Onderwijsbonden en directies verbolgen over bijsturing veiligheidsregels
De vakbonden en verschillende schooldirecties reageren misnoegd op de nieuwe bijsturing van de heropening van het onderwijs. Dat veiligheidsregels plots veranderen, en vooral zonder overleg met de partners, botst op wrevel. ‘Onderwijsmensen zijn geen marionetten.’
Was er vrijdag een akkoord over de maatregelen waarmee het onderwijs verder kan openen, dan waren die tegen woensdagavond alweer achterhaald. Vooral de nieuwe regels rond mondmaskers in het secundair zorgen voor consternatie. Zeker bij de bonden is er kritiek. “Men dreigt vanuit het beleid aan geloofwaardigheid in te boeten”, zegt Koen Van Kerkhoven, secretaris-generaal van de christelijke vakbond COC. De vakbond benadrukt dat “onderwijsmensen geen marionetten zijn”.
Over de regels rond het mondmasker in het secundair was tot nu toe altijd sprake van een verplichting: zowel leerkrachten als leerlingen moeten een masker dragen. Maar woensdag waren mondkapjes enkel nog “sterk aanbevolen” voor leerlingen, zo bleek uit een persbericht van het Overlegcomité.
Gisteren kwam dan verduidelijking: het mondmasker blijft verplicht, tenzij onder specifieke omstandigheden. Die komen er vooral op neer dat het masker niet langer gedragen moet worden tijdens de speeltijd. Bij het kabinet van onderwijsminister Ben Weyts (N-VA) klinkt het dat er vooral wat pragmatiek wordt ingebouwd. “Het is niet realistisch te verwachten van scholieren dat ze zes uur lang zo’n mondmasker dragen”, zegt Michaël Devoldere, de woordvoerder van Weyts.
Afstandsregels vervallen
Dat is voor Van Kerkhoven niet duidelijk genoeg. “Mondmaskers worden wat ons betreft weer verplicht. Elk personeelslid dat geconfronteerd wordt met een leerling in de klas die geen mondmasker draagt, heeft alle recht om niet aan de slag te gaan. Die zullen wij op alle mogelijke manieren steunen.”
Ook dat de afstandsregels in het lager onderwijs vervallen binnen een klas – leerlingen van een klas worden een contactbubbel – en dat de extra leerjaren in het lager onderwijs pas vanaf 5 juni kunnen beginnen, leidden tot tandengeknars. “We begrijpen dat dit tot wantrouwen en kwaadheid leidt bij het personeel, omdat er nu weer andere regels moeten worden gevolgd”, zegt Marianne Coopman van de andere christelijke vakbond COV. “We hadden vrijdag een akkoord op basis van een advies van de GEES. Nu stelt de GEES de veiligheidsmaatregelen bij.”
De vakbonden snappen niet hoe de virologen van expertengroep GEES in minder dan een week hun advies konden veranderen. “Wat nu kan, staat haaks op wat er vorige week vrijdag gezegd is”, zegt Marnix Heyndrickx van de liberale vakbond VSOA. “Ik snap dat er een maatschappelijke druk is. Maar in een paar dagen is er plots een totaal ander inzicht. Dat gaat er bij mij niet in.”
Oproep tot kalmte
Volgens voorzitter van de GEES Erika Vlieghe klopt dat echter niet. “Naar mijn aanvoelen hebben we alleen de afstand tussen leerlingen een beetje versoepeld. Voor de rest verandert er niets. Ik begrijp dus niet dat de vakbonden dat als een enorm veiligheidsrisico zien: naar leerkrachten toe verandert er niets. Daar is het risico vrijwel hetzelfde gebleven.” Vlieghe verzekert ook nog eens dat de GEES deze week alle informatie heeft overlopen en het besluit er dus niet onder maatschappelijke druk kwam.
Raymonda Verdyck, afgevaardigd bestuurder van het Gemeenschapsonderwijs (GO!), wil na een dag vol warrige communicatie eerst oproepen tot kalmte. “Het zal wel even tijd vragen eer het vertrouwen van het personeel volledig herwonnen is. Er blijven strenge maatregelen om de veiligheid te garanderen. Hetzelfde geldt voor ouders: ook hen willen we overtuigen dat het veilig is om je kind naar school te laten gaan. Ik zou dan ook een oproep willen doen om op een rustige en doordachte manier de heropstart aan te pakken.”