WWF luidt alarmklok over biodiversiteit: "68 procent van onderzochte dieren in kleine halve eeuw verdwenen"
Zeggen dat het niet goed gaat met de biodiversiteit of soortenrijkdom op aarde is als een open deur intrappen, maar het wordt nogmaals aangetoond in het nieuwe "Living Planet Report" van het Wereldnatuurfonds (WWF): 68 procent van de dieren die het WWF monitort, is tussen 1970 en 2016 van de aarde verdwenen. Â
In het "Living Planet Report" maakt het WWF om de 2 jaar een stand van zaken op van de biodiversiteit op onze planeet. In het vorige rapport (uit 2018, bevat cijfers tot 2014) had het WWF berekend dat tegen dit jaar 67 procent van de dieren verdwenen zou zijn. Maar dat cijfer was in werkelijkheid al in 2016 achterhaald, zo blijkt nu uit het nieuwe rapport.Â
4.392 diersoorten onder de loep
In het nieuwe rapport heeft het WWF gekeken naar gegevens over 4.392 diersoorten, verspreid over 20.811 populaties. Het gaat om zoogdieren, vogels, vissen, reptielen en amfibieĂ«n. Gemiddeld 68 procent van de populaties is tussen 1970 en 2016 verdwenen.Â
Soorten en populaties zijn het sterkst achteruitgegaan in tropische gebieden. In Zuid en Midden-Amerika is de achteruitgang ronduit spectaculair (- 94 procent). Â Â
Bekijk hier de reportage van "Het Journaal" en lees voort onder de video:
Habitatverlies is de belangrijkste oorzaak
Dieren verdwijnen - in de tropen en elders - vooral omdat hun habitat of natuurlijke leefgebied verdwijnt. En daar is de mens voor een groot stuk verantwoordelijk voor. We kappen bossen voor hout of om plaats te maken voor landbouwgebied (wat veel gebeurt in Brazilië in Zuid-Amerika), leggen moerassen droog om er steden te bouwen en maken het leven in oceanen onmogelijk door ze te vervuilen. Met al die activiteiten vernietigen we het natuurlijke leefgebied van de dieren.
Het rapport wijst erop dat sinds het begin van de industriĂ«le revolutie (in 1700) 75 procent van het ijsvrije landoppervlak veranderd is. Ook is meer dan 85 procent van de moeraslanden verdwenen.Â
De weinige ongerepte natuur (inclusief woestijnen) die er vandaag nog is, is hoofdzakelijk geconcentreerd in 4 landen: Rusland, Canada, BraziliĂ« en AustraliĂ«.Â
Zoetwaterdieren zijn het meest bedreigd
Dieren die in of rond rivieren of zoetwaterplassen leven, hebben het volgens het WWF-rapport het hardst te verduren. De 3.741 populaties die het WWF gevolgd heeft, zijn tussen 1970 en 2016 met 84 procent afgenomen. De populaties vertegenwoordigen 944 soorten vissen, vogels, zoogdieren, reptielen en amfibieĂ«n.Â
Dat deze dieren zo hard getroffen worden, komt omdat waterlopen vaak vervuild zijn, met giftige stoffen of door zandontginning. Ook hebben mensen in de loop der jaren miljoenen kilometers aan rivieren verlegd, waardoor de dieren hun leefgebied kwijtraakten. De aanleg van dammen is een andere verklaring waarom de dieren het zo moeilijk hebben. Ze verhinderen bijvoorbeeld dat vissen kunnen migreren naar hun broedgebieden. Â Â Â Â Â Â Â Â
Rol van klimaatopwarming
Hoewel het rapport de achteruitgang van diersoorten vooral toeschrijft aan menselijke activiteiten als landbouw en bodemontginning, heeft het ook oog voor klimaatopwarming. De auteurs denken dat een vijfde van alle soorten tegen het einde van de eeuw verdwenen kan zijn, alleen al door de gevolgen van klimaatopwarming.Â
Dieren die diep in de zee leven, zullen de gevolgen nauwelijks merken. Andere die in de poolgebieden leven, hebben het nu al moeilijk. De opwarming doet er de ijskappen smelten en de ondergrond ontdooien, waardoor ze zich moeten aanpassen aan de nieuwe omstandigheden.Â
Het is trouwens niet alleen in de poolgebieden dat de klimaatopwarming nu al slachtoffers maakt. In AustraliĂ« is de inheemse mozaĂŻekstaartrat in 2016 officieel uitgestorven verklaard. Het is het eerste zoogdier waarvan wordt aangenomen dat het verdwenen is door toedoen van de klimaatopwarming.   Â
Investeren in natuurbehoud
Om de trend te keren en de biodiversiteit te beschermen, zullen we volgens het WWF vooral moeten investeren in natuurbehoud. Tegelijk zullen we onze landbouw moeten verduurzamen zodat die meer opbrengt zonder dat er extra natuur moet verdwijnen.Â
Ook zullen we onze voedingsgewoonten moeten aanpassen, en vooral minder vlees moeten eten. De grote vraag naar vlees is een belangrijke reden waarom er in een land als Brazilië zoveel natuur verdwijnt. Bossen worden er onder meer gekapt om soja te kunnen telen, dat wereldwijd als voedergewas gebruikt wordt in de veeteelt.