De Block wil asielzoekers met aanvraag in ander land opsluiten

 ©  REUTERS

Minister van Asiel en Migratie Maggie De Block (Open VLD) gaat misbruik van de asielprocedure door zogenaamde ‘Dubliners’ harder aanpakken. Dat schrijven Het Laatste Nieuws en De Morgen. Wie nu nog weigert om te vertrekken, kan opgesloten worden.

Bron: BELGA

In 2019 heeft ons land 11.882 Dublin-verzoeken ingediend, vragen aan een ander Europees land om zich te ontfermen over een asielzoeker die in België verblijft. Het gaat dan vooral over mensen die al elders in Europa als asielzoeker aangemeld waren en alleen daar het vluchtelingenstatuut kunnen krijgen.

Het aandeel van die zogenaamde ‘Dubliners’ groeide vorig jaar aan tot 43 procent van al onze asielzoekers. Van de 11.882 mensen voor wie een Dublin-verzoek werd ingediend, is echter nog geen tiende teruggekeerd naar het bevoegde land.

Begin dit jaar heeft België al getracht om de terugkeer op te drijven door ‘Dubliners’ uit de opvang te weren. Daarvoor werd de administratie van De Block de voorbije weken echter al verschillende keren veroordeeld door een arbeidsrechter. Daarbij speelde de coronacrisis een belangrijke rol: mensen stonden op straat in volle pandemie, terwijl volgens de rechter opvang een ‘essentiële maatregel’ is voor hun gezondheid en die van de bevolking.

Dreigen met opsluiting

Om te beletten dat ‘Dubliners’ onder de radar verdwijnen, wil De Block hen nu desnoods opsluiten. De Dienst voor Vreemdelingenzaken zal daarvoor extra plaatsen in de gesloten centra voorzien. En als een asielzoeker niet meewerkt aan zijn terugkeertraject, dan wordt de overdrachtstermijn systematisch tot achttien maanden verlengd. Nu proberen asielshoppers volgens De Block namelijk vaak om misbruik te maken van de standaardtermijn van zes maanden, waarna België wel de verantwoordelijkheid krijgt over hen.

Ook deze argumentatie van De Block is al met succes juridisch aangevochten.

In een recent arrest over een Pakistaanse broer en zus oordeelde de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV) dat wanneer een asielzoeker weigert om een verklaring te ondertekenen dat hij vrijwillig zal terugkeren naar het Europees land dat zijn asielaanvraag moet behandelen, de overheid daaruit niet zomaar kan afleiden dat hij zich doelbewust wil onttrekken aan een overdracht aan die andere lidstaat. In dit specifieke geval was de overheid perfect op de hoogte op welk adres de Pakistaanse asielzoekers woonden. Bovendien hadden zij zelf aangegeven dat ze de overheid op de hoogte zouden brengen in het geval dat ze zouden verhuizen. De administratie kon niet aantonen dat de overdracht naar een andere lidstaat, in dit geval Oostenrijk, hierdoor onmogelijk was. De beslissing van de administratie om de overdrachtstermijn van de Dublin-transfer met een jaar te verlengen, werd vernietigd.