8 tot 14 april 1945: Amerikaanse president Roosevelt overleden en opgevolgd door Truman

In deze reeks geven we elke week een overzicht van de belangrijkste gebeurtenissen in het laatste jaar van de Tweede Wereldoorlog. De Amerikaanse president Roosevelt sterft, wat de nazileiders even valse hoop geeft. De Amerikanen bereiken de Elbe en de Sovjets veroveren Wenen.

De president van de Verenigde Staten, Franklin Delano Roosevelt, is op 12 april onver­wacht overleden aan een hersenbloeding. Dat gebeurde in Palm Springs in de staat Georgia, waar hij al een tijd verbleef om uit te rusten. Roosevelt was 63. Zijn gezondheid was de laatste tijd achteruit gegaan, maar dat werd geheimgehouden, zodat het nieuws voor de wereld als een verrassing komt. 

President Roosevelt was in januari aan zijn vierde ambtstermijn begonnen. Hij is iets meer dan twaalf jaar president geweest, een record. Onder zijn lange bewind zijn de VS sterk ingrijpend veranderd, vooral door zijn economische hervormingen.

Roosevelt was een resoluut tegenstander van nazi-Duitsland, ook al waren de meeste Amerikanen aanvankelijk niet voor deelname aan de oorlog. Toch zorgde hij ervoor dat Groot-Brittannië massale steun aan geld en goederen kreeg terwijl zijn land formeel buiten de oorlog bleef. Uiteindelijk verklaarde Hitler de VS de oorlog, meteen nadat Japan dat had gedaan.

De Amerikaanse legerkrant Stars and Stripes vermeldt uiteraard Roosevelts dood met grote koppen en tegelijk een portret van de nieuwe president Truman. De Amerikaanse president is tevens opperbevelhebber van de strijdkrachten.

In de geallieerde landen is met ontzetting en droefenis gereageerd op zijn overlijden. In veel hoofdsteden hangen de vlaggen halfstok. 

De Britse premier Churchill zei bedroefd te zijn door de dood van "een gewaardeerde en geliefde vriend". Sovjetleider Stalin, die met Roosevelt goed overweg kon, was onder de indruk van zijn dood en noemde hem een groot staatsman.

Twee dagen na zijn overlijden werd het stoffelijk overschot van Roosevelt in een rouwstoet gevoerd door Washington.

In Berlijn is het nieuws van de dood van de Amerikaanse president door de nazitop met gejuich ontvangen.

Vooral propagandaminister Goebbels is euforisch. Hij liet meteen omroepen dat "de grootste oorlogsmisdadiger uit de geschiedenis" is overleden. Goebbels zei tegen Hitler dat dit het begin van een ommekeer kan zijn.

Twee eeuwen geleden, tijdens de Zevenjarige Oorlog, zat de Pruisische koning Frederik de Grote – een idool van Hitler – ook in een hopeloze situatie. Maar toen overleed de Russische keizerin en haar opvolger sloot meteen vrede met Pruisen.  Hitler en Goebbels hopen al een tijd dat dit halve mirakel zich nu zal herhalen en het overlijden van Roosevelt lijkt nu een eerste stap. 

Zulke veronderstellingen zeggen iets over de irrationele sfeer waarin de wanhopige nazileiders verkeren. Er worden zelfs horoscopen geraadpleegd. 

Harry S. Truman (met de hand op de Bijbel) legt in het Witte Huis de eed af tegenover de opperrechter van de Verenigde Staten. Naast hem zijn vrouw Bess. Rond hem onder meer de ministers. Helemaal links Roosevelts weduwe Eleanor.

Enige uren na het overlijden heeft vicepresident Harry S. Truman in Washington de eed afgelegd als 33ste president van de Verenigde Staten. Truman is totaal verrast door zijn nieuwe job. 

De nieuwe president is een heel andere figuur dan de oude. Truman is een boerenzoon uit Missouri die nog een winkel heeft gehouden, terwijl Roosevelt tot een aristocratische familie uit New York behoorde. Maar beiden behoren tot de Democratische Partij. Truman heeft het volledige kabinet van Roosevelt gevraagd om aan te blijven. 

Truman is voor het buiten­land een onbekende. Hij is nog geen drie maanden geleden vicepresident geworden. In die tijd heeft hij met Roosevelt maar een paar keer een persoonlijk gesprek gehad.

In de Eerste Wereldoorlog heeft Truman als artillerieofficier in Frankrijk gediend.  Hij raakte vooral bekend als voorzitter van een senaatscommissie die corruptie bij legeraankopen onderzocht. 

De begrafenis van Roosevelt op zijn landgoed in Hyde Park in de staat New York.

Amerikanen aan de Elbe

In de avond van 11 april heeft een divisie van het Negende Amerikaanse Leger bij Maagdenburg de Elbe bereikt, de belangrijkste rivier die door het midden van Duitsland stroomt.

In nog geen twee weken zijn de Amerika­nen meer dan 400 km opgerukt. De Duitse weerstand was te verwaarlozen. De Duitsers trokken zich voortdurend terug en voerden alleen vlak voor de rivier nog enige gevechten.

Deze Amerikaanse krant benadrukt dat de Amerikanen aan de Elbe niet ver meer van Berlijn zijn.

De dag daarop hebben andere divisies zowel ten noorden als ten zuiden daarvan de Elbe bereikt. Overal werden zonder veel moeite bruggenhoofden gevormd.

Op één van die plaatsen staan de Amerikanen nu op 85 km van Berlijn. De bevelhebber van het Negende Leger, generaal Simpson, heeft meteen gevraagd om door te stoten naar de Duitse hoofdstad. Aan dit tempo raakt hij er in 24 uur.

Maar opperbevelhebber Eisenhower wil opnieuw niet weten van een opmars naar Berlijn. Zijn troepen moeten halt houden aan de Elbe. 

Burgers van Maagdenburg hangen witte vlaggen uit

Invasie van Duitsland duurt onverminderd voort

Niets lijkt de opmars van de geallieerde legers in Duitsland te kunnen tegenhouden.

Bevrijding van Sovjet-krijgsgevangenen uit een kamp in Senne (Westfalen). In het kamp, officieel Stammlager VII K (326), zijn ongeveer 65.000 krijgsgevangenen gestorven (NARA).

Op 9 april veroverde het Negende Amerikaanse Leger Brunswijk, waar de luchtafweertroepen nog vochten om de Hermann Göring-staalfabrieken te verdedigen. De dag daarop volgde Hannover, een grote en zwaar gebombardeerde stad. De Amerikanen hadden daar minder last van de Duitsers dan van duizenden buitenlandse dwangarbeiders die zich van vreugde om hun bevrijding bedronken. 

Een Amerikaanse Shermantank bij Hannover (10 april). In de gracht liggen lijken van Duitse soldaten.
Duitse vluchtelingen keren terug naar Hannover nadat die stad door de Amerikanen werd ingenomen.

Intussen hebben enkele andere divisies van het Negende Leger de dichtbevolkte steden ten noorden van de Ruhr grotendeels veroverd. Op sommige plaatsen boden de ingesloten Duitse troepen hevige weerstand, elders zijn er steden zonder troepen, waar de bevolking met witte vlaggen zwaait.

De verwoeste fabrieken van Krupp in Essen (Bundesarchiv)

Op 11 april veroverden de Amerikanen zonder moeite de grote industriesteden Essen en Bochum. Ook hier zijn veel dwangarbeiders bevrijd. In Dortmund werd zes dagen weerstand geboden voor deze grote stad op 13 april capituleerde. 

In een verwoeste fabriekshal van Krupp in Essen bestuderen officieren van de RAF een onafgewerkt reuzekanon  (IWM).

In Essen is het reusachtige staalconcern Krupp gevestigd, dat vooral bekend is voor de productie van kanonnen. De eigenaar van het bedrijf, Alfried Krupp, is ter plekke gearresteerd. Ook hier zijn veel dwangarbeiders bevrijd die door de industrie zijn gebruikt.

Alfried Krupp wordt weggevoerd na zijn arrestatie. Op de achtergrond de ingang van de Villa Hugel, de enorme woning van de familie Krupp in Essen.
1945 Keystone-France

Op 12 april viel een divisie van het Eerste Amerikaanse Leger de zuidflank van het Ruhrgebied aan. In twee dagen wist het door het gebied te boren en het ingesloten gebied in twee te delen. In het oostelijk deel blijven alleen nog maar enkele Duitse eenheden weerstand bieden. In het westelijk deel verloren de Duitsers op 14 april Leverkusen, met de grote fabrieken van het chemieconcern IG Farben.  

Gevechten in Oberbrügge, niet ver van Lüdenscheid, op de weg naar Hagen, ten zuiden van het Ruhrgebied.
Een Duitse vrouw probeert haar spullen te redden in Siegburg bij Keulen.

Het Derde Amerikaanse Leger van generaal Patton wist verder door het centrale deel van Duitsland door te stoten, langs Weimar, Jena en Zeitz in de richting van Saksen.

Vlak voor Chemnitz moest Patton op bevel van Eisenhower halt houden aan de Mulde, een bijrivier van de Elbe. Het is niet de bedoeling verder naar het oosten te gaan. 

Amerikaanse troepen veroveren Blankenhain, ten zuiden van Weimar, op 12 april. Op straat ligt het lichaam van een dode Duitse soldaat.

In het zuiden van Duitsland heeft het Zevende Amerikaanse Leger van generaal Patch de Duitse weerstand bij Würzburg en Heilbronn kunnen overwinnen. De Amerikanen zijn nu over de Neckar en kunnen verder oostwaarts. In het noorden van Beieren hebben ze de zwaar gebombardeerde industriestad Schweinfurt ingenomen.

Heilbronn na de inname door de Amerikanen.

Het Franse leger van generaal de Lattre dringt intussen verder door in het Zwarte Woud en heeft Baden-Baden veroverd.

Pantserwagens met Afrikaanse tirailleurs van het Franse leger in de straten van Baden-Baden (13 april).

Oosten van Nederland steeds verder bevrijd.

Parallel aan de invasie van Duitsland wordt de bevrijding van het noorden van Nederland voortgezet, vooral door Canadese divisies, maar ook door een Poolse pantserdivisie.

Canadese infanteristen  betreden op 9 april het stadje Rijssen bij Almelo.

Op 8 april is Zutphen bevrijd na een paar dagen gevechten. Twee dagen later volgde Deventer.    

Net als elders in Europa worden bij de bevrijding in Nederland collaborateurs opgepakt door het verzet.
Nationaal Archief

Op 11 april wisten de Canadezen in Drenthe het kamp Westerbork te bevrijden. Westerbork was een verzamelkamp voor Joden, van waaruit ze op transport werden gezet naar vernietigingskampen als Auschwitz. 

Gevangenen van Westerbork poseren met hun Canadese bevrijders.

Er zaten nog zo’n 900 gevangenen in het kamp. De transporten zijn al een half jaar geleden stopgezet, maar ook daarna zijn nog Joden opgepakt en naar Westerbork gebracht. 

Prins Bernhard, de formele bevelhebber van de Binnenlandse Strijdkrachten (het verzet), bezocht meteen de bevrijde plaatsen en ook (hier) Westerbork.

Op 12 april is een Brits bataljon Arnhem binnengevallen, de stad aan de Rijn waar in september zo hard gevochten is. Deze keer moeten de Britten niet de Rijn oversteken, maar vielen ze de stad via het oosten aan. Na twee dagen van hevige gevechten, maar op een kleinere schaal dan in september, hebben ze de stad in handen gekregen. 

Britse troepen in Arnhem
© IWM (BU 3510)

Admiraal Canaris terechtgesteld

Op 9 april zijn in het concentratiekamp Flossenbürg een aantal prominenten opgehangen van de Abwehr, de vroegere Duitse militaire inlichtingendienst.

De bekendste was admiraal Wilhelm Canaris, die aan het hoofd van de Abwehr stond. Canaris was een mysterieus figuur die vaak dubbelspel speelde.

Onder zijn leiding onderhield de Abwehr geheime contacten met de geallieerden, smokkelde joden het land uit en steunde de samenzweerders tegen het regime. Zo leverde deze geheime dienst de bommen (van Britse makelij) die gebruikt werden bij de aanslag tegen Hitler. Maar de admiraal hield zichzelf op de achtergrond.

Admiraal Canaris en de gedenkplaat die in Flossenbürg hangt op de plaats waar hij stierf.

Toen de Gestapo in 1943 sommige van die activiteiten ontdekte werden enkele medewerkers van de Abwehr gearresteerd, waaronder dominee Dietrich Bonhoeffer en diens schoonbroer, de jurist Hans von Dohnanyi. De Abwehr werd daarna opgedoekt. 

Canaris zelf bleef door zijn vele relaties en zijn handigheid buiten schot. Kort na de mislukte aanslag van 20 juli 1944 werd hij wel als verdachte gearresteerd, maar ondanks zware ondervragingen kon zijn medeplichtigheid niet worden bewezen.  Dat veranderde toen begin april zijn dagboek op een geheime plaats werd gevonden. Hitler keek het dagboek zelf in en beval de  “vernietiging” van hem en zijn medeplichtigen.

Tegelijk met Canaris is ook zijn vroegere rechterhand generaal-majoor Hans Oster opgehangen. Hij was de contactpersoon tussen de Abwehr en de samenzweerders. In 1940 had Oster de Nederlandse inlich­tingendienst gewaarschuwd dat Hitler in het westen zou aanvallen

Dominee Bonhoeffer, die actief was in het antinaziverzet in de Duitse protestantse kerken, is ook in Flossenbürg opgehangen. Hetzelfde gebeurde met von Dohnanyi in het kamp Sachsenhausen.

Tegenstanders van het naziregime worden nog steeds gedood, hoewel – of juist omdat – de dagen van dat regime geteld zijn.

V.l.n.r. : Dietrich Bonhoeffer, Hans von Dohnanyi, Hans Oster en Georg Elser.

Nog op 9 april is Georg Elser in het concentratiekamp Dachau vermoord. Daarop is de leugen verspreid dat hij door een bombardement is omgekomen.

Elser was een eenvoudige timmerman en een overtuigde antinazi die in zijn eentje een tijdbom maakte waarmee hij op 8 november 1939 een mislukte aanslag tegen Hitler pleegde. Hij werd meteen gearresteerd en bekende schuld, maar tot een proces is het niet gekomen.

Hitler verzet zijn laatste pionnen

Tegen de geallieerde invasie van Duitsland kan Hitler niet veel meer uitrichten.

Wel heeft hij weer eens zijn bevelstructuur veranderd. Generaal Kurt Student krijgt het opperbevel in het noordwesten van Duitsland, waar de legers vrijwel afgesneden zijn van het opperbevel in het westen. Generaal Johannes Blaskowitz wordt bevelhebber over de Duitse troepen in Nederland, die eveneens dreigen te worden afgesneden.

Links generaal Blaskowitz, rechs generaal Wenck.

Met het verzamelen van wat nog beschikbaar is aan militairen – inclusief leerlingen en personeel van militaire scholen  – is een Twaalfde Leger gevormd. Het komt onder bevel van generaal Walther Wenck, die pas hersteld is van een auto-ongeluk – en moet het gat in de verdediging tussen de Elbe en Berlijn opvullen. 

Intussen is het eerder gevormde Elfde Leger – meer een samenraapsel van burgers in uniform – dat nog niets heeft uitgericht, langzaam ingesloten in het Harzgebergte. Dat bergachtig gebied in Midden-Duitsland wordt langs het noorden en het zuiden door de geallieerden gepasseerd. Het is moeilijk doordringbaar, maar de 70.000 ingesloten Duitsers hebben geen voorzieningen en voorraden om lang stand te houden. 

GI's in het stadje St. Andreasberg in de Harz zoeken dekking achter een Shermantank voor Duitse sluipschutters.

Geallieerd offensief in Italië

In het noorden van Italië hebben de geallieerden een groot offensief ingezet.

Maandenlang al houden de Duitsers stand aan een front dat door de Apennijnen en het begin van de Povlakte slingert. De strijd verliep luw door de winter en omdat er langs beide zijden troepen naar andere fronten waren afgevoerd.

Drie mannen van de SAS, de speciale eenheden van het Britse leger in Italië.
© IWM (NA 25407)

Aan het nieuwe offensief nemen 1,3 miljoen man deel, vooral Amerikanen en Britten, maar ook Polen, Indiërs, Brazilianen, Zuid-Afrikanen, Nieuw-Zeelanders en Italianen (zowel vrijwilligers van het geregelde Italiaanse leger als gewapende partizanen). Aan de andere kant staan zo’n half miljoen Duitsers en Italianen - gerekruteerd voor het fascistische regime van Mussolini. 

Britse amfibievoertuigen aan de (overstroomde) oevers van het Meer van Comacchio.

De eerste fase is geconcentreerd aan de oostkant van het front, vooral langs het Meer van Comacchio, dat vlak tegen de Adriatische Zee ligt en een natuurlijke barrière vormt. Op 8 april begonnen Britse troepen een aanval aan de westelijke oever van het meer.

De dag daarop werden de Duitse stellingen massaal gebombardeerd en volgde een grote aanval van Polen, Indiërs en Nieuw-Zeelanders door de vlakte ten zuiden  van het meer, in de richting van Imola. Ze wisten de rivier de Santerno over te steken.

Een Britse Churchill "Crocodile"-vlammenwerpertankin de richting van Imola.
© IWM (NA 24019)

Door de gecombineerde aanvallen wisten de Britten langs het meer de rivier de Reno over te steken, maar bij een kanaal aan het stadje Argenta bieden de Duitsers hardnekkig weerstand. 

Italiaanse soldaten met Britse mortieren op een weg nabij het Meer van Comacchio.
© IWM (NA 21937)

De Duitse legers in Noord-Italië hebben uiteraard de taak stand te houden, opdat het naziregime de controle behoudt over de grote industriecentra van Milaan, Turijn en Genua.

Niemand weet echter dat er intussen in het grootste geheim via Zwitserland contacten zijn tussen hoge SS-officieren in Italië en de geallieerde legerleiding. Enkele hooggeplaatste Duitsers in Italië vinden dat de strijd daar zinloos is geworden nu Duitsland zelf onder de voet wordt gelopen. 

Capitulatie van Koningsbergen

De oude Pruisische hoofdstad Konings­bergen (Königsberg) is gevallen. Twee maanden lang hebben drie zwaargehavende Duitse divisies de omsingelde stad verdedigd tegen 36 Sovjetdivisies.

De stad lag al grotendeels in puin toen het Rode Leger op 6 april een finale bestorming begon. 

Sovjet-geniesoldaten in een straat van Koningsbergen

De commandant van de “Vesting Koningsbergen”, generaal Otto Lasch, had al meerdere malen voorgesteld te capituleren omdat de situatie volkomen hopeloos is en de bevolking er vreselijk onder lijdt. Dat botste op een weigering van Erich Koch, de machtige nazi-gouwleider van Oost-Pruisen, die het laatste stukje van zijn rijk wil blijven verdedigen. 

Sovjettroepen tijdens een straatgevecht.

In de avond van 9 april, toen de Russen tot vlakbij zijn hoofdkwartier zaten, gaf Lasch zich over en werd krijgsgevangen genomen. Van de 120.000 inwoners van de stad is zowat de helft over, de rest is gedood of gevlucht. Ook hier vinden moordpartijen, plunderingen en verkrachtingen plaats.

Koningsbergen na de capitulatie.

Koch is met een vliegtuigje kunnen ontkomen naar de nabijgelegen havenstad Pillau, die nog altijd in Duitse handen is. Daar liet hij weten dat Lasch van zijn afwezigheid geprofiteerd heeft om te capituleren.

Hitler heeft bevolen de vrouw en de dochters van Lasch te arresteren, een vorm van vergelding die de nazi’s Sippenhaft noemen.

Duitse krijgsgevangenen bij een van de stadspoorten.

Naschrift: kort daarop is Koningsbergen door de Sovjet-Unie geannexeerd onder de naam Kaliningrad. Het is nog altijd een Russische stad. 

Bevrijding van Buchenwald en Mittelbau-Dora

Op 11 april heeft een pantserdivisie van het Derde Amerikaanse Leger het grote concentratiekamp Buchenwald bij Weimar bereikt.

De Amerikanen troffen er het kamp aan onder controle van de gevangenen.

Amerikaanse militairen en ex-gevangenen aan de toegangspoort tot het kamp (USHMM).

Al een paar dagen heerste er grote spanning, toen de SS begonnen was de gevangenen te voet weg te voeren naar andere kampen, zoals dat al zo veel is gebeurd. In Buchenwald was er echter een clandestiene organisatie van (vooral communistische) gevangenen actief, die zich daartegen verzette. Toen duidelijk werd dat de Amerikanen naderden, zijn veel  SS-bewakers gevlucht. De overige SS'ers werden door de rebellerende gevangenen overmeesterd. 

Overlevenden  van Buchenwald.
Opgesloten kinderen

Er zaten toen nog 21.000 mensen in het kamp. Sinds Buchenwald in 1937 werd opgericht, zijn er in totaal 266.000 mensen uit de meest diverse landen in opgesloten geweest. Liefst 56.000 zijn gestorven. Veel overlevenden zijn er allerellendig aan toe en overlijden ook nog na de bevrijding. 

De crematoria van Buchenwald.
Inwoners van Weimar werden verplicht het kamp te bezoeken.

Meer naar het noorden, bij Nordhausen, heeft het Eerste Amerikaanse Leger op dezelfde dag het concentratiekamp Mittelbau-Dora bevrijd.

Dora, aanvankelijk een satellietkamp van Buchenwald, kende een ondergrondse fabriek waar slavenarbeiders in vreselijke omstandigheden de V-wapens moesten monteren. 

Lijken van gevangenen in Mittelbau-Dora.

In totaal waren zo’n 60.000 mensen in Mittelbau-Dora opgesloten, waarvan een derde het niet overleefd heeft. Ook hier zijn de meeste gevangen  op het einde weggevoerd, terwijl er massa's lijken overbleven. De Amerikanen troffen er wel een honderdtal onafgewerkte V1’s en V2's  aan, een kostbare oorlogsbuit.

Amerikaanse officieren bekijken een V2-motor.

Op 12 april hebben de Amerikaanse generaals Eisenhower, Bradley en Patton een bezoek gebracht aan Ohrdruf, het satellietkamp van Buchenwald dat een week eerder werd bevrijd. Ze werden geconfronteerd met de stapels uitmergelde lijken die daar lagen. Zelfs de stoere Patton werd misselijk. 

Eisenhower heeft de pers gevraagd hier veel aandacht aan te besteden zodat de wereld kan weten wat de nazi’s  mensen hebben aangedaan. 

Videospeler inladen...

De film hierboven, gemaakt door het Amerikaanse leger, toont het bezoek van Eisenhower en de andere Amerikaanse topgeneraals aan Ohrdruf. Daarna volgen beelden van het (verplicht) bezoek enkele dagen eerder van Duitse burgers aan het kamp. We moeten waarschuwen dat deze beelden vaak hard en schokkend zijn (bron USHMM en NARA). 

De dag van hun bezoek aan Ohrdruf trokken Eisenhower en zijn collega's ook naar de zoutmijn van Merker. Enkele dagen geleden hebben de Amerikanen daar de goudschat van de nazi's ontdekt en ook een grote collectie gestolen kunst (NARA).

Sovjets veroveren Wenen

Na meer dan een week vechten is Wenen door het Rode Leger veroverd.

De 80.000 Duitsers die de stad verdedigden konden  niet op tegen de ca. 400.000 man van maarschalk Tolboechin. 

Straatgevechten in het centrum van Wenen

De Sovjettroepen, die aanvankelijk in de buitenwijken werden tegengehouden, begonnen op 8 april een zware aanval. De dag daarop drongen ze door tot het stadscentrum. 

Sovjetsoldaten op straat in Wenen

Hitler had Otto Skorzeny, zijn SS-vertrouwensman voor moeilijke opdrachten, naar Wenen gestuurd. Skorzeny, zelf een geboren Wener, hing enkele officieren op die naar zijn smaak te weinig vechtlust hadden.

Maar kolonel-generaal Lothar Ren­dulic, die de verdediging leidt, stuurde Skorzeny weg.

Rendulic, een Oostenrijker, is nog maar enkele dagen eerder tot bevelhebber van Legergroep Zuid aangesteld omdat hij door Hitler als keihard en doortastend wordt beschouwd. Hij was echter niet van plan zijn troepen tot het uiterste te laten vechten in een omsingelde stad; zoals eerder in Boedapest gebeurde.  Hij trok ze op tijd terug naar een nieuwe verdedigingslijn.

Sovjetsoldaten vieren hun overwinning op het plein voor het parlementsgebouw.

Nadat de Sovjets een intacte brug over de Donau hadden veroverd, werd de positie van de Duitse troepen in het centrum onhoudbaar. Op 13 april trokken ze zich terug.

Sommige wijken zijn door de gevechten tot puinhopen herleid maar het barokke centrum is relatief goed gespaard gebleven.

Een verbroedering tussen Sovjetsoldaten en Weense burgers. Het Rode Leger beschouwde de verovering van Wenen als een bevrijding en nam meteen contact op met Oostenrijkse anti-nazi's.

Meest gelezen