Direct naar artikelinhoud
Analyse

Kan regisseur Christopher Nolan de bioscoop redden?

'Tenet', de langverwachte nieuwe blockbuster van 'Inception’- en 'The Dark Knight'-regisseur Christopher Nolan.Beeld RV

Als er één film wordt belast met het redden van de bioscoop, is het Tenet wel. Het is een rol die regisseur Christopher Nolan met plezier op zich neemt: het brein achter The Dark Knight en Inception is een hevig voorstander van de collectieve verwondering die het grote scherm biedt.

“Als mensen aan films denken,denken ze eerst aan de sterren, de studio’s, de glamour. Maar de filmindustrie draait om iedereen: om de mensen die aan de kassa zitten, die het materiaal doen draaien, die tickets scheuren, die films boeken, die advertenties verkopen en die de wc’s in je plaatselijke bioscoop poetsen.” 

Dat schreef Christopher Nolan (50) in maart in The Washington Post. Voor Nolan is de bioscoop “een vitaal onderdeel van het sociale leven, die aan velen werk biedt en aan iedereen entertainment. Als filmmaker kan mijn werk nooit voltooid zijn zonder die werkenden en het publiek dat ze verwelkomen.”

 Al jaren is de bejubelde Brits-Amerikaanse regisseur van onder andere The Dark Knight en Inception een van de fanatiekste verdedigers van het oude bioscoopmodel en de ervaring die een cinemavertoning kan bieden. Met de release van zijn nieuwe megaproductie Tenet, die woensdag in première gaat in een aantal Europese landen en op 3 september voor het eerst te zien zal zijn in de VS, moet hij dat model nu ook van de ondergang redden.

De Britse regisseur Christopher Nolan, vorig jaar op het festival van Cannes.Beeld AFP

De bioscoopindustrie zit in de hoek waar de klappen vallen: in heel wat landen blijven de zalen dicht door het coronavirus, of kunnen ze maar een beperkt aantal bezoekers toelaten. Veel bezoekers blijven ook weg, door de maatregelen en het magere filmaanbod: om een flop te vermijden, besloot Disney dan ook om Mulan, die andere grote release van deze zomer, uit te brengen op Disney+ in plaats van in de bioscoop. Maar voor Nolan was een video on demand-release van Tenet nooit een optie. Bij de release van Dunkirk (2017) hekelde hij het businessmodel van streamingplatform Netflix, dat te weinig investeerde in bioscoopfilms. Nu moet Tenet weer voldoende volk naar de bioscoop lokken om de industrie in leven te houden.

Verwondering

Nolans filmcarrière begon in 1998, met de low-budgetfilm Following, en kwam in een stroomversnelling terecht met de psychologische thriller Memento (2000). Het zaadje voor een loopbaan als filmregisseur werd echter veel eerder gepland. “De eerste James Bond-film die ik in de bioscoop zag, was The Spy Who Loved Me, met Roger Moore. Dat is één van mijn favorieten”, vertelde hij afgelopen week op een virtuele persconferentie. “Ik was zeven toen ik die film met mijn vader in de bioscoop ging bekijken. Wat ik me herinner van die ervaring, is het gevoel dat het mogelijk leek om door het scherm te springen, naar eender waar in de wereld te reizen en de meest fantastische dingen te zien. Het was puur escapisme. Een groot deel van mijn carrière heb ik geprobeerd om terug te keren naar dat gevoel, om het publiek deel te laten uitmaken van die verwondering en van de mogelijkheden die films bieden.”

Aan de University College of London (UCL) was Nolan voorzitter van de Film Society: samen met zijn vrouw (en vaste filmproducent) Emma Thomas organiseerde hij screenings, vaak van grote Hollywoodfilms: de opbrengst gebruikte hij om zijn eerste kortfilms te financieren. Vijftien jaar later mocht hij met de Batman-reboot Batman Begins (2005) voor het eerst zélf een blockbuster draaien.

Elizabeth Debicki en John David Washington in 'Tenet'.Beeld AP

Nolan moest opereren binnen de grenzen van een grote Amerikaanse studio en was verantwoordelijk voor een budget van 150 miljoen dollar, en toch slaagde hij erin om een product af te leveren dat tegelijk breed toegankelijk en licht eigenzinnig was. Waar de regisseurs van de films uit de Marvel-stal een te individualistische stijl moeten opgeven om een vakkundig gemaakt massaproduct af te leveren, maakte Nolan het mogelijk om het concept ‘blockbuster’ te rijmen aan de unieke visie van een filmauteur. De postume Oscar voor Heath Ledger in opvolger The Dark Knight (2008) – de eerste in een van de grote categorieën voor een superheldenfilm – bewees hoe glansrijk Nolan in zijn opzet slaagde.

Het kritische en commerciële succes van The Dark Knight leverde Nolan een unieke status op: hij maakt spektakelfilms met een miljoenenbudget, maar dan op zijn eigen voorwaarden, zoals Inception (2010) – een heist movie die zich afspeelt in een droomwereld – en Interstellar – een sciencefictionfilm die astronomische en existentiële vragen stelt. Nolan is een zeldzame filmauteur, met geheel eigen thema’s, motieven en een carte blanche, die opereert in de hoogste echelons van Hollywood.

Sombere toekomst

Sindsdien staat Christopher Nolan gelijk aan intelligent spektakel. En vooral: ouderwets spektakel. Hij heeft een voorliefde voor de immensiteit van een IMAX-scherm – “het beste filmformaat ooit” – en zijn films vallen op door hun grote set pieces: van de salto van een vrachtwagen in The Dark Knight, over het gevecht in een rondtollende hotelgang in Inception, tot een scène in Tenet waar een vrachtvliegtuig tegen een hangar crasht. Al die scènes werden grotendeels opgenomen in echte decors, tonen echte stunts en halen hun schijnbaar onmogelijke acties uit slim camerawerk en optisch bedrog.

Zijn goochelaarsfilm The Prestige (2006) was in die zin een ode aan de kracht van illusie en optische trucs. “Oudere technieken werken beter”, betoogde Nolan tegenover Variety. “Bij visuele effecten zien de hedendaagse technieken er na een tijdje goedkoper uit. En het oog van het publiek is meedogenloos.” Om niet van CGI afhankelijk te zijn, kocht zijn vrouw voor Tenet zelfs een echte Boeing 747.

Ook al verlegde hij grenzen in het Amerikaanse studiosysteem, Nolan blijft dus een traditionalist. In een industrie waar steeds vaker en steeds sneller voor digitale camera’s wordt gekozen, zweert hij bij opnames en vertoningen op ouderwetse pellicule: samen met Quentin Tarantino overhaalde hij Kodak zelfs uiteindelijk om 35mm-film te blijven produceren. De 3D-hype zette hij dan weer weg als “bedrog”, en van computer generated imagery (CGI), de belangrijkste acteur in de hedendaagse Hollywoodfilm, moet hij niet weten. “Hoe gesofisticeerd CGI ook is,” vertelde hij aan de Director’s Guild of America, “als je geen fysieke elementen hebt opgenomen, zal het aanvoelen als animatie.”

Sombere toekomst
Beeld RV

De magie van klassiek Hollywood heeft de Dunkirk-regisseur tot nu toe levend kunnen houden. Nu komt het erop aan om met Tenet genoeg volk naar de bioscoop te lokken om te vermijden dat bioscopen, waar hij zo in vervoering raakte van The Spy Who Loved Me, weldra tot het verleden behoren. In 2014 schreef hij overigens al een opiniestuk voor The Wall Street Journal, waarin hij waarschuwde voor de sombere toekomst van de cinema. “Een cinemavertoning is voor de filmindustrie wat live-concerten zijn voor de muziekindustrie”, schreef hij toen, “en niemand gaat naar een concert waar een mp3’tje wordt afgespeeld op een leeg podium.”

Zes jaar later zette hij die boodschap in The Washington Post andermaal kracht bij. “De afgelopen weken hebben ons eraan herinnerd dat er delen van het leven zijn die veel belangrijker zijn dan naar de cinema gaan. Maar, als je je bedenkt wat bioscopen aanbieden, zijn dat er misschien niet zo veel”, beargumenteert Nolan. “Als deze crisis voorbij is, zal de nood aan collectief, menselijk engagement, de nood om samen te leven en lief te hebben en te lachen en te huilen, krachtiger zijn dan ooit.”