© Photo News

Akkoord over hervorming secundair onderwijs: dit verandert er

De Vlaamse regering heeft een akkoord bereikt over de hervorming van het secundair onderwijs, met name over de ‘matrix’ of de reorganisatie van de studierichtingen in de tweede en derde graad van het secundair onderwijs.

jfs, gjs

De Vlaamse regering was vrijdagvoormiddag opnieuw samengekomen om te onderhandelen over de onderwijshervorming. Dat leverde ditmaal succes op. Een fiere Geert Bourgeois nam vrijdagnamiddag het woord op een persconferentie. “We hebben goed nieuws voor Vlaanderen”, stak hij van wal.

De Vlaamse regering kwam overeen om alle studierichtingen te verdelen over acht studiedomeinen: Taal & Cultuur, STEM (wetenschap en techniek), Kunst & Creatie, Land- en tuinbouw, Economie & Organisatie, Maatschappij & Welzijn, Sport en Voeding & Horeca. Dat verklaarde Vlaams minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V) tijdens de persconferentie.

“Dat verschilt van het voorstel van de onderwijsverstrekkers”, aldus Crevits. “Zij hadden vijf domeinen voorgesteld met enkele subdomeinen, maar wij hebben ervoor gekozen om alleen voor volwaardige domeinen te gaan.”

Getrapte studiekeuze

De nieuwe structuur gaat uit van een getrapte studiekeuze:

- In het eerste jaar in de A-stroom en de B-stroom krijgen de leerlingen 27 uur algemene vorming en 5 uur keuzegedeelte om te verdiepen, te verkennen en te versterken.

- In het tweede jaar in de A-stroom is er 25 uur algemene vorming, 2 uur voor differentiatie (verdiepen en remediëren) en een basisoptie van 5 uur. In de B-stroom in het tweede jaar is er 20 uur algemene vorming (4u meer dan nu) en 12 u keuzegedeelte. Basisopties zijn studieopties die een leerling maakt in het tweede jaar.

- Vandaag heeft de Vlaamse Regering aan de onderwijsverstrekkers een voorstel geformuleerd voor de basisopties. Nu zijn er voor de A-stroom 20 basisopties, we brengen dat aantal naar 11 en voor de B-stroom komen er 7 basisopties in plaats van 33 beroepenvelden (zie bijlage). Voor de B-stroom is er ook een opstroomoptie. Via deze optie kunnen leerlingen die gestart zijn in de B-stroom toch de overstap maken naar de A-stroom.

- In de 2e graad herschikken we het studieaanbod en maken het transparanter en rationeler. We gaan naar 75 studierichtingen, dat is een vermindering met een kwart in vergelijking met nu. We laten zo veel mogelijk verschillende opties open voor de leerlingen naar de 3de graad toe. Als leerlingen naast de eindtermen ook de uitbreidingsdoelen van hun richting behalen, wordt het voor hen mogelijk om van een meer praktisch gerichte studierichting te schakelen naar een meer abstract gerichte. Dat is het zalmmodel.

- In de 3de graad worden die studierichtingen scherper geprofileerd en inhoudelijk fijnmaziger (146). De vermindering van richtingen is hier kleiner. Dat heeft te maken met de aandacht voor leerlingenprofielen en argumenten uit de (bedrijfs)sectoren in het kader van keuzevaardigheden en goede oriëntatie.

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Doorstromen

Elk van die studierichtingen zal een duidelijk doel hebben. Zo zullen bepaalde richtingen de leerlingen voorbereiden op de stap naar het hoger onderwijs, komen er ook die specifiek gericht zijn op doorstroming naar de arbeidsmarkt en andere richtingen zullen die twee doelen combineren.

Zoals afgesproken wordt er niets veranderd aan de namen algemeen secundair onderwijs (aso), technisch secundair onderwijs (tso) en beroeps secundair onderwijs (bso).

“We hebben de vrijheid van organisatie voor scholen behouden”, zei Crevits. “De scholen mogen dus zelf kiezen hoe ze zich organiseren. Scholen die alleen jongeren willen voorbereiden op de arbeidsmarkt, zullen dat bijvoorbeeld perfect kunnen.”

Curriculumdossier

Elke studierichting krijgt een zogenaamd curriculumdossier dat de onderwijsverstrekkers samen opmaken. In zo’n dossier staan de doelstellingen (zowel eindtermen als beroepskwalificaties als uitbreidingsdoelen) helder omschreven. Zo wordt de inhoud van een studierichting over de netten heen meer op elkaar afgestemd. Door deze samen op te stellen en onderling goed op elkaar af te stemmen zullen zij de mobiliteit van leerlingen tussen richtingen binnen hetzelfde domein, tussen domeinen onderling, tussen scholen en ook tussen scholen van verschillende netten vereenvoudigen.

Elk schoolbestuur bepaalt op basis van de nieuwe ordening in het kader van vrijheid van onderwijs zelf welk schoolconcept het uitwerkt, rekening houdend met de vastgelegde regels rond het programmeerbaar aanbod.

“Het beste onderwijs op maat van elke leerling”, zegt Crevits. “Dat is het doel van de modernisering van het secundair onderwijs. Vandaag is er beslist over het toekomstige studieaanbod. Dat aanbod is gebundeld in 1 schema. In plaats van de huidige 29 studiegebieden komen er voor de leerlingen van de 2de en de 3de graad 8 studiedomeinen. Een studierichting kiezen wordt overzichtelijker. Leerlingen krijgen een duidelijk beeld van het doel van hun studierichting: doorstromen naar het hoger onderwijs, voorbereiden op de arbeidsmarkt of beide. Na de hervorming van de eerste graad is opnieuw een belangrijke mijlpaal genomen in het proces van de modernisering van het secundair onderwijs en blijven we trouw aan de afspraken die eerder dit jaar werden genomen.”

“Lat moet hoog blijven liggen”

Alle regeringspartners zijn het erover eens: het is belangrijk dat de lat hoog ligt en blijft liggen. “Zo worden zowel de sterke als de minder sterke leerlingen uitgedaagd”, aldus minister Liesbeth Homans.

Hoe lang staat de hervorming al in de steigers?

Al goed 15 jaar wordt gewerkt aan een hervorming van het secundair onderwijs. Zowel de regeringen Leterme (2004), Peeters (2009) als Bourgeois (2014) toonden ambitie, maar tot nog toe kwam er geen consensus. Einde mei vorig jaar bereikten de coalitiepartners N-VA, CD&V en Open VLD toch al een politiek akkoord over enkele onderdelen. Tegen einde 2016 zouden de laatste loodjes worden gelegd. In de laatste week voor de kerstvakantie werd een eerste keer vergaderd en ook begin deze week werd een nieuwe poging gewaagd, maar over enkele cruciale punten raakten CD&V en N-VA het maar niet eens. Zo ging N-VA op de rem staan om een “breed” secundair onderwijs te vermijden. “Ook de namen van de studierichtingen zijn belangrijk voor ons”, klonk het toen. Vrijdag werd eindelijk geland.

Wanneer moet de hervorming starten?

Als het van minister Crevits afhangt, stappen de leerlingen die op 1 september 2018 naar het eerste middelbaar gaan, als eerste in het nieuwe systeem. “Wij hebben het vaste voornemen om er dan mee te starten”, zei Crevits op de persconferentie. “Dat is perfect haalbaar.”

Hier staat ingevoegde content uit een social media netwerk dat cookies wil schrijven of uitlezen. U heeft hiervoor geen toestemming gegeven.

Waarom is dat nu nodig?

Ons onderwijs kampt met serieuze pijnpunten, zo stelde de overheid vast. Er zijn bijvoorbeeld nog elk jaar vele zittenblijvers en nog één op de acht jongeren haalt géén diploma secundair onderwijs. Te veel studierichtingen bieden volgens Crevits ook niet wat ze beloven. Leerlingen worden niet in gelijke mate voorbereid op het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt: de verschillen tussen studierichtingen zijn groot. Hoewel Vlaamse leerlingen het in internationale tests beter doen dan hun leeftijdsgenoten in de buurlanden, dalen wel hun resultaten stelselmatig.

Aangeboden door onze partners

Hoofdpunten

Aangeboden door onze partners

MEER OVER