Abou Jahjah: "Bezet volk heeft het recht zich te verweren"

Een uitspraak op sociale media van Dyab Abou Jahjah waarin hij de dodelijk aanslag gisteren in Jeruzalem geen terrorisme maar een legitieme reactie tegen de Israëlische bezetter noemde, heeft niet alleen bijval geoogst maar ook veel kwaad bloed gezet. Staatssecretaris Theo Francken (N-VA) noemt de reactie van Abou Jahjah “ziek”. De krant De Standaard stopt onmiddellijk met de column van Abou Jahjah. In een interview aan Terzake verdedigde Jahjah zijn standpunt. Daar stelde hij dat een bezet volk volgens de Vierde Conventie van Genève wel degelijk het recht heeft zich te verweren tegen de bezetter.

gn, dst, adm

“By any means necessary! #Free Palestina “, postte de Belgisch-Libanese publicist en activist Dyab Abou Jahjah op zijn Facebook nauwelijks enkele uren nadat een Palestijn met een truck was ingereden op Israëlische militairen. Daarbij kwamen zeker vier mensen om het leven en werd de dader doodgeschoten.

Het leek er op alsof Abou Jahjah daarmee de dodelijke aanslag leek goed te keuren. Enkele uren later verduidelijkte hij zijn uitspraak in een blog met tien punten.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

“Een aanval op de bezetting van soldaten in bezet gebied is geen terrorisme. Het is een wet. Elke Palestijnse burger, net als elke burger in de wereld, die onder een illegale militaire bezetting moet leven, heeft het recht om zich te verzetten tegen die bezetter. Dat recht wordt verzekerd door de internationale conventie van Genève.”

“Geen terreuractie”

Maar volgens Abou Jahjah wijst alles erop dat de aanval een daad van Palestijns verzet is en geen terreuractie van ISIS. Hij zou het erg jammer vinden dat zou blijken dat de actie toch was geïnspireerd door ISIS. “ISIS is een fascistische terreurgroep die erom gekend staat de strijd te kapen van onderdrukte bevolkingsgroepen.

Jahjah vindt ook niet dat we de aanslag moeten vergelijken met gelijkaardige ISIS-acties met een vrachtwagen als wapen, zoals op de dijk in Nice en op de kerstmarkt in Berlijn. “Als we echt willen dat de Palestijnen klassieke oorlogswapens gebruiken, dan moeten we misschien overwegen om hen degelijk te bewapenen. Maar hen bijna ongewapend over te laten aan de Israëlische vernietigingsmachine en dan een preek af te steken over de methodes die de Palestijnen gebruiken, is compleet van de pot gerukt.”

“Keuze voor het kalifaat”

Abou Jahjah kreeg heel wat bijval voor zijn bericht onder zijn volgers. Maar anderen reageerden heel afwijzend. Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken reageerde scherp op Twitter. Volgens hem toont dit bericht dat Abou Jahjah de “keuze voor het kalifaat” maakt. “IS-terreur verheerlijken, als het maar tegen Israel is, is alles goed.”

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Dat Abou Jahjah IS veroordeelt als “fascistische terreurgroep”, lokt bij Francken de ironische bedenking uit: “Hamas is natuurlijk geen fascistische terreurgroep...”

De politici van PVDA die de berichten van Abou Jahjah liken, noemt Francken dan weer “extreem-linkse nitwits”.

De Standaard stopt met column

Na drie jaar stopt De Standaard met de publicatie van de wekelijkse column van Dyab Abou Jahjah. “De columns die Dyab Abou Jahjah in De Standaard sinds januari 2014 publiceerde, voeren soms scherp op de wind maar vielen binnen de grenzen. Facebook is niet De Standaard. De vrijheid die een columnist daar heeft, is nog groter. Maar dit gaat om een fundamentele kwestie.”, argumenteert hoofdredacteur Karel Verhoeven.

Jahjah viel naar eigen zeggen uit de lucht door de beslissing. "Zondag had ik nog overleg met de hoofdredactie van De Standaard. Toen lieten ze niet uitschijnen dat de samenwerking beëindigd zou worden. Het valt ook niet te begrijpen. Ik ben in mijn columns en op televisie altijd duidelijk geweest over mijn standpunt. En ik heb die standpunten ook nog eens duidelijk uitgelegd op mijn blog. Ik kan ook alleen maar zeggen dat deze beslissing buiten de redactie om werd genomen."

Naast verbazing voelt Jahjah zich ook ontgoocheld, "op het niveau van principes. Het principe van de vrijheid van meningsuiting. Met deze beslissing surft De Standaard mee op de golf van segregatie die door onze samenleving trekt. De krant geeft een signaal dat iedereen voor zijn eigen parochie moet preken."

Maar Jahjah voelt geen wrok tegenover de krant. "De Standaard toonde zich drie jaar geleden erg moedig om mij in huis te halen als columnist. Maar sinds die dag stonden we voortdurend onder druk door verdachtmakingen en moddergooien uit rechtse hoek", aldus Jahjah.

Volgens de Libanese-Belgische activist, die in 1991 in België arriveerde, is deze saga tekenend voor het huidige klimaat. "Het is duidelijk dat men hier nog steeds moeite heeft met een kritische stem vanuit een niet-Westers perspectief."

Semantisch debat met juridische lacunes

Jahjah herhaalde zijn standpunt; daar poneerde hij dat zijn woorden bijzonder duidelijk zijn en niet tot geweld aanzetten. Hij stelt daar dat onder internationaal oorlogsrecht burgers het recht hebben de wapens op te nemen tegen de bezetter. Op de vraag of hij zo jongeren aanzet tot geweld of geweld verheerlijkt is ex-columnist formeel: "Bezette volkeren hebben recht op verzet, de jongeren hier zijn niet bezet".

Wel is een lacune aan het discours van Jahjah. Volgens de Vierde conventie van Genève mogen burgers verzet plegen maar er zijn een aantal voorwaarden aan verbonden. Zo moet een "irreguliere gewapende groep" hiërarchisch gestructureerd zijn en moeten ze een uniform of embleem dragen dat hen onderscheidt van de burgerbevolking. Ook moeten leden van zo'n groepering openlijk wapens dragen en moeten ze het oorlogsrecht erkennen. Indien één of meerdere van deze voorwaarden geschonden worden is geen sprake van verzet maar wel van een oorlogsmisdaad, dat vertelde docent internationale politiek aan de UGent Tom Ruys in "De wereld vandaag".

Vaak is de grens bijzonder troebel. "Zelfmoordaanslagen zijn niet verenigbaar met het oorlogsrecht, wordt vaak gesteld", zegt Ruys. "Men maakt een onderscheid tussen listen, die toegelaten zijn, en perfide daden, bijvoorbeeld zich voordoen als een burger, die beschouwd worden als een oorlogsmisdaad."

Gezien militairen - en geen burgers - het doelwit waren valt het volgens de Ruyts ergens te verdedigen dat deze actie een verzetsdaad is, al benadrukt hij nogmaals dat deze situatie bijzonder complex is.

Joodse gemeenschap reageert ‘vol ongeloof’

Volgens een artikel op de website van het tijdschrift Joods Actueel "reageert de joodse gemeenschap in ons land vol ongeloof en met afschuw op de woorden van Abou Jahjah’. ‘In de Joodse gemeenschap is dit hét gespreksonderwerp van de dag. Mensen in de gemeenschap zijn bezorgd en delen het Facebookbericht van Abou Jahjah en de vele steunbetuigingen aan de terrorist. Het goedpraten van dergelijke aanslagen verhoogt het dreigingsniveau bij ons."

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer