Google en Snapchat zijn winnaars van Facebook-advertentieboycot

Bedrijven die hun advertenties van Facebook haalden in juli, trokken met het vrijgekomen geld vooral naar Google. Maar ook sociale media als Snap konden profiteren van de ban.

Dat blijkt uit cijfers van het reclame-agentschap Tinuiti, dat meer dan 1,5 miljard dollar (1,3 miljard euro) aan advertentiegeld beheert. 26 procent van zijn klanten pauzeerde zijn Facebook-campagnes.

#StopHateForProfit

In juli trokken bedrijven massaal hun advertenties terug van Facebook onder de hashtag #StopHateForProfit. Velen waren het niet eens met het beleid rond haatdragende berichten. In de nasleep van de Black Lives Matter-protesten waren er heel wat racistische berichten te vinden op Facebook en het sociale netwerk greep daar te weinig op in, was de teneur.

CEO Mark Zuckerberg liet al weten dat hij zijn beleid wil herbekijken, maar kwam nog niet met concrete plannen. Een woordvoerder zei dat Facebook zijn beleid niet aanpast onder druk.

Merendeel terug

Ondertussen is het merendeel van de adverteerders terug, iets wat Zuckerberg had voorspeld, maar andere sites hebben kortstondig kunnen profiteren van de boycot. 40 procent van de Tinuiti-klanten die zijn reclame van Facebook haalde, zette zijn advertenties op Google en 24 procent ging ermee naar andere sociale media, in het bijzonder de kortevideo-app Snapchat en Pinterest.

36 procent hield zijn geld gewoon bij en 8 procent gaf aan het later op het jaar opnieuw aan Facebook te willen geven.

Grote namen

Onder de boycotters waren grote namen als Starbucks en Disney. Ook de Belgische auto-invoerder D’Ieteren verwijderde zijn reclame van het platform.

In juli gingen de reclame-inkomsten op Facebook zelf 36 procent onderuit, dochter Instagram verdiende 30 procent minder aan reclame.

Meer