In januari 1972 werkte Vesna Vulovic als stewardess voor Yugoslav Airlines. Boven de besneeuwde bergen in het toenmalige Tsjecho-Slowakije ontplofte het vliegtuig waarin ze zat. De gruwelijke balans: 27 dode passagiers en ook de crew die aan boord was kwam om het leven.

Slechts één iemand overleefde het. Vulovic bevond zich in de staart van het vliegtuig en stortte van op 10.000 meter hoogte naar beneden bij ijskoude temperaturen, maar belandde op een steile helling vol hout. Door de sneeuw die er lag, was de impact van de landing veel minder groot, hebben onderzoekers intussen uitgedokterd.

Een man had haar geroep gehoord in het donkere woud en kwam haar ten hulp. In het ziekenhuis werden zware verwondingen vastgesteld: een gebroken schedel, twee verpletterde ruggenwervels en gebroken bekken, ribben en benen.

Tien dagen lang lag ze in coma, maar Vulovic overleefde het. Aanvankelijk was ze verlamd in haar onderste ledematen, maar ze herstelde bijna volledig. Ze kon zelfs weer aan de slag bij de luchtvaartmaatschappij, maar wel in een bureaujob.

In 1985 werd ze opgenomen in het Guinness Book of Records voor hoogste val zonder parachute die iemand overleefde. Wat er precies gebeurd was, kan ze zich niet meer herinneren.

Op 66-jarige leeftijd werd Vulovic dood aangetroffen door vrienden in haar appartement in Belgrado. De doodsoorzaak is nog onbekend.