Trump verleidt Amerikaanse multinationals met cash tot een terugkeer naar het thuisland

De Amerikaanse president Donald Trump moedigt bedrijven aan om hun fabrieken uit China weg te halen en terug te brengen naar de Verenigde Staten. In ruil daarvoor wil hij hen belastingvoordelen geven. Als ze weigeren, kunnen ze hun overheidscontracten verliezen.

Maandagavond hield Donald Trump een toespraak waarin hij opnieuw de handelsrelatie met China aanviel. Dit keer viseerde hij echter geen Chinese bedrijven, maar Amerikaanse. Vele Amerikaanse ondernemingen verhuisden hun productie de voorbije jaren geleden naar China om te profiteren van de lage productiekosten. Het gaat onder meer om kleppers zoals Nike, Apple, General Motors en vele anderen.

Handelsklimaat veranderd

Door de coronacrisis is de export vanuit China complexer geworden. Het land werd als eerste getroffen door het virus en er werden een zeer strikte beperkingen opgelegd. De fabrieken lagen volledig stil. Deze situatie heeft ertoe geleid dat bedrijven naar andere Aziatische landen zijn verhuisd. Bovendien is de levensstandaard in China iets gestegen, evenals de lonen. Arbeid is daardoor goedkoper in omringende landen als Vietnam, Cambodja, India, Bangladesh en Maleisië.

Bedrijven verlaten China wel, maar vinden de weg naar de Verenigde Staten niet.

Dat is echter wat Trump wil. De president wil werkgelegenheid naar zijn land halen. Hij hoopt met belastingvoordelen bedrijven te lokken. ‘We hebben de grootste economie in de geschiedenis van de wereld opgebouwd en nu moet ik het allemaal opnieuw doen’, zei hij.

Het doel: 10 miljoen banen in 10 maanden. ‘We gaan onze afhankelijkheid van China beëindigen’, voegde hij eraan toe. Gezien het aantal Amerikanen dat hun baan verloor op het hoogtepunt van de Covid-19-crisis, is de ambitie begrijpelijk. Of het haalbaar is, is een andere vraag.

Meer