Direct naar artikelinhoud
Werk

‘Een kantoor is een onmenselijke plek’: auteur Simon Kuper werkt al 22 jaar thuis en hij weet deksels goed waarom

‘Een kantoor is een onmenselijke plek’: auteur Simon Kuper werkt al 22 jaar thuis en hij weet deksels goed waarom
Beeld NYT/Chris Maggio

Simon Kuper werkt al 22 jaar thuis. De Brits-Nederlandse columnist van de Financial Times betoogt in een essay dat niet op kantoor werken een nieuwe, leukere wereld met zich meebrengt. ‘Door thuiswerk krijg je méér sociale contacten.’

Begin januari 1995 trok ik een nieuw pak aan, en nam ik de Londense underground naar het kantoor van mijn werkgever, de zakenkrant Financial Times. Mijn eerste baan was tevens mijn eerste kennismaking met het kantoorleven. Al gauw stond ik versteld van de inefficiëntie: de hele dag leidden collega’s elkaar af met roddels, flirts, gezeur over de baas, zinloos vergaderen, en klachten over het verkeer. Ze dachten: ik moet hier toch acht uur per dag zitten, want de werkgever wil me in het oog houden, dan ga ik in elk geval lol trappen.

Ik vond het gebouw een onmenselijke omgeving: iedereen droeg formele kleren, de ramen gingen niet open, het eindeloze zitten schaadde de gezondheid, en in de winter was mijn contact met daglicht beperkt tot de twee minuten waarin ik ’s ochtends naar de metro liep.

Nieuwe wereld

In 1998 zei ik het kantoorleven vaarwel. Ik bleef voor The Financial Times werken, maar vanuit mijn eigen flat. Toen ik na een tijdje doorkreeg dat ik mijn werk overal kon uitvoeren, en niet aan het peperdure Londen was gebonden, kocht ik een goedkope flat in Parijs. Ik bleef mijn stukjes opsturen. Volgens mij heeft de krant jarenlang niet eens gemerkt dat ik was geëmigreerd.

Na 22 jaar thuiswerken word ik nu eindelijk door de rest van de wereld ingehaald. Het kantoorleven zal ook na de pandemie slechts in beperkte mate terugkeren, en het krijgt een nieuwe vorm. Dat verandert alles: de werkdag, het privéleven, familierelaties, de economie, maar ook de geografie van onze steden en woonwijken.

De laatste zes maanden is gaandeweg duidelijker geworden hoe de nieuwe wereld er zal uitzien. Er komt een permanente verschuiving naar thuiswerken, voorspelde 86 procent van algemeen directeuren van Britse bedrijven in een recente peiling van de consultancybedrijf PwC. Sommige werknemers zullen weliswaar hele weken op kantoor blijven draaien, maar anderen slechts twee of drie dagen per week, en velen helemaal niet meer. Facebook zegt bijvoorbeeld dat over vijf of tien jaar de helft van zijn werknemers waarschijnlijk zal thuiswerken.

De meeste kantoorwerkers waren klaar voor de verandering. Daten, vriendschap, winkelen en spelletjes spelen (‘gamen’) waren al grotendeels virtueel geworden, en veel kantoorwerk bestaat sinds de jaren 90 uit virtuele taken. De techervaring was er dus al.

Stressvol

Dat bleek dit voorjaar tijdens de ongeplande en bliksemsnelle overgang naar het thuiswerken. De transitie was vooral stressvol voor ouders, omdat de scholen gesloten waren. Maar toch: ‘Veel mensen zijn verrast door hoe snel en effectief technologieën voor videoconferenties en andere vormen van digitale collaboratie werden opgepakt’, schrijven managementconsultants van McKinsey in een rapport over thuiswerken. ‘Voor velen waren de resultaten aanmerkelijk beter dan verwacht.’

Wat blijkt: de meeste werknemers zijn thuis minstens even productief als voorheen op kantoor. Zonder al het geklets op kantoor blijft er thuis meer tijd over voor zinvolle activiteit. In 2014 bracht de meerderheid van managers minstens 20 uur per week in vergaderingen door, volgens een studie van Bain & Company. Vergaderingen op Zoom zijn korter en efficiënter.

En de meeste werknemers zijn blij met thuiswerken. In Nederland bijvoorbeeld wil bijna een kwart fulltime vanuit huis werken, en nog eens 38 procent een of meer dagen per week, volgens een peiling van softwarevergelijker Capterra. Volgens internationaal onderzoek van McKinsey zegt 80 procent van de ondervraagden te genieten van het thuiswerken. In je eigen woning ben je immers autonoom, je kunt werken op tijden die je zelf goed uitkomen (om 5 uur ’s ochtends als dat je ding is, of als de kinderen naar bed zijn), en vooral: je bent af van het forenzen.

Van seks tot reizen

In 2006 vroegen de psycholoog Daniel Kahneman en de econoom Alan Krueger negenhonderd Texaanse vrouwen alledaagse activiteiten te rangschikken van leuk tot niet leuk. Seks eindigde op de eerste plaats, forenzen was nummer laatst. ’s Ochtends reizen bleek ‘bijzonder onaangenaam’, schrijven de auteurs.

Simon Kuper: ‘Als we de transitie goed uitvoeren, zullen de nieuwe thuiswerkers meer vrije tijd én meer werktijd hebben, efficiënter werken, groener leven, leuker wonen en meer sociale contacten hebben.’Beeld Leila Kuger

Veel voormalige pendelaars lijken de uren die ze vroeger in het verkeer doorbrachten nu aan werk te wijden: het ziet ernaar uit dat de gemiddelde werkweek met het thuiswerken een paar uur langer is geworden. En als de kinderen zoals nu weer gewoon op school zitten, zal ouderschap zonder forenzen een stuk makkelijker worden.

Wel is er onder thuiswerkers een scheiding der geesten tussen introverten en extraverten. Voor de introverten is het feest: hele dagen alleen, en geen vergaderingen meer waar luidruchtige extraverten de dienst uitmaken. Extraverten daarentegen houden 100 procent thuiswerken niet lang vol. Een kantoor is een inefficiënte werkplek, maar wel een efficiënte plek om vrienden en romantische partners te ontmoeten. Die sociale functie zal op andere manieren moeten worden opgevangen.

Als thuiswerken de norm wordt, zullen meer cafés, restaurants en verzamelkantoren van stadscentra naar woonwijken verhuizen. Veel mensen die niet thuiswerken – denk aan kassiers, schoonmakers en horecapersoneel – zullen de thuiswerkers achterna moeten.

Ontspanning

De woonwijken zullen ook meer yogastudio’s, sportterreinen en danszalen krijgen, als respons op de grotere behoefte aan gezelschap en de extra tijd voor ontspanning tussen de bedrijven door.

De grootste maatschappelijke verschuivingen als gevolg van thuiswerken moeten echter nog komen. Weinig mensen hebben de tijd gehad om zichzelf de vraag te stellen: wat kan ik in mijn leven veranderen nu ik zelden of niet meer naar kantoor hoef? Vooralsnog woont bijna elke werknemer nog op dezelfde plek als voor de pandemie. Maar voor veel nieuwe thuiswerkers is dit de kans om alles overhoop te gooien.

Plotseling is er heel veel mogelijk. Als de baas straks zegt dat thuiswerken permanent wordt, dan kan dat het moment zijn om naar een reusachtige en betaalbare boerderij op het platteland te verhuizen, of zelfs naar een ander land. Ik vroeg urbanist Richard Florida, hoogleraar in Toronto, waar thuiswerkers naartoe zullen trekken. “Naar leuke plekken”, zei hij. Dat kan een schilderachtig dorp zijn, maar ook een mooie plek in het eeuwenoude centrum van een stad.

Verkoopprijs woning

Achtergebleven regio’s kunnen dankzij het thuiswerken een inhaalslag te maken. In vergeten gebied kun je her en der nog mooi en goedkoop wonen. Voor veel nieuwe thuiswerkers die rust en ruimte voor hun gezin zoeken, kan dat een oplossing zijn.

Verkoopprijs woning
Beeld NYT/Chris Maggio

Een eventuele volksverhuizing van thuiswerkers zal echter geleidelijk plaatsvinden. De meeste mensen die al een hypotheek en een leven hebben gekozen, zullen niet plotsklaps verhuizen. Maar de volgende generatie huizenbezitters begint met een schone lei. Het kan zijn dat een werkgever je minder betaalt als je in een goedkope plaats woont – dat is Facebook bijvoorbeeld van plan – maar het prijsverschil tussen de duurste woongebieden en de goedkoopste is zo groot dat je zelfs dan in de goedkoopste waarschijnlijk meer geld overhoudt.

Ook in het tijdperk van thuiswerken zullen grote steden echter blijven floreren. In de VS staan alleen in San Francisco nu veel meer woningen te koop dan voor de pandemie, merkt Florida op. Dat is dan ook de duurste stad van Amerika, en een plaats waar veel mensen een thuiswerkvriendelijke techbaan hebben.

Maar andere megapolen als New York, Parijs en Londen zijn ondanks de ontluikende recessie nog ongeveer even prijzig als voor de pandemie. In Amsterdam bijvoorbeeld worden nu iets minder woningen verkocht, maar is de gemiddelde koopsom 4,3 procent hoger in vergelijking met het hele jaar 2019.

Speelplaats

De grote stad zal wel van functie veranderen: van werkplaats naar speelplaats. De stedelijke winkelruimte was al aan het krimpen, omdat consumenten steeds meer online shoppen. Nu zal ook de kantoorruimte afnemen. Florida voorspelt ‘een slachting in de kantoorsector’.

Een topbankier in Australië mailde mij in april: ‘Binnen een dag of tien hebben we bijna 35.000 werknemers overgezet naar thuiswerken, in een systeem dat oorspronkelijk was ontworpen voor ongeveer 6.000 thuiswerkers. De kosten waren aanzienlijk. Nu die zijn betaald, gaan we nadenken over de ruimte die we niet meer hoeven te leasen.’ Zeker in een recessie zullen werkgevers – bedrijven, maar ook de overheid – hun best doen huurgeld te besparen.

De trend kan zijn dat kantoorgebouwen leegvallen, en uiteindelijk tot woningen worden verbouwd, zoals in de late 20ste eeuw met industriële gebouwen is gebeurd. Door een groter aanbod van woningen zouden de huizenprijzen in steden kunnen zakken. Ook kantoorruimtes zullen een ander aanzien krijgen, met bijvoorbeeld meer gemeenschappelijke ruimtes en minder bureaus. Het is namelijk zinloos om naar kantoor te gaan om daar achter een computer mails te beantwoorden of rapporten te schrijven. Dat kun je beter thuis doen. Je gaat in de toekomst incidenteel naar kantoor om ideeën en informatie uit te wisselen.

Een groot bedrijf zal straks een kleiner en gezelliger kantoor hebben, waar bijvoorbeeld de afdeling marketing op maandag samenkomt, de afdeling verkoop of dinsdag, enzovoort, en waar mensen af en toe afspreken met collega’s van andere afdelingen. In die bijeenkomsten plannen ze nieuwe projecten, of vertellen ze hoe het project gaat, en wat ze nodig hebben voor de volgende werkfase; maar de uitvoering doen ze thuis.

Speelplaats
Beeld NYT/Chris Maggio

Alleen jonge mensen zullen behoefte houden aan een dagelijks kantoorleven. Die moeten namelijk de bedrijfscultuur inhaleren, dagelijks bijsturing krijgen van mentoren, en andere collega’s leren kennen. Bovendien hebben ze in hun kleine flats vaak amper werkruimte. Het kan de norm worden om de eerste paar jaar van een dienstverband op kantoor door te brengen, en daarna geleidelijk aan in eigen huis te verdwijnen. De incidentele bezoeken aan het moederkantoor worden dan een soort uitje: je praat weer bij met collega’s, zonder dat je dagelijks aan ze gebonden bent.

Bizar

De trend naar thuiswerken lijkt duidelijk, maar we weten nog niet hoe hard het zal gaan. Voor de pandemie werkte zo’n 5 procent van Amerikaanse werknemers fulltime thuis. Volgens Florida gold dat in juni voor zo’n 40 procent. Zijn schatting: “Misschien de helft van hen, zo’n 20 procent – wat een grote toename is – zal op afstand blijven werken.”

Als we de transitie goed uitvoeren, dan zullen de nieuwe thuiswerkers meer vrije tijd én meer werktijd hebben, efficiënter werken, minder pendelen, groener leven, leuker wonen, en als we genoeg nieuwe ontmoetingsplaatsen buiten het werk creëren, meer sociale contacten hebben dan voorheen. Bizar dat daar een pandemie voor nodig was.

En wie betaalt mijn thuiskantoor?

Gaan we ooit weer als vanouds allemaal iedere dag naar kantoor? Ook al wordt corona verdreven, het thuiswerken bevalt veel mensen en bedrijven prima. Maar moet er geen thuiswerkvergoeding komen?

Nu thuiswerken voor veel kantoormensen nog langer gaat duren, dringt de vraag zich op: wat kost dat? Wel, zo’n 2 euro per dag. In dat bedrag zit extra gas, water en licht, wc-papier, de afschrijfkosten van bureau en stoel en zes kopjes koffie per dag. Peanuts? Op jaarbasis is de fulltimer toch al snel 520 euro extra kwijt.

Maar kan niet ook een deel van de huur of hypotheek vergoed worden als de werknemer thuis een werkkamer inricht? Als die kamer wordt gebruikt als werkkamer heb je er immers geen woongenot meer van. De fiscale regels bieden nu geen ruimte. Is het billijk dat de werkgever een deel van de woonlasten betaalt? In Zwitserland is de eerste rechtszaak al gewonnen door een thuiswerker die een deel van de huur claimde bij de baas.

Een aparte kostenvergoeding voor telewerk is bij ons op dit moment wettelijk niet verplicht. Werkgevers hebben wel de mogelijkheid om een belastingvrije vergoeding van maximaal 129,48 euro per maand uit te betalen. Ondanks het vele thuiswerken in de voorbije periode waren werkgevers niet bepaald happig om die vergoeding uit te keren.

Met de volgende reden, volgens Sarah De Groof, senior consultant bij Acerta: “Vóór deze hele crisis werd die vergoeding vooral gezien als een middel om werknemers te overtuigen om enkele dagen thuis te blijven, zodat er op kantoorruimte bespaard kon worden.”

Nu is dat middel niet vereist – want ‘sterk aangeraden’ door de overheid – en blijven de kantoren overeind.

Bovendien zien veel werkgevers dat forfaitaire bedrag van 129,48 euro vooral als een optimalisatie van het loon. “Dat is goedkoper dan extra brutoloon. En in mijn ervaring wordt vaak voor het maximale bedrag gekozen.”