Direct naar artikelinhoud
AchtergrondLopende zaken

Vier lessen die België kan trekken uit de coronacrisis

De meeste mensen volgen loyaal de regels zoals die door premier Sophie Wilmès worden afgekondigd, maar Covid-19 bracht wel een paar specifiek Belgische problemen aan de oppervlakteBeeld BELGA

Neen, België is niet de allerslechtste leerling van de klas in de strijd tegen het coronavirus. Toch kunnen we maar beter ook een paar lokale lessen trekken uit de globale crisis.

Zal de Belg vanaf zondag massaal de polonaise dansend terug te vinden zijn rond een barbecue? Te oordelen naar de nervositeit over de regels voor sociaal contact die premier Sophie Wilmès afgelopen woensdag afkondigde, is dat zo’n beetje de verwachting.

Het moet zijn dat de Belg zich het stereotiepe zelfbeeld van plantrekker heeft toegeëigend. Zit gefoefel ook echt in onze cultuur? Er is weinig wetenschappelijk bewijs voor. Idioten zijn er altijd, maar de grote meerderheid van de Belgen blijft wellicht loyaal de spelregels volgen.

Niet dat we er daarmee zijn. Objectief zijn de Belgische statistieken nog te wankel om de versoepeling al fors door te zetten. Het risico op een terugval blijft reëel.

De coronacrisis heeft niet alleen hier een aantal identitaire mythes doen heropleven. In ruime mate gaat het om goed klinkende onzin. Neem nu de Zweden. Dat Zweden de lockdown erg beperkt hield en toch relatief goede cijfers heeft, zou het land te danken hebben aan de gezagsgetrouwheid en wijdverspreide sociale controle van zijn bevolking.

De werkelijkheid is prozaïscher. Zweden profiteert van zijn ruimtelijke indeling met veel afgelegen steden en gemeenten. Kijk je enkel naar de regio Stockholm, en vergelijk je met de andere Scandinavische landen, dan zien de cijfers er al heel wat minder vrolijk uit.

De idee van de immer gezagsgetrouwe Zweed is even twijfelachtig als die van de immer schuinsmarcherende Belg. We moeten ons niet laten aanpraten dat wij weer de dupe zijn van het spel door ons eigen je-m’en-foutisme en het gepriegel van onze regeringen.

Maar die regeringen hebben natuurlijk wel gepriegeld (net als de regeringen in de meeste andere landen). Ten dele valt dat te verklaren door het gebrek aan recente ervaring met destructieve virussen. De Europese epidemiologische aanpak was even goed bestand tegen Covid-19 als de Franse Maginotlinie dat in 1940 was tegen Duitsland.

Anderzijds zijn er ook wel degelijk specifiek Belgische gebreken aan de oppervlakte gekomen. Laten we daar alvast vier lessen uit trekken.

1. Stop de koterij

België is een particratie. Wie dat nog niet besefte weet het nu, nu de regering-Wilmès elke zaterdag met partijgezanten overlegt in die curieuze ‘superkernen’. Maar België, zo blijkt, is ook een lobbycratie.

De lobbygroep die het best wist te ‘overleggen’, won de race naar de eerste versoepelingen. Met mogelijk ernstig gevolg. Na het deerniswekkende getouwtrek over welke sector eerst open mocht, kwam de beslissing om alle winkels een week vroeger te openen dan eerst gepland. Als er één besluit is waar de wetenschappelijke experts hun hart voor vasthouden, is het dat wel. Om het beeld op de impact van de versoepelingen helder te houden, is twee weken pauze nodig tussen elke stap. Dat beeld wordt nu vertroebeld.

Om de rijksbegroting uit het diepe rood te halen, na de coronacrisis, wordt nu al gedroomd van een grote fiscale hervorming. Streng wieden in de vele fiscale voordelen van particuliere belangetjes zou daarbij voorop moeten staan. Wie ziet hoe levend de lobbygroepen nog altijd zijn, maakt zich best niet te veel illusies.

2. Ken je zwaktes

Toen Covid-19 nog maar een verre donderslag aan de Italiaanse hemel leek, hadden vele experts hier de mond vol van de specifieke kenmerken die de Italianen kwetsbaar maken: verzwakt zorgstelsel, verouderde bevolking, generaties die bij elkaar wonen…

Allemaal waar, maar achteraf bekeken hadden ook wij hier best de achillespezen van onze eigen welvaartsstaat gecontroleerd. Dan hadden we wellicht eerder beseft dat ook België met een vergrijzende bevolking zit. Kwetsbare ouderen wonen wel niet vaak in bij families, maar wel vaak in rusthuizen.

Hoe langer je er over nadenkt, hoe onbegrijpelijker het is dat niet sneller en kordater alles in het werk is gesteld om bewoners en personeel in de woon-zorghuizen maximaal te beschermen. Hier hadden (vele) slachtoffers kunnen worden vermeden.

3. Stop de verrommeling

Er is nog een zwak punt, dat tot dusver volledig buiten beschouwing blijft. België betaalt de prijs van zijn ruimtelijke verrommeling. In dit volkomen verstedelijkte en verkavelde land springt het virus vlot over van de ene gemeenschap op de andere. Bij aanvang had Nederland een grotere, riskantere uitbraak (in Noord-Brabant). Toch wisten onze noorderburen te vermijden dat het hele land even fel getroffen werd. Dat valt wellicht ten dele ook te verklaren door de ruimtelijke indeling. België had die luxe niet.

Tijdens de lockdown is weleens cynisch gedaan over voorstellen om dichter bij elkaar te gaan wonen en minder open ruimte op te slokken. Als je in je kot moet blijven, is het ongetwijfeld comfortabeler om voldoende ruimte te hebben. Maar als je wilt vermijden dat er überhaupt een lockdown nodig is, dan is nadenken over meer ruimtelijke begrenzing juist verstandig.

4. Stop de weglekkende verantwoordelijkheid

Moet de gezondheidszorg weer helemaal gedefederaliseerd worden? Klinkt logisch, als je eenheid van commando wilt in crisistijd. Of moeten juist ook de ziekenhuizen gefederaliseerd worden, zoals Jan Jambon (N-VA) deze week voorstelde?

Een ideale staatsstructuur om een gezondheidscrisis te lijf te gaan, bestaat niet. In Duitsland krijgt bondskanselier Angela Merkel hoofdpijn van de kijvende deelstaten, in Frankrijk loopt Emmanuel Macron tegen de limieten van zijn centralistische politiek aan. Zeker is wel: van alle mogelijke staatsvormen is de Belgische een van de minst efficiënte.

Het goede nieuws is: dat besef lijkt nu wel ingedaald. Gaan we er ook wat mee doen? Een hiërarchie van rechtsnormen, waarbij een nationale wet voorrang zou krijgen op een decreet uit de deelstaten, zou de efficiëntie al flink verhogen. Bevoegdheden helderder toewijzen aan één bestuursniveau evenzeer. In zijn voorzittersmanifest bepleit alvast Egbert Lachaert (Open Vld) zo’n hervorming. En toen hij dat schreef, moest de crisis zelfs nog beginnen.