Direct naar artikelinhoud
Interview

Deze activisten helpen vrouwen van kleur aan werk in Hollywood

Cheryl Bedford en Jazmine Nichelle helpen vrouwen van kleur aan werk in de filmwereld van Los Angeles.Beeld Carlynn de Joya

Twee zwarte activisten uit Hollywood reflecteren op het huidige racismedebat. ‘Mensen laten eindelijk hun ongemak toe.’

Toen filmproducent en ­activist Cheryl Bedford (53) tweeënhalf jaar geleden Women of Color Unite (WOCU) oprichtte om vrouwen van kleur aan werk te helpen, leken weinig witte mensen in Hollywood doordrongen van het nut van diversiteit voor en achter de camera. Nu, meer dan een maand na de dood van George Floyd als gevolg van excessief politiegeweld, staan bedrijven in de rij voor advies. “Ik noem geen namen, maar ik heb meer dan eens gehoord dat ik Gods werk doe. Als ik dat hoor van mensen die voor miljoenenbedrijven werken, is mijn vraag: en wat doe jij?”

In de brandende middagzon wacht Bedford op Jazmine Nichelle (30), haar rechterhand die bij WOCU verantwoordelijk is voor evenementen. Ze rookt nog even snel een sigaret, terwijl ze zichzelf koelte toewuift. Zodra Nichelle aankomt, beginnen de twee bij te kletsen, al zit een omhelzing er vanwege het coronavirus niet in.

Als ze eenmaal in de schaduw staan, slaken ze allebei een zucht van verlichting. Vanaf dit stille terras in de heuvels van Franklin Village zijn een paar kilometer verderop de wolkenkrabbers van downtown Los Angeles zichtbaar. Daar gingen de afgelopen weken tienduizenden mensen de straat op na de dood van Floyd, een ongewapende zwarte man die stierf nadat een witte agent bijna negen minuten lang een knie in zijn nek had gedrukt. Sinds het verschijnen van de video van de geweld­dadige arrestatie schuiven mensen in alle vijftig Amerikaanse staten dagelijks hun angst voor een coronabesmetting opzij om aandacht te vragen voor racisme en excessief politie­geweld jegens Amerikanen van kleur.

Protesten en stakingen

In de demonstraties zijn weerspiegelingen van het verleden te zien, zoals de historische March on Washington in 1963, toen 250.000 mensen gelijke rechten voor zwarte Amerikanen eisten. Bedfords twee ooms en haar moeder waren er actief bij betrokken. “Mijn moeder werkte in de tent waar de protestborden werden gemaakt. Mijn oom Thomas zat in de communicatietent. Mijn oom Tony reed boodschappen rond in zijn auto.”

Vanaf het moment dat ze kon lopen, ging Bedford met haar moeder mee naar stakingen, protesten en politieke bijeenkomsten. “Op het hoogtepunt van de Black Lives Matter-demonstraties zag ik veel mensen op Twitter klagen: ‘Ik kan niet geloven dat iemand zijn kind daarheen meeneemt’. Ik twitterde terug: ‘Mijn moeder nam mij altijd mee. En kijk wat ik voor elkaar heb gekregen.’ Mijn rechtvaardigheidsgevoel komt voor een groot deel voort uit die ervaringen met mijn moeder.”

In 1992 was Bedford druk bezig met haar masteropleiding filmproductie in Los Angeles, toen vier politieagenten werden vrijgesproken van zware mishandeling van de zwarte bouwvakker Rodney King. De mishandeling, vastgelegd op korrelig videobeeld, zond een schokgolf door het land en leidde in Los Angeles tot de Rodney King Riots, zes dagen van gewelddadige confrontaties tussen demonstranten en de ordediensten, waarbij 63 mensen om het ­leven kwamen. Het was een angstige tijd, zegt Bedford. “Het leger stond bij me in de straat. Ik weet nog dat ik een boodschap ging doen in de buurtwinkel en dat de Nationale Garde voor de deur stond. Waar ben ik?, dacht ik. En ik was gewoon op Hollywood Boulevard.”

Meer dan duizend mariniers, zeshonderd soldaten en 6.500 Nationale Garde-troepen werden ingezet om de orde te herstellen. Mensen waren woedend, herinnert Bedford zich. Zelf was ze dat ook. “Ik was boos. En bang, maar niet voor de relschoppers. Ik was bang voor de politie en het leger, wat zij de demonstranten aan konden doen.” Hoewel de angst voor de ordediensten van toen nog steeds ­bestaat, wordt er nu, 29 jaar na de eerste virale video van deze vorm van politiegeweld, voor het eerst op nationaal niveau gesproken over een grondige hervorming van de politie.

Cheryl Bedford en Jazmine Nichelle kijken naar de etalage van boekenwinkel Skylight in de wijk Los Feliz in Los Angeles, die de namen van zwarte slachtoffers van politiegeweld op de ramen heeft geschreven.Beeld Carlynn de Joya

Greed is good

Wat de huidige Black Lives Matter-beweging zo effectief maakt, meent Bedford, is dat mensen eindelijk weer ongemak durven toelaten. “We hadden toen, ten tijde van Rodney King, als samenleving een eerlijk gesprek kunnen voeren. Of het nu over de mensenrechten­beweging, de vrouwenrechtenbeweging of de oorlog in Vietnam ging, in de jaren 60 en 70 hadden we lastige gesprekken. En toen kwam Reagan (Republikeinse president, red.). En de film Wall Street. De yuppie-cultuur. Greed is good (‘hebzucht is goed’). En mensen hadden het niet langer over dingen die gevoelens van ongemak oproepen.”

Volgens Bedford hebben sociale media een grote rol gespeeld bij het openbreken van het debat. Van filmpjes die onrecht laten zien, tot het publiekelijk ter verantwoording roepen van bedrijven en instellingen die loze inclu­siviteitsbeloftes doen. “Zwarte Amerikanen zijn gewend aan een negatieve tegenreactie. Dat ons dingen worden afgenomen als we ­proberen om eerlijke gesprekken te voeren”, zegt ze, maar sites als Twitter geven indivi­duele Amerikanen een groter platform dan ze ooit hebben gehad. “Als bepaalde bedrijven #BlackLivesMatter twitteren, zie je nu online reacties van ex-medewerkers van kleur die zeggen: niet toen ik voor jullie werkte.” ­Nichelle knik instemmend.

Terwijl de demonstraties in omvang af lijken te nemen, zitten de dagen van Bedford en Nichelle propvol virtuele vergaderingen. Leidinggevenden van filmstudio’s, streamingdiensten als Netflix en Amazon, en grote bedrijven willen plotseling naar hen luisteren. Zelf is ze de straat de afgelopen weken niet op geweest, zegt Bedford. “Ik ben 53, ik heb mijn hele leven gedemonstreerd.” WOCU is haar ­ultieme vorm van activisme: zwarte mensen, en vooral vrouwen, via netwerkevenementen en introducties aan het werk helpen in een overwegend witte bedrijfstak waarin jaarlijks miljarden omgaan. Waar de films en series worden gemaakt waar we om lachen, huilen en van leren. En waarin procentueel nog altijd zeer weinig mensen van kleur rondlopen.

Vakbonden zijn duur, maar onmisbaar voor wie een rol wil in een grote productie

Nichelle, die haar mentor Bedford als grap Hollymom noemt, zegt legio voorbeelden te hebben van momenten waarop ze extra hard voor haar plek moest vechten. In de drie jaar dat ze nu met Bedford samenwerkt, heeft Nichelle geleerd om voor zichzelf op te komen, al ging dat lang niet vanzelf. Ze vertelt over een witte docent op haar filmschool, die vroeg of ze haar rol meer als Aunt Jemima kon spelen; een mammie-karikatuur van een hardwerkende, maar toch blije en zorgzame slavin. Ze was geschokt. “Ik zei direct: ‘Dat is echt heel erg racistisch, Michael’. Hij verweerde zich door te zeggen dat hij heel tolerant is.” Met een klacht die ze hierover bij de school neerlegde, werd niets gedaan, zegt Nichelle. “Ik dacht dat het aan mij lag, tot ik Cheryl ontmoette. Mijn eerste vorm van activisme was het opeisen van mijn eigen plek.”

WOCU vraagt als enige vereniging van dit soort in Hollywood geen lidgeld. Wel wordt het ledenbestand, dat op dit moment iets meer dan 1.200 vrouwen van kleur telt, gevraagd om informatie. Wie ben je, wat doe je en wat voor werk zoek je? Op basis van 600 ingevulde vragenlijsten berekende Bedford vorig jaar dat slechts 9 procent van alle ­leden lid is van een vakbond. Terwijl die vakbonden een sleutelrol vervullen in Hollywood: grote producties huren alleen vakbondsleden in, of ze nou acteurs, producenten of regisseurs zoeken.

Het probleem: de vakorganisaties zijn duur. Het lidmaatschap van de Directors Guild of America (DGA) kost bijvoorbeeld duizenden dollars. Aangezien zwarte mensen in de VS minder verdienen dan hun witte medeburgers, is het voor hen substantieel moei­lijker om door te stoten naar beter betaalde functies. Met haar WOCU-ledenlijst haalt ­Bedford niet alleen het argument onderuit dat getalenteerde mensen van kleur onvindbaar zijn, een ­excuus dat ze al dertig jaar hoort voor over­wegend witte producties. Ze laat ook zien waarom de leden niet worden ingehuurd.

Niemand herkende zich in mij

Bedfords carrière als producent van independent films, die buiten het traditionele studiosysteem om worden gemaakt, zoals het succesvolle Dark Girls, was meer een kwestie van noodzaak dan een keuze, zegt ze. “Ik had een bachelor- en een masterdiploma, maar kon geen werk krijgen. Ik was relatief jong, dik en had een donkere huid. Niemand zag zichzelf in mij terug.” Ze gebruikt nu haar eigen ervaringen om voor jonge makers de kansen te cre­ëren die ze zelf niet kreeg.

Nichelle werkte dankzij WOCU als coördinator op de set van Girls Room, een vijfdelige onlineserie over jonge vrouwen en hun lichaamsbeleving, geproduceerd door het merk Dove en de zwarte Emmy-winnaar Lena Waithe. Ze voelde zich er welkom. “De regisseur was een zwarte vrouw, de cameraman was een man van kleur, alle vijf de meiden die werden ­gefilmd waren van kleur. Het was geweldig.” Onlangs had ze op een minder diverse set van streaminggigant Hulu een nare ervaring met een collega, een man. Het verschil tussen de manier waarop ze op de twee sets werd benaderd, spreekt wat haar betreft boekdelen.

'Zwarte mensen zijn veel meer dan alleen hun hartslag’

Bedford en Nichelle denken dat de huidige conversatie over racisme de potentie heeft om iets te doen aan de schrijnende ongelijkheid in de VS. Nichelle was een paar jaar geleden nog bang om een baby te krijgen, vertelt ze, terwijl ze tranen wegknippert. In haar hoofd hoorde ze al de gesprekken over politiegeweld die ze met haar kind zou moeten voeren. “Ik ben niet meer bang, omdat ik inmiddels een stuk meer heb geleerd. Wij zijn de laatste generatie die met dit onrecht te maken krijgt”, zegt ze resoluut.

Bedford sluit zich hierbij aan. Als we allemaal maar blijven zeggen waar het op staat. Het ongemak opzoeken, in plaats van ervoor wegrennen. “Als je black lives matter zegt, wat bedoel je daarmee? We zijn het er allemaal over eens dat de politie geen onschuldige ­mensen mag doden, maar zwarte mensen zijn veel meer dan alleen hun hartslag. We zijn ­onze hoop, onze dromen, onze families. En we hebben recht op dezelfde kansen, een ge­lijke behandeling en hetzelfde salaris. Dát is een black life.

Drie vrouwen van kleur op 1.100 lucratieve studiofilms

Denktank Annenberg Inclusion Initiative, gevestigd aan de University of Southern California (USC), nam 1.200 populaire films uit 2018 onder de loep om zicht te krijgen op het aantal vrouwen, mensen van kleur en lhbt’s. Wat bleek: 63,7 procent van alle personages in deze films was wit. 16,9 procent van alle personages was zwart, 8,2 procent was Aziatisch en 5,3 procent was Latino.

Achter de camera zijn mensen van kleur en vrouwen nog minder vertegenwoordigd: 96 procent van alle regisseurs in Hollywood is man en 87 procent is wit. Van de 1.100 meest lucratieve Amerikaanse studiofilms in de afgelopen tien jaar werden er maar 44 geregisseerd door een vrouw. Onder hen waren slechts drie vrouwen van kleur.