die cowboyverhalen vandaan?

“Werknemers die tijdelijk werkloos worden, zullen onmiddellijk een forfait van 1.450 euro krijgen.” Met dat dodelijke zinnetje creëerde federaal minister van Werk Nathalie Muylle (CD&V) op 18 maart erg hoge verwachtingen bij mensen die door de coronacrisis zonder werk komen te zitten. “Door iedereen die in de tijdelijke werkloosheid terechtkomt een forfait van 1.450 euro per maand te geven, willen we de koopkracht van de mensen zo veel mogelijk vrijwaren”, zei ze.

Sindsdien worden de vakbonden en de Hulpkas voor Werkloosheidsuitkeringen (HVW), die in ons land de uitkeringen uitdelen, overstelpt met één simpele vraag: “Waar blijft mijn 1.450 euro?” Op sociale media circuleren intussen verhalen over hoe het voor sommigen financieel aantrekkelijker is om een werkloosheidsuitkering te krijgen dan een loon. Dat veroorzaakt tandengeknars bij mensen die nog steeds aan de slag zijn.

Intussen is het duidelijk dat minister Muylle iets te voortvarend communiceerde, en dat er geen sprake is van een forfait. Bovendien ligt het uitgekeerde bedrag in bijna alle gevallen lager dan 1.450 euro.

2. Hoeveel geld krijgen werklozen dan echt?

In tegenstelling tot wat velen denken, krijgen ze geen uitkering per maand. Wel per dag. Een persoon die een volledige werkweek thuis zit, krijgt weliswaar zes in plaats van vijf dagen uitbetaald. Wie een volledige maand werkloos is, komt gemiddeld aan 26 dagen.

Het concrete bedrag per dag hangt af van je loon, waar je zowat 70 procent van overhoudt. Voor de laagste lonen komt dat neer op een uitkering van 55,59 euro per dag, voor de hoogste 74,17 euro. Maar let op: vanaf een brutoloon van 2.754 euro val je onder de hoogste categorie. Bovendien gaat er van de uitkering nog een bedrijfsvoorheffing van 26,75 procent af.

Als extraatje geeft de federale regering nog een supplement aan iedereen die door overmacht werkloos is: 5,63 euro bruto per dag. Na een volledige maand werkloosheid komt dat neer op ongeveer 150 euro netto. Daarmee vallen de meeste werklozen terug op een totaal nettoloon van 1.000 à 1.500 euro.

Conclusie: enkel wie een volledige maand werkloos is en normaal een hoog brutoloon krijgt, komt effectief aan het bedrag dat minister Muylle oorspronkelijk vooropstelde.

3. Hoe zit het dan met de premie voor water en elektriciteit?

Die staat daar volledig los van, en komt dus bovenop de werkloosheidsuitkering. Concreet zal de Vlaamse regering een bedrag van 202,68 euro storten aan al wie tijdelijk werkloos is. Dat bedrag moet ervoor zorgen dat ze hun elektriciteits- en waterfactuur kunnen betalen. Als beide partners in een gezin tijdelijk werkloos zijn, dan krijgen ze de premie twee keer.

Opvallend is dat mensen die premie al vanaf één dag werkloosheid krijgen. “We kozen bewust voor een eenvoudig systeem waarmee we zo snel mogelijk kunnen uitbetalen”, zegt de woordvoerder van Vlaams minister van Energie Zuhal Demir (N-VA). 

4. Kan een bedrijf ook zelf nog iets opleggen?

Absoluut. In verschillende bedrijven en sectoren zijn daarover al afspraken gemaakt tussen de sociale partners. Werkgevers leggen dan nog iets extra bij boven op de werkloosheidsuitkering, waardoor werknemers toch nog 80, 90 of zelfs 100 procent van hun oorspronkelijke nettoloon overhouden. Zo zorgt bierbrouwer AB InBev ervoor dat alle werknemers die tijdelijk werkloos zijn hun volledige nettoloon behouden. Meubelketen Ikea gaat nog een stapje verder en blijft gewoon alle werknemers doorbetalen, zonder tijdelijke werkloosheid aan te vragen.

5. Wanneer worden de uitkeringen betaald?

De uitkeringen van maart worden normaal op 1 april op de rekening gestort. Maar door de coronapandemie zijn al meer dan een miljoen Belgen tijdelijk werkloos, wat de werklast voor de RVA en de uitbetalende instanties enorm verhoogt. “Op dit moment zijn we klaar om al 300.000 mensen te kunnen betalen”, zegt minister Muylle.

Wat met de rest van de uitkeringen? Daarover zit er nog wat ruis op de lijn tussen het kabinet-Muylle en de uitbetalende instanties. “We gaan zoveel mogelijk mensen het juiste bedrag geven. Als dat niet op tijd geregeld raakt, geven we iedereen een voorschot”, zegt de minister. “Dat voorschot is 1.450 euro bruto per maand, wat vervolgens à rato van het aantal werkloze dagen wordt toegekend.” Later zal dat bruto-minimumbedrag worden aangevuld op basis van de uitkering waar mensen echt recht op hebben.

De vakbonden zien dat systeem absoluut niet zitten. “Het is heel simpel: wij betalen enkel het juiste bedrag uit. We gaan dus niet met voorschotten werken”, zegt ACV-woordvoerder David Vanbellinghen. “We hopen alle aanvragen tijdens de eerste dagen van april verwerkt te hebben.”