Direct naar artikelinhoud
Coronacrisis

De mondkapjesproductie in China is sneller en groter dan ooit, maar dat heeft ook een keerzijde

In een Chinese fabriek worden mondkapjes gemaakt. Veel landen, zowel binnen de Europese Unie als daarbuiten, zijn van de Chinese productie afhankelijk.Beeld Barcroft Media via Getty Images

In hoog tempo rollen de mondkapjes in China van vaak provisorische productielijnen. De capaciteit is meer dan vertienvoudigd en dat kan een indrukwekkende prestatie worden genoemd. Maar die prestatie heeft ook een keerzijde.

Toen Guan Xunze eind januari over het enorme tekort aan mondkapjes in Wuhan hoorde, kwam hij meteen in actie. Hij steriliseerde een deel van zijn geneesmiddelenfabriek, plaatste er tweedehandsmachines en begon mondkapjes te fabriceren. Na elf dagen zat hij aan 10.000 maskers per dag. Nu, twee maanden later, aan een half miljoen. “Chinese snelheid, hè”, zegt hij aan de telefoon. Om er gewiekst aan te voegen: “Als er interesse is, wil ik gerust naar België exporteren.”

Guans fabriek is een van de duizenden Chinese bedrijven die sinds het begin van de coronacrisis mondmaskers zijn gaan produceren. Dankzij hen steeg de Chinese capaciteit in twee maanden van 20 miljoen per dag – de helft van de wereldproductie – naar 226 miljoen. Een indrukwekkende prestatie, maar wel een met kanttekeningen. China lijkt zijn maskers in de eerste plaats voor zichzelf te houden. En er zijn twijfels over de kwaliteit.

Opdracht overheid

Allereerst: de indrukwekkende prestatie. Die kwam tot stand dankzij een ware ‘oorlogsmobilisatie’ van de Chinese industrie. Grote elektronicaproducenten, autofabrikanten en vliegtuigbouwers werden opgedragen enorme productielijnen op te zetten, zwaar gesteund – financieel en logistiek – door de Chinese overheid. In hun voetspoor volgden kleinere luier-, schoenen- en textielfabriekjes, die een gouden kans roken en hun machines snel lieten ombouwen.

Zo ook Guan Xunze, die van zijn provinciebestuur in Liaoning uitgebreid hulp kreeg bij het verwerven van machines, grondstoffen en arbeiders. “Die machines zijn best ingewikkeld”, zegt hij. “Je moet ze afstellen en testen, en in het begin ging het vaak mis. Maar de overheid hielp ons herstellers te vinden, en ambtenaren gingen van deur tot deur om extra werklieden te werven. In het begin hadden we tien arbeiders, nu bijna tweehonderd.”

Tekort aan grondstoffen

Machines en arbeiders mogen in China ruim voorradig zijn, ook de Chinezen kampten aanvankelijk met een tekort aan grondstoffen. In mondkapjes – zeker die van het type N95 – zit een flinterdun vlies van synthetische vezels. Dat vlies is schaars, en een nieuwe productielijn opzetten duurt normaal gesproken een half jaar. Maar ook dat lijkt China sneller te kunnen. “Tegen het einde van deze maand zijn de nieuwe productielijnen klaar”, zegt Guan. “Daarmee kan China per dag 300 miljoen maskers maken.”

Het klinkt bijna als Chinese staatspropaganda: te mooi om waar te zijn. Maar westerse kenners bevestigen dat het klopt. “In Europa moet je aan allerlei standaarden voldoen om zo’n productielijn op te zetten”, zegt een Europese maskerimporteur. Omdat zijn uitspraken zijn handel kunnen schaden, wil hij niet met zijn naam in de krant. “In China heb je dat niet. Als de overheid daar wil dat tweeduizend ingenieurs een fabriek bouwen, dan zet ze die daar gewoon neer.”

Kwaliteit niet gegarandeerd

Maar daarmee zijn we aanbeland bij de kanttekeningen, want als de standaarden niet nauwkeurig worden opgevolgd, dan is de kwaliteit niet gegarandeerd. Normaal moeten N95-maskers 95 procent van alle in de lucht zwevende deeltjes filteren. Mindaugas Reinikis, een Litouwse China-consultant die overheden adviseert bij de aankoop van mondkapjes, schat dat het bij de meeste N95-maskers die nu uit China komen eerder 80 tot 85 procent is.

De anonieme Europese importeur denkt zelfs eerder aan 70 procent. “Dat kan gewoon niet anders”, zegt hij. “Niemand kan zo snel zo’n enorme hoeveelheid mondkapjes produceren én aan alle standaarden voldoen. Het doet er ook niet toe, in deze uitzichtloze tijden. Als je de keuze hebt tussen 70 procent en 0 procent bescherming, dan weet ik het wel.” Certificaten en testrapporten: daar hechten beiden niet veel aan. Reinikis: “In China kun je elk document krijgen dat je nodig hebt.”

Charmeoffensief

Het is een ongemakkelijke waarheid voor China, want de mondkapjes zijn ondertussen ingeschakeld in een diplomatiek charmeoffensief. Chinese bedrijven doneerden miljoenen maskers aan Europese landen, en China zegt de hele wereld te willen bevoorraden. Dat Nederland 600.000 exemplaren terugriep omdat ze onbruikbaar zijn, moet als een uitzondering worden gezien. “Deze problemen moeten niet gepolitiseerd worden”, aldus Xu Hong, de Chinese ambassadeur in Nederland.

Maar wat niet past in dat charmeoffensief, is dat China pas begon te exporteren nadat het eerst aan zijn binnenlandse vraag had voldaan. Dat is door verschillende Chinese producenten bevestigd. Ook Guan, die als eerste in zijn provincie een exportlicentie kreeg en 80 procent van zijn maskers uitvoert, geeft toe dat de overheid nog steeds prioriteit heeft. “Ik heb zo veel bestellingen dat ik nieuwe moet weigeren. Maar als er bestellingen via leiders komen, dan haal ik voor hen wat af van andere orders.”

Markt verzadigd

Sinds half maart is de Chinese markt verzadigd, en mogen Chinese producenten ook volop exporteren. Maar volgens de Europese importeur houdt China ook nu nog de hoogste kwaliteit voor zichzelf. “Producenten vertellen me dat de echte N95-mondkapjes niet geëxporteerd mogen worden”, zegt de importeur, die jarenlang in Sjanghai voor een bedrijf in medische toestellen heeft gewerkt en daar nauwe contacten aan heeft overgehouden. “De Chinese overheid laat het niet toe.”

Voor de importeurs komt het erop neer het beste van de exportmaskers te pakken te krijgen, zo weinig mogelijk afwijkend van de standaard. “Er zijn oude fabrieken die al lang maskers maken, en er zijn nieuwe fabrieken met goede productielijnen”, zegt Reinikis. “Maar er zijn er ook die goedkoop willen werken, en er zijn regelrechte oplichters, zoals altijd bij goudkoorts. Het is belangrijk om met oude, betrouwbare contacten te werken. Sommige ambassades verrichten daarin goed werk.”

Niet genoeg

Tegelijk blijft de pijnlijke conclusie: er is gewoon niet genoeg voor iedereen. “Landen vechten echt met elkaar om medische spullen”, zegt de Europese importeur. “Ik hoorde over een strijd tussen Portugal en Canada om vijfhonderd beademingsapparaten, een bestelling van 20 miljoen euro. Die zouden naar de snelste betaler gaan. Daarop heeft Portugal een bank in de oude kolonie Macau ingeschakeld. De ambassadeur is zelf met het bankafschrift van Macau naar de fabriek gegaan.”

Al dat gebakkelei maakt het nog moeilijker om de maskers tot in Europa te krijgen. Door alle reisrestricties gaan er sowieso niet veel vluchten meer, en zijn de prijzen van luchtvracht al scherp gestegen – deze week van 7 naar 11 euro per kilo. “Plus, als er geen directe vlucht is en je in een ander land moet landen, riskeer je dat dat land de maskers in beslag neemt en voor zichzelf houdt”, zegt Reinikis. “Dat maakt het allemaal veel ingewikkelder.”

Wat het mondkapjesdebacle vooral laat zien, is de kwetsbaarheid van Europa, nu zo veel productie aan China is uitbesteed. “Ik denk dat het duidelijk is dat een deel van onze maakindustrie naar Europa terug moet komen”, zegt Reinikis. “We zijn veel te afhankelijk van China. Als de overheden iets leren van deze crisis, dan zetten ze een deel van hun economische herstelpakketten in om lokale productie te stimuleren. Dan komt hier misschien nog iets goeds uit voort.”