Tunnel onder E313 in Diepenbeek wordt ecotunnel: "We hopen dat de das hier gaat passeren"

De brede tunnel onder de E313 in de Brugstraat in Diepenbeek wordt aangepast, zodat het een ecotunnel wordt. Er komen langs de weg een takkenwal en brede zandstroken. Daardoor zullen dieren zich gemakkelijker kunnen verplaatsen tussen de natuurgebieden Misenbergbeek en Galgebeek.

De tunnel onder de E313 in Diepenbeek is heel breed, terwijl er in de Brugstraat niet zo veel verkeer is. Daarom wordt de rijweg smaller gemaakt en komen er aan  weerszijden aparte stroken voor de dieren. Joke Rymen van Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren: "Het gewone verkeer kan nog altijd door de tunnel, maar een stukje van de weg wordt opgebroken. Daar komt een zandstrook en er komen takken. Zo kunnen dieren hier ook gemakkelijker passeren."

Hopelijk zal de das gebruik maken van deze tunnel, dat is het ultieme doel

Joke Rymen

"De snelweg is voor veel diersoorten een enorme barrière", gaat Rymen verder. "We hopen dat vleermuizen de tunnel gaan gebruiken want de verlichting van de snelweg schrikt hen af. Maar ook egels en kleine marterachtigen kunnen hier gebruik van maken. Maar we hopen toch vooral dat de das hier gaat passeren. In het zuiden van Diepenbeek doet de das het goed en we hopen dat hij via deze ecotunnel ook verderop naar het noorden kan trekken." 

Regionaal Landschap werkt voor de aanpassingen aan de tunnel samen met Natuurpunt en de gemeente. De werkzaamheden starten na de bouwvakantie. "Als blijkt dat de ecotunnel werkt, dan kan dit op nog meerdere plekken in Limburg gekopieerd worden", besluit Rymen.

Subsidies

De provincie wil de komende jaren nog meer investeren in natuurverbindingen. Dat is echt nodig om kwetsbare diersoorten meer kansen te geven, zegt Thomas Impens van het Provinciaal Natuurcentrum: "De natuur in Vlaanderen, ook in Limburg is sterk versnipperd. Ik heb de bestaande studies over de verschillende soorten nagekeken en dan merken we dat er voor 17 verschillende soortengroepen maatregelen nodig zijn."

Die natuurverbindingen moeten niet altijd lange aaneengesloten stukken natuur zijn, gaat Impens verder. "Sommige soorten hebben nood aan kleine stapstenen, dat zijn kleine eilandjes natuur die enkele kilometers uit elkaar kunnen liggen, waar ze eten vinden en kunnen rusten. Ik denk dan bijvoorbeeld aan enkele typisch Limburgse vlinders zoals de heivlinder en de veldparelmoervlinder.  Andere soorten hebben nood aan lange aangesloten linten in het landschap. Zoals beken, die zijn nu vaak onderbroken of ingebuisd. Door een aaneengesloten begroeiing op de oevers te voorzien, kunnen grotere soorten zoals marters en otters daar gebruik van maken. Want de otter komt nu al voor in onze buurprovincies." 

 

Meest gelezen