De Turkse republiek staat onder druk

Het groeiende geweld in en rond Turkije en de stijgende repressie in dat land doen vragen rijzen over de stabiliteit van één van de belangrijkste NAVO-bondgenoten. Turkije ligt op een strategisch kruispunt tussen oost en west, maar net dat leidt tot conflicten en spanningen.

Historisch werd de Turkse republiek in 1922 opgericht en onder ex-generaal Mustafa Kemal Atatürk (1922-1938) en diens opvolger Ismet Inönü (1938-1950) gemoderniseerd en geseculariseerd naar westers model. Een westerse democratie hoorde daar -voorlopig aldus Atatürk- nog niet echt bij en dat laatste is altijd een pijnpunt gebleven in Turkije.

Een ander heikel punt was de gewelddadige overgang van het multi-etnische model van het vroegere Ottomaanse rijk naar een een Turks nationalisme dat decennialang de minderheden zoals Grieken, Armeniërs en Koerden zou negeren of ronduit verdrijven, in wat genocides genoemd wordt.

De republiek experimenteerde met democratie, maar telkens de spanningen opliepen, "herstelde het leger met harde hand de orde" als zelfverklaarde behoeder van de seculiere republiek en de stabiliteit. 

Sinds 1952 is Turkije lid van de NAVO en het speelde een belangrijke rol tijdens de Koude Oorlog door de strategische ligging tussen Europa en het Midden-Oosten enerzijds en de doorgangen van de Zwarte naar de Middellandse Zee via de Bosporus. Los daarvan heeft Turkije na de Verenigde Staten het grootste leger van de NAVO.

Van crises naar rust

De laatste grote crisis in Turkije dateert van de jaren 70 toen instabiele regeringen zich geen raad wisten met extreemlinkse en extreemrechtse terreurgroepen en het leger in 1980 opnieuw de macht greep.

De legertop zette de politiek ook na de herinvoering van de democratie naar zijn hand, maar had geen antwoord op de afscheidingsoorlog die de Turks-Koerdische PKK sinds de jaren 80 voerde in het zuidoosten. Aan beide kanten werden de mensenrechten daar fors geschonden.

Sinds 2002 regeert de islamistische partij AKP Turkije met Recep Tayyip Erdogan (rechts op foto in tekst) eerst als premier, nu als president. Erdogan drong de macht van de seculiere legertop terug en leek aanvankelijk het land te liberaliseren. Ook werd de repressie van de Koerden teruggedrongen en in 2014 sloot Erdogan een bestand met de PKK.

Waar wil Turkije nu naartoe?

Dat Turkije leek enkele jaren geleden op weg naar EU-lidmaatschap, maar zo ver zou het niet komen. De EU stond niet te trappelen, maar de sluipende islamisering onder Erdogan deed ook vragen rijzen. Tegelijk trok Erdogan voluit de kaart van de Arabische Lente, maar die poging om in de Arabische wereld invloed te winnen, kende een weerbots in de bloedige oorlog in buurland Syrië.

Turkije steunde daar de rebellen tegen het Assad-regime, maar de terreur van IS, het aan Al Qaeda gelieerde Nusrat-front en andere groepen kwam over de grens en leidde tot aanslagen in Turkije zelf.

En toen IS dan gestuit werd, was dat vooral het werk van de oprukkende Syrisch-Koerdische milities die banden hebben met de Turks-Koerdische PKK. Het bestand tussen Erdogan en de PKK ontrafelde en een nieuwe cyclus van repressie en terreur verscheurde Turks-Koerdistan en leidde tot terreuraanslagen elders in Turkije.

De mislukte staatsgreep van vorig jaar werd door Erdogan dan weer aangegrepen om de pers en de oppositie te muilkorven en duizenden ambtenaren en militairen te ontslaan, wat dan weer tot spanningen leidde met de westerse bondgenoten.

Na een crisis twee jaar geleden lijkt Turkije onder Erdogan dan weer de banden met de oude vijand Rusland aan te halen, wat dan weer het Westen op de heupen werkt. Waar dat op lange termijn naartoe gaat, is niet duidelijk, maar Turkije staat wel meer dan ooit op een kruispunt van conflicten en strategische keuzes die internationaal grote implicaties kunnen hebben.

Copyright 2016 The Associated Press. All rights reserved. This material may not be published, broadcast, rewritten or redistribu

Meest gelezen