Vechtpartij Brusselse jongeren in Blankenberge: "Individueel gedrag niet veralgemenen naar grote groepen"
Bij de vechtpartij in Blankenberge waren een 50-tal jongeren uit Brussel betrokken, mogelijk leden van een jongerenbende Professor criminologie Elke Van Hellemont wil voorzichtig zijn met die term en wijst erop dat het geweld van zaterdag in Blankenberge geen typisch gedrag is voor stadsbendes. "Een veel nuttigere manier om dit te bespreken is gewoon kijken naar het gedrag dat gebeurd is en zeggen dat we dat niet aanvaarden."
Het gevecht van zaterdag in Blankenberge brengt de problematiek van jongerenbendes in Brussel opnieuw naar boven. Elke Van Hellemont is professor Criminologie aan de universiteit Kent van Canterbury en bestudeert deze problematiek al jaren. Ze vindt dat we voorzichtig moeten zijn wanneer we over jongerenbendes spreken, omdat het moeilijk te zeggen is wie daarbij hoort. “Een veel nuttigere manier om dit te bespreken is gewoon kijken naar het gedrag dat gebeurd is en zeggen dat we dat niet aanvaarden. Ongeacht of die mensen nu tot een stadsbende behoren of tot om het even welke andere groep.”
Bendegroepen zijn natuurlijk ontstane groepen van vrienden en daar zitten natuurlijk enkele heethoofden bij. In dit geval waren het er twee of drie, maar zij bepalen nu het beeld van al die jongeren, wat jammer is
Van Hellemont benadrukt dat men zich moet afvragen wat een bende is, wie daartoe behoort en wat de activiteiten van die groep zijn. “Bendegroepen zijn eigenlijk natuurlijk ontstane groepen van vrienden en in die groepen zijn er natuurlijk enkele heethoofden. In dit geval waren het er twee of drie, maar zij bepalen nu het beeld van al die jongeren, wat jammer is. Ik zie ook filmpjes dat veel jongeren andere jongeren proberen tegen te houden.”
Volgens Van Hellemont is het geweld van zaterdag in Blankenberge niet typisch voor bendes. “Wanneer we het over bendes hebben, gaat het ook over een andere vorm van geweld die jongeren voornamelijk elkaar aandoen. Dus groepen die tegen elkaar vechten waarbij dat eigenlijk de betekenis van het geweld moeilijk te zien en te begrijpen is”. De term ‘bende’ wordt te gemakkelijk toegepast en brengt volgens haar schadelijke gevolgen met zich mee. “Niet elk gedrag dat een bendelid pleegt, komt doordat hij in een bende zit. Niet al die jongeren hebben daaraan deelgenomen. Nu uithalen naar ‘de Brusselse jongeren’, alsof hun Brusselse afkomst het geweld verklaart, is fout.”
Territorium
Bendes worden vaak aan een territorium gelinkt, maar Van Hellemont stelt dat dat niet volledig klopt. Het gaat vaak over jongeren die elkaar leren kennen in hun buurt. In het geval van de sociale woonblokken in Brussel gaat het over kleine appartementen waardoor de jongeren op vroege leeftijd naar het park trekken en hier hun vrienden leren kennen. “Er is eigenlijk ook veel trots rond de afkomst van een bepaalde deelgemeente in Brussel en dat gaat veel verder dan een stadsbende. Veel jongeren van Brussel vereenzelvigen zich wel makkelijk met de gemeente waarin ze wonen en zo ontstaat dat idee van ‘ze hebben hun territorium’.”
