"Bezet volk heeft het recht zich te verweren"

© *

1 / 2
thumbnail: null
thumbnail: null

Een uitspraak op sociale media van Dyab Abou Jahjah, waarin hij de dodelijke aanslag in Jeruzalem geen terrorisme maar een legitieme reactie tegen de Israëlische bezetter noemde, heeft niet alleen bijval geoogst maar ook veel kwaad bloed gezet. Staatssecretaris Theo Francken (N-VA) noemt de reactie van Abou Jahjah “ziek”. De Standaard geeft te kennen de columns van de man niet langer te zullen publiceren. In een interview aan Terzake verdedigde Jahjah zijn standpunt. Daar stelde hij dat een bezet volk volgens de Vierde Conventie van Genève wel degelijk het recht heeft zich te verweren tegen de bezetter.

gn, gjs, adm

“By any means necessary! #Free Palestina “, postte de Belgisch-Libanese publicist en activist Dyab Abou Jahjah op zijn Facebook nauwelijks enkele uren nadat een Palestijn met een truck was ingereden op Israëlische militairen. Daarbij kwamen zeker vier mensen om het leven en werd de dader doodgeschoten.

Het leek er op alsof Abou Jahjah daarmee de dodelijke aanslag leek goed te keuren. Enkele uren later verduidelijkte hij zijn uitspraak in een blog met tien punten. “Een aanval op de bezetting van soldaten in bezet gebied is geen terrorisme. Het is een wet. Elke Palestijnse burger, net als elke burger in de wereld, die onder een illegale militaire bezetting moet leven, heeft het recht om zich te verzetten tegen die bezetter. Dat recht wordt verzekerd door de internationale conventie van Genève.”

Jahjah zegt dat hij “ zich persoonlijk niet verheugt in de dood van een mens, ook niet als het om een soldaat van een bezettende macht gaat of een moordenaar. Ik zou me ook niet verheugen in de dood van nazi-soldaten als ik in de jaren veertig zou leven.”

“Geen terreuractie”

Maar volgens Abou Jahjah wijst alles erop dat de aanval een daad van Palestijns verzet is en geen terreuractie van ISIS. Hij zou het erg jammer vinden dat zou blijken dat de actie toch was geïnspireerd door ISIS. “ISIS is een fascistische terreurgroep die erom gekend staat de strijd te kapen van onderdrukte bevolkingsgroepen.

Jahjah vindt ook niet dat we de aanslag moeten vergelijken met gelijkaardige ISIS-acties met een vrachtwagen als wapen, zoals op de dijk in Nice en op de kerstmarkt in Berlijn. “Als we echt willen dat de Palestijnen klassieke oorlogswapens gebruiken, dan moeten we misschien overwegen om hen degelijk te bewapenen. Maar hen bijna ongewapend over te laten aan de Israëlische vernietigingsmachine en dan een preek af te steken over de methodes die de Palestijnen gebruiken, is compleet van de pot gerukt.”

“Keuze voor het kalifaat”

Abou Jahjah kreeg heel wat bijval voor zijn bericht onder zijn volgers. Maar anderen reageerden heel afwijzend. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken reageerde scherp op Twitter. Volgens hem toont dit bericht dat Abou Jahjah de “keuze voor het kalifaat” maakt. “IS-terreur verheerlijken, als het maar tegen Israel is, is alles goed.”

Dat Abou Jahjah ISIS veroordeelt als “fascistische terreurgroep”, lokt bij Francken de ironische bedenking uit: “Hamas is natuurlijk geen fascistische terreurgroep...”

De politici van PVDA die de berichten van Abou Jahjah liken, noemt Francken dan weer “extreem-linkse nitwits”.

Gedumpt door De Standaard

De Standaard besliste maandag dat het de wekelijkse column van Abou Jahjah niet langer zal publiceren. “Met zijn tweet plaatst hij zich buiten de grenzen van het publieke debat dat De Standaard op haar eigen platformen wil voeren”, staat te lezen op de website van de krant.

De uitspraak van Jahjah deed heel wat stof opwaaien op sociale media. Maar het is niet omwille van de controverse dat De Standaard niet meer verder gaat met Jahjahs columns. “Wij vinden het belangrijk de marge van dat debat zo breed mogelijk te maken. Ook en vooral die stemmen aan het woord te laten die fundamenteel tegendraads zijn en die de consensus uitdagen. Het is logisch dat die stemmen weerstand oproepen”, schrijft hoofdredacteur Karel Verhoeven.

Maar er zijn limieten, oordeelt de krant. “Aan het brede debat zijn grenzen, en die liggen voor ons bij het ondersteunen van geweld zonder onderscheid.”

De Libanees Jahjah verblijft al een geruime tijd in België. Sinds drie jaar schrijft hij een wekelijkse column in de krant van Mediahuis. Maar zijn visie over het Palestijns-Israëlisch conflict heeft al verschillende malen voor ophef gezorgd. Ook in Nederland is Jahjah geen onbesproken figuur. Door de komst van de voorman van de Arabische Europese Liga naar de Nederlandse uitgeverij De Bezige Bij dreigden verschillende Nederlandse auteurs te vertrekken bij de uitgeverij omwille van zijn “antisemitische uitspraken”.

"Druk van N-VA"

De Standaard heeft de samenwerking met Dyab Abou Jahjah stopgezet door druk van buitenaf, en meer bepaald vanuit N-VA-hoek. Althans, dat zegt Jahjah maandag zelf aan Belga. De Belgisch-Libanese Jahjah is verbaasd dat de krant nu een punt zet achter hun samenwerking aangezien zijn standpunten al langer dan de recente polemiek gekend zijn. "Ik kan alleen maar zeggen dat de N-VA-druk op De Standaard te groot werd."

Jahjah viel naar eigen zeggen uit de lucht door de beslissing. "Zondag had ik nog overleg met de hoofdredactie van De Standaard. Toen lieten ze niet uitschijnen dat de samenwerking beëindigd zou worden. Het valt ook niet te begrijpen. Ik ben in mijn columns en op televisie altijd duidelijk geweest over mijn standpunt. En ik heb die standpunten ook nog eens duidelijk uitgelegd op mijn blog. Ik kan ook alleen maar zeggen dat deze beslissing buiten de redactie om werd genomen."

Naast verbazing voelt Jahjah zich ook ontgoocheld, "op het niveau van principes. Het principe van de vrijheid van meningsuiting. Met deze beslissing surft De Standaard mee op de golf van segregatie die door onze samenleving trekt. De krant geeft een signaal dat iedereen voor zijn eigen parochie moet preken."

Maar Jahjah voelt geen wrok tegenover de krant. "De Standaard toonde zich drie jaar geleden erg moedig om mij in huis te halen als columnist. Maar sinds die dag stonden we voortdurend onder druk door verdachtmakingen en moddergooien uit rechtse hoek", aldus Jahjah.

Volgens de Libanese-Belgische activist, die in 1991 in België arriveerde, is deze saga tekenend voor het huidige klimaat. "Het is duidelijk dat men hier nog steeds moeite heeft met een kritische stem vanuit een niet-Westers perspectief."

Semantisch debat met juridische lacunes

Jahjah herhaalde zijn standpunt; daar poneerde hij dat zijn woorden bijzonder duidelijk zijn en niet tot geweld aanzetten. Hij stelt daar dat onder internationaal oorlogsrecht burgers het recht hebben de wapens op te nemen tegen de bezetter. Op de vraag of hij zo jongeren aanzet tot geweld of geweld verheerlijkt is ex-columnist formeel: "Bezette volkeren hebben recht op verzet, de jongeren hier zijn niet bezet".

Wel is een lacune aan het discours van Jahjah. Volgens de Vierde conventie van Genève mogen burgers verzet plegen maar er zijn een aantal voorwaarden aan verbonden. Zo moet een "irreguliere gewapende groep" hiërarchisch gestructureerd zijn en moeten ze een uniform of embleem dragen dat hen onderscheidt van de burgerbevolking. Ook moeten leden van zo'n groepering openlijk wapens dragen en moeten ze het oorlogsrecht erkennen. Indien één of meerdere van deze voorwaarden geschonden worden is geen sprake van verzet maar wel van een oorlogsmisdaad, dat vertelde docent internationale politiek aan de UGent Tom Ruys in "De wereld vandaag".

Vaak is de grens bijzonder troebel. "Zelfmoordaanslagen zijn niet verenigbaar met het oorlogsrecht, wordt vaak gesteld", zegt Ruys. "Men maakt een onderscheid tussen listen, die toegelaten zijn, en perfide daden, bijvoorbeeld zich voordoen als een burger, die beschouwd worden als een oorlogsmisdaad."

Gezien militairen - en geen burgers - het doelwit waren valt het volgens de Ruyts ergens te verdedigen dat deze actie een verzetsdaad is, al benadrukt hij nogmaals dat deze situatie bijzonder complex is.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen