Jimmy Carter, Anwar al-Sadat en Menachem Begin schudden elkaar de hand in maart 1979.
1979 AP

Vrede met Israël: welke Arabische landen gingen de Emiraten en Bahrein voor?

Vanavond heeft de plechtige ondertekening plaatsgevonden van vredesakkoorden tussen Israël enerzijds en de Verenigde Arabische Emiraten en Bahrein anderzijds. De Amerikaanse president Donald Trump wil zich zo op het historische niveau hijsen van zijn voorgangers Jimmy Carter en Bill Clinton die eerder ook al normale relaties tussen Israël en Egypte, de Palestijnen en Jordanië bemiddelden. 

President Trump beleefde vanavond een hoogtepunt van zijn presidentschap. Onder zijn goedkeurend oog hebben de Israëlische premier Benjamin Netanyahu en de ministers van Buitenlandse Zaken van de Verenigde Arabische Emiraten en het kleinere Golfstaatje Bahrein hun handtekening gezet onder akkoorden over normale betrekkingen. Dan volgde uiteraard ook de handdruk voor de camera's. 

President Trump realiseert zo zijn eerste grote diplomatieke succes en de ceremonie had uiteraard veel weg van de voorgaande akkoorden die Israël met Arabische landen gesloten heeft. Ook toen was dat via  bemiddeling door de Amerikaanse presidenten Jimmy Carter en Bill Clinton, toevallig twee Democraten daar waar Trump een Republikein is.

Doorbraak in Camp David: Begin en Sadat in 1978

Toch is het historisch belang niet zo groot als dat van de Camp David-akkoorden waarbij president Carter in 1978 het eerste vredesakkoord bereikte tussen Israël en een Arabisch land, namelijk Egypte. Dat akkoord werd plechtig onderschreven in een vredesverdrag tussen de Egyptische president Anwar al-Sadat en de Israëlische premier Menachem Begin op 26 maart 1979 en dat in de tuin van het Witte Huis in Washington met een glunderende Jimmy Carter op de achtergrond. (Lees verder onder de foto).

In de barakken van Camp David bracht Carter Sadat en Begin tot een akkoord.
AP1978

Dat akkoord deed het machtsevenwicht in het Midden-Oosten kantelen naar Israël, dat er wel de Sinaï-woestijn voor moest opgeven. Egypte -de grootste militaire macht in de Arabische wereld- werd voortaan als vijand geneutraliseerd en stevig verankerd in het pro-westerse kamp en dat kon tellen tijdens de Koude Oorlog.

Oslo 1993: "Only if I have to"

Egypte werd lange tijd verketterd in de Arabische wereld, maar dat deemsterde geleidelijk weg. Caïro kreeg het verwijt dat het de Palestijnen uitgeleverd had aan Israël. Het was niet de VS, maar wel Noorwegen dat begin de jaren 90 in het geheim een nieuwe doorbraak realiseerde door onderhandelingen te beginnen tussen Israël en de Palestijnse Bevrijdingsorganisatie PLO. (Lees verder onder de foto).

President Clinton kreeg Yitzhak Rabin en Yasser Arafat zo ver dat ze elkaar de hand schudden in september 1993.
1993 AP

Op het kritieke ogenblik nam VS-president Bill Clinton de bemiddeling over en kwamen de Akkoorden van Oslo tot stand waarbij Israël een aantal bezette gebieden in de Gazastrook en de Westelijke Jordaanoever overdroeg aan de nieuwe Palestijnse Autoriteit. 

Op 13 september 1993 werden die akkoorden officieel ondertekend in de tuin van het Witte Huis en schudden de Israëlische premier Yitzhak Rabin en PLO-topman Yasser Arafat elkaar de hand, met een triomfantelijke president Clinton aan hun zijde. Die moest Rabin een beetje aanporren, want onderweg naar Washington had die gezegd dat hij Arafat enkel de hand zou schudden als het echt moest. 

1994: vrede in de woestijn van Arava

Die ongelooflijke doorbraak tussen Israël en de Palestijnen leidde een jaar later tot het volgende vredesakkoord: dat tussen Israël en het koninkrijk Jordanië. Ook hier speelde Bill Clinton een hoofdrol: er werd in zijn tuin in Washington een compromis ondertekend, maar de echte ondertekening van de vrede gebeurde in oktober 1994 in Arava, op de grens tussen Israël en Jordanië. (Lees verder onder de foto).

Een logisch vervolg op Oslo: Rabin, Clinton en koning Hoessein van Jordanië na het akkoord van Arava in 1994.
AP1994

Het ging er veel gemoedelijker aan toe tussen Rabin en de Jordaanse koning Hoessein dan een jaar eerder met Arafat. De akkoorden waren historisch: Israël verkreeg plots vrede met zijn twee belangrijkste buurlanden en het overwicht in de regio werd versterkt. Voortaan kon men Israël enkel nog aanvallen via de kortere grenzen met Syrië en met Libanon of via de lucht.

Voor de volledigheid: nog twee andere Arabische landen hebben ooit Israël in de armen gesloten. In mei 1983 sloten Israël en Libanon de akkoorden van Khalde, waarbij ze een einde maakten aan een oorlogstoestand. Dat gebeurde na de Israëlische militaire invasie in Libanon een jaar eerder om de PLO uit Libanon te verdrijven. Het akkoord werd nadien onder Syrische druk opgezegd. Mauretanië in West-Afrika knoopte in 1999 diplomatieke relaties met Israël aan, maar bevroor die in 2009 uit onvrede met Israëlische acties tegen de Gazastrook.

Een logisch vervolg of verkiezingsstunt?

Het heeft lang geduurd, vooraleer er een nieuwe doorbraak  kwam in de relaties tussen Israël en Arabische landen. Dat had voor een groot deel te maken met het vastlopen van de onderhandelingen tussen Israël en de Palestijnen in 2000. Sindsdien zit dat overleg volledig in het slop en dat maakt het andere Arabische landen moeilijk om Israël openlijk in de armen te vallen.

Officieus onderhoudt Israël wel goede banden met Saudi-Arabië en diens bondgenoten in de Perzische Golf. Er is vooral stilzwijgende samenwerking op strategisch gebied, want ze hebben een gemeenschappelijke vijand: het sjiitische Iran en diens bondgenoten in Jemen (Houthi's), Irak (milities), Syrië (Assad) en Libanon (Hezbollah).

President Trump houdt de Saudi's en hun bondgenoten de hand boven het hoofd, niet voor niets was zijn eerste buitenlandse reis naar Riyadh. Het is dan ook die afkeer van het toch ook machtige Iran met zijn raketten en mogelijk nieuw nucleair programma dat een en ander in beweging zal gezet hebben. De Emiraten zetten de eerste stap, het kleine Bahrein de tweede. Mogelijk volgen later Soedan en andere Arabische landen. 

Toch zijn dat geen grote stappen: de rijke Emiraten tellen een goeie 10 miljoen inwoners, Bahrein 1,5 miljoen en daar zijn dan nog veel westerlingen en gastarbeiders uit Zuid-Azië en de Filipijnen bij. Voor president Trump is dat evenwel hetzelfde als Egypte (100 miljoen inwoners) en Jordanië (10 miljoen, maar grenzend aan Israël).  Hij voert dan ook dezelfde ceremonie op in de tuin van het Witte Huis als eerder Carter deed in 1979 en Clinton in 1993 en 1994. Voor zijn aanhangers zal dat volstaan om een grote diplomatieke triomf te vieren.

.De Egyptische leider Abdul Fattah al-Sisi, de Saudische koning Salman en VS-president Trump in 2017.

Meest gelezen