Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOnderwijs

Was de scholen maximaal openen wel zo’n goed idee?

Leerlingen van de Middenschool Voskeslaan in Gent.Beeld Wouter Van Vooren

Ze zijn weer open. Maar een virusuitbraak in onze scholen ligt volgens virologen altijd op de loer. Sterker: binnen de week zullen de eerste besmettingen gemeld worden. Is het dan wel zo’n goed idee om alle leerlingen weer naar de les te laten gaan?

en

Ze willen het vaak niet met zoveel woorden toegeven, maar veel spelers in het onderwijsveld slapen slecht. Ondanks alle draaiboeken en voorbereidingen blijft dit schooljaar een stap in het onbekende. Het is de ongemakkelijke waarheid achter de schoolopening: het is één groot experiment, met de bedoeling alle kinderen zo veilig en zo lang mogelijk fysiek les te geven. Hoe het zal uitdraaien, weet niemand. 

De veiligste weg is ongetwijfeld de scholen nog een jaartje dichthouden. Maar de schade die dat zou aanrichten bij een hele generatie kinderen, zowel cognitief als sociaal, is immens. “Het is een voortdurende afweging tussen twee belangrijke waarden”, zegt viroloog Marc Van Ranst. “Enerzijds de gezondheid, anderzijds onderwijs. En we moeten daar eerlijk in zijn: we proberen de risico’s zo laag mogelijk te houden, maar die helemaal elimineren kunnen we niet.”

Het is een redenering die niet alleen in ons land wordt gevolgd. Ook in Frankrijk, Italië, Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk is beslist om de scholen zo maximaal mogelijk te openen. Alle ogen zijn nu op Duitsland gericht. Daar zijn de scholen al enkele weken open, wat dus een goede voorspeller kan zijn voor wat bij ons staat te gebeuren.

Geen ernstig zieken

Het loopt goed, althans globaal gezien. In Berlijn bijvoorbeeld kregen in twee weken 39 van de in totaal 803 scholen te maken met een besmetting. In totaal raakten 49 leerlingen en leerkrachten besmet. Zo’n 600 van de 366.000 leerlingen in de Duitse hoofdstad moesten een tijdje in quarantaine en misten dus alweer school. Maar, in die twee weken zijn er nog geen zware uitbraken of ernstig zieken gemeld. Daaruit leiden de Duitse autoriteiten af dat hun aanpak, gebaseerd op veel en gratis testen gecombineerd met een performante contactopsporing, goed werkt.

Wat niet wil zeggen dat het ‘op het veld’ makkelijk gaat. Dat blijkt uit een getuigenis van een directeur van een Berlijnse school in The New York Times. Na amper twee dagen les blijkt een leerlinge besmet te zijn. “Dus startten we het protocol op”, zegt directeur Dirk Kwee. “De kinderen van haar klas, die net voor het eerst in vijf maanden turnles hadden, werden één voor één naar de kleedkamer gebracht om zich om te kleden en naar huis te bellen.” Een dag later wordt de hele klas getest en nog een dag later blijkt iedereen negatief.

De opluchting is groot, vooral omdat het allemaal snel duidelijk werd. Maar net op het ogenblik dat de directeur zichzelf toelaat om opgelucht te ademen, blijkt een leerling uit een andere klas positief en begint alles van voren af aan.

De ontsmettende gel staat klaar op school.Beeld Wouter Van Vooren

Dat staat wellicht ook onze scholen en onze leerlingen te wachten. Volgens Van Ranst zal het geen week duren vooraleer de eerste besmettingen op school gemeld worden. Ook volgens biostatisticus Geert Molenberghs (UHasselt) zou het een mirakel zijn als er geen besmettingen plaatsvinden op scholen. Hij berekende dat in een stad als Antwerpen bijvoorbeeld in één op de vijf klassen een besmette scholier zonder symptomen zit. Dat is uiteraard een schatting, maar het toont vooral aan dat we voorzichtig moeten blijven, meent professor Molenberghs. “Het zal het kwestie zijn van niet te panikeren”, vindt hij, “en niet meteen de hele school te sluiten.”

Twijfel over draaiboek

Microbioloog Herman Goossens (UAntwerpen) is vooral bang dat we bij een besmetting of uitbraak in chaos gaan belanden, zei hij eerder in De Morgen. “Mensen die elkaar beschuldigen, die vinden dat de scholen weer dicht moeten en dat de experts hen van alles hebben wijsgemaakt. Daarom zeg ik duidelijk: ja, er zullen uitbraken zijn. Maar we moeten wel klaarstaan met een glasheldere strategie: wat doen we als het misloopt?”

Een strategie is er wel degelijk. Daar hebben minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) en het onderwijsveld zelf voor gezorgd. Of die glashelder kan worden genoemd, is wel de vraag. 

Het draaiboek ‘Wat te doen bij een besmetting op school’ ziet er niet bepaald geruststellend uit. Als een leerling besmet blijkt, dan wordt het callcenter van de contactspeurders verwittigd. Dat is de organisatie die de afgelopen maanden al volop kritiek kreeg. De contactspeurders moeten namelijk in kaart brengen met wie een besmette persoon allemaal contact heeft gehad. Hoofdklacht was dat alles veel te traag verliep. Dat kwam deels omdat de opgebelde burgers niet altijd meewerkten, en deels omdat het systeem zelf en de verwerking van de gegevens niet goed bleken te werken.

Bij het Agentschap Zorg en Gezondheid, dat verantwoordelijk is voor de contactopsporing, zijn ze vandaag wel stellig. De kinderziekten in het systeem zijn eruit. Alles zou nu naar wens moeten werken.

In elk geval staan de contactspeurders niet alleen. Het callcenter brengt bij een besmetting meteen ook het lokale Centrum voor Leerlingenbegeleiding (CLB) op de hoogte. Terwijl de contactspeurders hun werk buiten de schoolmuren doen, is het de taak van de CLB-arts om binnen de muren de contacten in kaart te brengen. De samenwerking tussen beide organisatie liep tot nu toe niet altijd goed. Maar volgens Stefan Grielens, directeur van de vrije CLB’s, zijn er vandaag wel betere afspraken gemaakt. Hij heeft er alle vertrouwen in.

Toch blijven er vragen. In Duitsland bijvoorbeeld worden in sommige deelstaten mobiele teams naar de scholen gestuurd om ter plaatse leerlingen en leerkrachten te testen. Op die manier kan de overheid een eventuele clusterbesmetting veel beter opvolgen, is de redenering.  Bij ons gebeurt dat niet, waardoor alle informatie over wie wel en wie niet besmet is volledig versnipperd zal binnenkomen. Professor Goossens pleitte al eerder om het testen van leerlingen meer gecoördineerd te laten verlopen.

Testen, testen, testen

In Nederland werden al volledige klassen naar huis gestuurd omdat leraars snotterden en eerst getest moesten worden vooraleer ze weer voor de klas mochten staan. Hoe sneller het resultaat van de test binnenkomt, hoe sneller kinderen weer les krijgen. Ook daarvoor houden velen bij ons het hart vast. Onderwijsminister Weyts benadrukte al dat minister Philippe De Backer (Open Vld), die de taskforce testing leidt, testcapaciteit vrijmaakt voor de scholen. Hoe groot die capaciteit zal zijn en hoe snel de resultaten verwerkt kunnen worden, is op dit ogenblik niet duidelijk. 

Biostatisticus Geert Molenberghs: “Het zal het kwestie zijn van niet te panikeren en niet meteen de hele school te sluiten."Beeld Thomas Nolf

Dan is er nog de steeds veranderende context. Bij de beslissing om de scholen maximaal te openen, wisten we bijvoorbeeld niet dat er ook herbesmettingen met covid mogelijk zijn. En pas laat in de zomervakantie sijpelde het besef echt door dat ventilatie van schoolgebouwen een groot probleem kan worden. 

Hebben we dan niet te snel beslist om maximaal te openen? We hadden op vrijdag 14 augustus niet de info die we nu hebben. 

Zo mogen we in een crisis als deze niet redeneren, meent Grielens. “De situatie verandert voortdurend, waardoor scenario’s en noodplannen steeds aangepast dienen te worden. Ik zeg altijd tegen mijn mensen: download de protocollen niet om in je tas te stoppen en die boven te halen wanneer het nodig is. Als het nodig is, log in in het systeem en bekijk daar de protocollen. Dan ben je zeker dat je de allerlaatste versie hebt. Want morgen kunnen de plannen alweer helemaal anders zijn.”

Veel vragen dus. Maar dat verandert weinig aan de basisstelling dat er dit schooljaar zo veel mogelijk kinderen zo vaak mogelijk op die schoolbanken moeten zitten. “Dit spook zal nog lang boven ons hoofd hangen, want een vaccin lijkt niet voor morgen”, zegt cognitief psycholoog Wouter Duyck (UGent). “We moeten hier dus mee leren te leven. Nog eens lange tijd half onderwijs aanbieden, wordt echt dramatisch. Dan dreig je een generatie te krijgen waarvan de kansen op hoger onderwijs en arbeidsmarkt ernstig gehypothekeerd zijn.”

We kunnen dus niet anders dan die scholen maximaal te openen, is zo’n beetje de consensus bij de experts. Ook al weten we dat er risico’s bestaan en dat het fout kan lopen. “We zitten nu eenmaal in een bepaalde realiteit”, zegt Van Ranst. “Je kunt gewoon niet zeggen: we gaan een heel jaar de school niet opendoen. Maar nul risico bestaat niet.”