Deze boeken hebben uw top van de ‘Beste 21’ nipt niet gehaald
De hele zomer lang kiest De Morgen de beste 21 cult-items van de 21ste eeuw. Na de top van de internationale tv-series vorige week, maken we morgen de ‘Beste 21’ boeken van de 21ste eeuw bekend in de volgorde die u zelf bepaald heeft. Als voorsmaakje voor morgen krijgt u hier alvast de 10 boeken die de top net niet gehaald hebben.
31. Connie Palmen – Jij zegt het (2015)
Met onder meer haar intense autobiografische romans ‘I.M.’ en ‘Geheel de uwe’ vestigde Connie Palmen haar naam als een van de bepalende stemmen in de hedendaagse Nederlandstalige letteren. In ‘Jij zegt het’ verschuift ze het perspectief naar de destructieve relatie van het beroemde schrijverskoppel Ted Hughes en Sylvia Plath. Maar verrassend genoeg kiest de auteur niet het standpunt van ‘slachtoffer’ Plath, die een einde aan haar leven maakte, maar wel dat van de tragische overlever of ‘schuldige’ Hughes. Winnaar van de Libris in 2016.
30. Donna Tartt - Het puttertje (2013)
Aan het eind van de vorige eeuw groeide de Amerikaanse Donna Tartt uit tot een van de lievelingen van het literatuurpubliek met ‘De verborgen geschiedenis’ en ‘De kleine vriend’. Met ‘Het puttertje’ schreef ze haar eigen post-9/11-roman, hoewel de aanslagen hoogstens een decor zijn voor een spannend verhaal over liefde, overleven en opgroeien met een gat in de ziel. Pulitzer-winnaar in 2014.
29. Sandro Veronesi – Kalme chaos (2008)
Met zijn laatste boek ‘De Kolibrie’ brak de Italiaanse schrijver Sandro Veronesi het hart van menig lezer. In deze lijst is hij genomineerd met een vorige bestseller, Kalme chaos. Het boekt neemt het uitgangspunt van vele romans: wat als plots alles verandert in het leven van een gewone man waarin doorgaans niks verandert? Hier bewijst Veronesi dat een spannend verhaal ook topliteratuur kan opleveren.
28. Erwin Mortier – Godenslaap (2008)
Precies negentig jaar na het einde van de Eerste Wereldoorlog publiceerde Erwin Mortier zijn oorlogsboek ‘Godenslaap’. Een revelatie voor publiek én auteur, die de oorlogsjaren nog vaak zou laten terugkeren in volgende romans. Mortier neemt het standpunt van de kleine vrouw en blijft doelbewust weg van de grote geschiedenis en het militaire geweld om met veel gevoel voor details bruggen te slaat tussen maatschappelijke ontwrichtingen toen en nu. Wat Mortier schrijft over de ouderenzorg anno nu verdient een herlezing in deze coronatijd.
27. Yann Martel – Het leven van Pi (2002)
Er zijn van die boeken en auteurs die plots, bijna vanuit het niets, als een komeet de hoogte inschieten. ‘Het leven van Pi’ is zo’n moderne klassieker. Martel knoopt aan bij de hedendaagse magisch-realistische verteltraditie van grootheden als Rushdie en Marquez met een verhaal over een Indische jongen die als enige overlever met enkele dieren op een reddingssloep terechtkomt na het vergaan van een cargoschip. Winnaar van de Booker-prijs in 2002.
26. Julian Barnes – Alsof het voorbij is (2011)
Boek na boek boetseert de Britse auteur Julian Barnes met zijn nauwgezette, spaarzame stijl een oeuvre dat stilaan Nobelprijs-waardig is. ‘Alsof het voorbij is’ is een publiekslieveling. Barnes neemt het standpunt in van een man die terugkijkt op het leven, en daarmee tegelijk beseft dat dat leven zo goed als voorbij is en dat hij vele beloftes uit zijn onstuimige jeugd niet heeft kunnen waarmaken. Booker-winnaar in 2011.
25. Peter Buwalda – Bonita Avenue (2010)
Als een stormram kwam Peter Buwalda de Nederlandse literatuur binnengevallen met het overrompelende debuut ‘Bonita Avenue’. Eindelijk hadden de Lage Landen weer een nieuwe ‘Grote’, in het spoor van Hermans, Claus of Mulisch. Onder zoveel druk dreigde de jonge Buwalda te gaan bezwijken, maar ook de vorig jaar verschenen opvolger ‘Otmars zonen’ ontgoochelt niet.
24. Philip Roth – De plot tegen Amerika (2004)
Zelf heeft Philip Roth altijd volgehouden dat zijn boek niet de ambitie had om visionair te zijn en dat alle gelijkenissen met de politieke actualiteit in de VS op louter toeval berusten. Toch zijn de parallellen tussen het Trump-tijdperk en het, ten dele op ware feiten gebeurde verhaal over de opgang van de extreemrechtse populist en tragische vliegheld Charles Lindberg te sterk en te ongemakkelijk om ze te negeren. Een laat meesterwerk uit een oeuvre vol meesterwerken.
23. Jonathan Littell – De welwillenden (2006)
Met ‘De welwillenden’ schreef Jonathan Littell één van de meest misantropische en tot op het bot cynische boeken uit de moderne romangeschiedenis. Littell laat zijn hoofdpersonage voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog doorheen de rangen van de SS evolueren. Zo wordt de genocidaire gruwel beschreven vanuit het perspectief van een anonieme deelnemer, die niet uitzonderlijk boosaardig is, maar wel tot het absolute kwaad in staat blijkt te zijn. Enkel te lezen voor wie over een sterke maag beschikt.
22. Michel Houellebecq – Platform (2001)
‘Platform’ is een sleutelwerk en misschien wel het beste boek tot dusver in het stilaan indrukwekkende oeuvre van de Franse ‘schandaalschrijver’ Michel Houellebecq. De voorspellende kracht van het boek is onthutsend: nog voor het islamterrorisme goed losbarst, schetst Houellebecq een wereld waarin het vanzelfsprekend geachte westerse kapitalisme en hedonisme in fatale botsing komt met de ophopende frustraties uit de rest van de wereld.
Wie haalt de ‘Beste 21 Boeken’? U leest het morgen in De Morgen.
Lees ook
Geselecteerd door de redactie