Direct naar artikelinhoud
InterviewMarc-Alain Widdowson

‘We kunnen veel leren van Afrika als het gaat over epidemieën’

Marc-Alain Widdowson.Beeld rv

De onderzoekers van het Instituut voor Tropische Geneeskunde slaan de handen in elkaar met Congolese wetenschappers in de strijd tegen Covid-19. ‘Zij weten wat het is om met een epidemie geconfronteerd te worden’, zegt directeur Marc-Alain Widdowson (52). 

Wat gaat u precies doen? 

“We lanceren CREDO, een grootschalig project waar de Directie-Generaal Ontwikkelingssamenwerking 4 miljoen euro in investeert. Het doel is de gezondheid van de Congolese bevolking te verbeteren door wetenschappers daar bij te staan in hun onderzoek naar nieuwe en heropflakkerende ziektes. We investeren in lokale onderzoekers en instituten, om hen zo goed mogelijk voor te bereiden op allerlei epidemieën.

“Daarnaast willen we ook erg graag van hen leren. Mensen vergeten dat weleens, maar zij hebben veel meer ervaring met epidemieën. Denk maar aan de uitbraken van ebola of de apenpokken. Er is veel ervaring op het terrein. Ter plekke gaan we bijvoorbeeld samenwerken met de Congolese viroloog Jean-Jacques Muyembe, die onlangs door Time Magazine werd uitgeroepen tot een van de honderd invloedrijkste personen van 2020.”

Welke lessen kunnen we van hen leren? 

“Zij hebben veel ervaring met contacttracing. Als er ergens een ebolabesmetting is, dan moeten ze heel snel reageren, achterhalen om wie het gaat en die persoon in quarantaine plaatsen. Ze hebben daarvoor mobiele teams die echt vertrouwen hebben opgebouwd in lokale gemeenschappen. Die lokale aanpak is ook interessant voor ons land.

“Het is ook boeiend om de verschillen te bestuderen. In België zijn we heel voorzichtig met persoonlijke data, terwijl daar in Congo veel minder ongerustheid over is.”

Hoe doet de Democratische Republiek Congo het wat betreft de aanpak van Covid-19?

“Best oké. Er zijn relatief weinig ziekenhuisopnames. In Congo, maar bij uitbreiding in heel Sub-Sahara-Afrika, was er grote ongerustheid vijf maanden geleden, net omdat de gezondheidszorg er veel minder goed is uitgerust. Maar het doemscenario is uitgebleven.”

Hoe komt dat?

“Dat is niet helemaal duidelijk. Wat uiteraard meespeelt, is dat er minder oude mensen zijn. In Congo is amper 4 procent van de inwoners ouder dan 65. In België is dat bijna 20 procent. Bovendien zijn de oudere mensen daar vaak in betere gezondheid. Hier hebben wij heel veel 65-plussers met diabetes type 2, hartproblemen... Wie in Congo met zulke gezondheidsproblemen te maken krijgt, wordt vaak niet zo oud.

“Daarnaast hebben de Afrikaanse autoriteiten heel snel verregaande maatregelen genomen. Ter illustratie: in Tsjaad werd de eerste coronabesmetting vastgesteld op 19 maart. Een dag later ging het hele land in lockdown. Net omdat ze meer ervaring hebben met epidemieën, beseften ze wat de gevolgen konden zijn van een uitbraak. Ze wilden zeker zijn dat het niet uit de hand zou lopen.”

Hoe zal het daar volgens u evolueren?

“Ik vermoed dat ze het beter zullen blijven doen dan wij. Er is meer virus in Congo en zelfs in de rest van Afrika dan we denken. Het aantal mensen met antistoffen ligt er hoger dan bij ons.

“Sowieso: dit is nog niet voorbij. Wellicht zullen er nog een of twee grote golven komen. Bij de Spaanse griep in 1918 zijn er drie grote golven geweest. We moeten dus voorzichtig blijven. Dat beseffen ze in Afrika ook.”