Direct naar artikelinhoud
ColumnHugo Camps

De drie formateurs zijn stoepgangers, lapzwanzen van een democratie

Hugo Camps.Beeld DM

Dissidentie mag ook. Onder die vlag vaart Hugo Camps op donderdag.

De drie partijvoorzitters die zichzelf benoemd hebben tot (in)formateur zijn elke notie van bescheidenheid kwijt. Zoals ze toch door de Wetstraat paraderen – misselijkmakend. Ze lopen accordeongewijs op de stoep naast elkaar en dwingen ouwe dames de weg op. Ze sloffen trager dan Blanche, het peerd van Willem Vermandere, om zo lang mogelijk in beeld te blijven. Ze lachen de hele tijd om hun eigen grappen en vullen de publieke ruimte met armzalige pretentie. 

De drie koningen zijn geheel ongeschikt als bemiddelaar. Alleen al hun overtal intimideert. Echte bemiddelaars zijn onzichtbare zwervers met een dun stemmetje en labrador-ogen. Geen druktemakers of schreeuwlelijken. De drie zijn een miscasting die neerslachtig maakt. Ze zijn door weinig gebonden, zoals het abortusincident leert. Hun gezamenlijkheid berust nagenoeg exclusief op weerzin en haat tegen de PS. Een zowel emotionele als politieke negatieve dynamiek. Alledrie rijden ze voor zichzelf, van een hoger belang is geen sprake. Kortom, lapzwanzen van een democratie. 

Ze misbruiken hun niet eens gelegitimeerde mandaat. Egbert Lachaert maakt er als kersverse voorzitter van Open Vld een promotierondje van voor eigen bekendheid. Georges-Louis Bouchez is de kwast die van politiek sensatie maakt voor verkopers van tweedehandsauto’s. En Joachim Coens hangt de staatsman uit die hij bijlange na niet is. Het trio is geknipt voor een vaudeville, maar niet voor staatszaken. Sophie Wilmès had dat beter gedaan. Stiller  en efficiënter. 

Egbert Lachaert (Open Vld), Joachim Coens (CD&V) en Georges-Louis Bouchez (MR).Beeld Photo News

De bloedarmoede van het restant staatsmannen is huiveringwekkend. Vroeger was er altijd wel een waardige koninklijke gezant te vinden die het vertrouwen van coalitiepartijen wist te winnen. Een nationale masseur die de plooien gladstreek. Willy Claes was daar goed in, maar ook de liberaal Herman Vanderpoorten en de christelijke fluisteraars Robert Houben en Wilfried Martens. Quasi aseksuele dienaars van de koning. Wat nu de wei wordt ingestuurd zijn partizanen van partijpolitieke agenda’s.

 Circusvolk. 

In plaats van het compromis zoeken ze de liquidatie. Hun enige programma is de PS buiten de regering houden. De Franstalige socialisten zijn nog een oude machtspartij en hebben hun eigen baronieën. De halfwas voorzitters zijn het niet gewend om met macht om te gaan en bedrijven de politiek als fröbelkunst. Hun machtsdeling is geënt op Kleinstaaterei.  

Het aanslepende onvermogen om een regering te vormen illustreert het narcisme van het eigen gelijk. De wil om handen te reiken is er niet. Corona is mede een alibi geworden voor onverzoenlijkheid. Het is een soort tijdskrediet om de normale huishouding te laten rondslingeren.

Het amateuristische trio is op zoek naar een coalitie van kneusjes. Onder meer om hun gebrek aan ervaring te camoufleren. Vandaar ook dat er geen haast wordt gemaakt om een volwaardige regering te vormen. En als er toch eens een parlementaire meerderheid moet geïnstalleerd worden, dan graag een veelkoppig monster dat in het beleid zo weinig mogelijk definieerbaar is.

 De politiek heeft een duivels pact gesloten met het vacuüm.