Regering bereikt akkoord over hervorming secundair onderwijs: “Lat moet hoog blijven liggen”

© VTM

De Vlaamse regering heeft een akkoord bereikt over de hervorming van het secundair onderwijs, met name over de ‘matrix’ of de reorganisatie van de studierichtingen in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs.

jfs, gjs

Het mag dan vrijdag de 13de zijn, de Vlaamse regering heeft haar onderwijsakkoord klaar. Het akkoord werd door de Vlaamse regering meteen bestempeld als het “witte vrijdag-akkoord”.

Eerste akkoord

Om het akkoord te begrijpen moeten we eerst terug naar eind mei 2016. Toen bereikte de regering-Bourgeois een eerste akkoord over de hervorming van het secundair onderwijs. Dat bevatte niet alleen afspraken over het lager onderwijs en de eerste graad van het secundair, maar ook een voorstel voor de reorganisatie van de tweede en derde graad van het secundair onderwijs, de veelbesproken ‘matrix’.

Die matrix moet een transparanter en rationeler aanbod opleveren, met studierichtingen die leerlingen ofwel duidelijk voorbereiden op het hoger onderwijs of op de arbeidsmarkt (respectievelijk doorstroom- en arbeidsmarktgerichte richtingen) of richtingen die de deur voor beide opties open laten (richtingen met dubbele finaliteit). Na een uitgebreide consultatieronde met het onderwijsveld en een moeizame discussie in de schoot van de regering is er nu dus een akkoord over de hervorming.

Aan een aantal zaken wordt niet geraakt. Zo blijven de benamingen algemeen secundair onderwijs (aso), technisch secundair onderwijs (tso), beroeps secundair onderwijs (bso) behouden zoals was afgesproken.

Vooral bijsturingen

Er zijn vooral enkele bijsturingen. Die beginnen al in de eerste graad. De omstreden term ‘brede eerste graad’ is al langer afgeserveerd. Zo is die eerste graad volgens minister Crevits op zich al breed omdat een groot deel van de vorming gemeenschappelijk is. In het eerste jaar zijn er 27 gemeenschappelijke uren (met daarnaast 5 keuze-uren). In het tweede jaar gaat het om 25 gemeenschappelijke uren met daarnaast 2 uur differentiatie (om te verdiepen of te remediëren) en 5 uur voor de gekozen basisoptie.

Wat die basisopties in het tweede jaar betreft, is het wel de bedoeling het aantal terug te brengen van 20 naar 11. Het gaat dan bijvoorbeeld om Latijn-Grieks, Moderne Talen & Wetenschappen en Sport.

Wat de tweede en derde graad betreft wordt het aantal richtingen teruggebracht van 101 naar 75 (-25 procent) in de tweede graad en van 157 naar 146 (-15 procent) in de derde graad. Die reductie is iets minder sterk dan eerder gepland omdat er volgens minister Crevits is rekening gehouden met “de realiteit op het terrein”.

De resterende 221 richtingen worden ondergebracht in acht studiedomeinen. Nu zijn er nog 29 studiegebieden. De acht resterende domeinen zijn: Taal & Cultuur, STEM (Science, Technology, Engineering, Mathematics), Kunst & Creatie, Land- en tuinbouw, Economie & Organisatie, Maatschappij & Welzijn, Sport en Voeding & Horeca.

Er zijn wel wat verschuivingen tegenover de acht domeinen die in mei waren afgelijnd. Zo is er - op quasi algemene vraag - een domein ‘Taal en Cultuur’. Het oorspronkelijke domein ‘Bouwen en Wonen’ wordt dan weer geïntegreerd in het domein STEM.

Curriculumdossiers

Nog een nieuwigheid is dat minister Crevits aan de onderwijsverstrekkers zal vragen om zogenaamde curriculumdossiers op te maken voor elke richting. Die dossiers moeten niet alleen de eindtermen bevatten maar ook zogenaamde uitdiepingsdoelen. De inhoud van de richtingen moet op die manier wat meer gelijk gaan lopen over de netten heen. En op die manier moet het volgens minister Crevits ook mogelijk worden dat leerlingen als ‘zalmen’ kunnen opzwemmen van meer praktische naar meer abstracte richtingen.

Om de vrijheid van onderwijs en de autonomie van de scholen te respecteren, benadrukt de regering dat het de scholen vrij staat om zich naar eigen goeddunken in het nieuwe systeem te passen. Scholen krijgen dus binnen het uitgewerkte kader de vrijheid een eigen concept op poten te zetten.

Het blijft ook de bedoeling om op 1 september 2018 te starten met de hervorming van het secundair onderwijs.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

“We hebben de vrijheid van organisatie voor scholen behouden”, zegt Crevits. “De scholen mogen dus zelf kiezen hoe ze zich organiseren. Scholen die alleen jongeren willen voorbereiden op de arbeidsmarkt, zullen dat bijvoorbeeld perfect kunnen.”

“Het beste onderwijs op maat van elke leerling”, zegt Crevits. “Dat is het doel van de modernisering van het secundair onderwijs. Vandaag is er beslist over het toekomstige studieaanbod. Dat aanbod is gebundeld in 1 schema. In plaats van de huidige 29 studiegebieden komen er voor de leerlingen van de 2de en de 3de graad 8 studiedomeinen. Een studierichting kiezen wordt overzichtelijker. Leerlingen krijgen een duidelijk beeld van het doel van hun studierichting: doorstromen naar het hoger onderwijs, voorbereiden op de arbeidsmarkt of beide. Na de hervorming van de eerste graad is opnieuw een belangrijke mijlpaal genomen in het proces van de modernisering van het secundair onderwijs en blijven we trouw aan de afspraken die eerder dit jaar werden genomen.”

“Lat moet hoog blijven liggen”

Alle regeringspartners zijn het erover eens: het is belangrijk dat de lat hoog ligt en blijft liggen. “Zo worden zowel de sterke als de minder sterke leerlingen uitgedaagd”, aldus minister Liesbeth Homans.

Hoe lang staat de hervorming al in de steigers?

Al goed 15 jaar wordt gewerkt aan een hervorming van het secundair onderwijs. Zowel de regeringen Leterme (2004), Peeters (2009) als Bourgeois (2014) toonden ambitie, maar tot nog toe kwam er geen consensus. Einde mei vorig jaar bereikten de coalitiepartners N-VA, CD&V en Open VLD toch al een politiek akkoord over enkele onderdelen. Tegen einde 2016 zouden de laatste loodjes worden gelegd. In de laatste week voor de kerstvakantie werd een eerste keer vergaderd en ook begin deze week werd een nieuwe poging gewaagd, maar over enkele cruciale punten raakten CD&V en N-VA het maar niet eens. Zo ging N-VA op de rem staan om een “breed” secundair onderwijs te vermijden. “Ook de namen van de studierichtingen zijn belangrijk voor ons”, klonk het toen. Vrijdag werd eindelijk geland.

Waarom is dat nu nodig?

Ons onderwijs kampt met serieuze pijnpunten, zo stelde de overheid vast. Er zijn bijvoorbeeld nog elk jaar vele zittenblijvers en nog één op de acht jongeren haalt géén diploma secundair onderwijs. Te veel studierichtingen bieden volgens Crevits ook niet wat ze beloven. Leerlingen worden niet in gelijke mate voorbereid op het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt: de verschillen tussen studierichtingen zijn groot. Hoewel Vlaamse leerlingen het in internationale tests beter doen dan hun leeftijdsgenoten in de buurlanden, dalen wel hun resultaten stelselmatig.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

Beste van Plus

Lees meer

Meest Gelezen