Direct naar artikelinhoud
Boeken

Er zijn 4.600 boeken geschreven over Trump. Welke springen eruit?

Er zijn 4.600 boeken geschreven over Trump. Welke springen eruit?
Beeld RV Jorne Daems

Een recordaantal van 4.600 boeken zijn er al geschreven over president Trump. De boeken die hij zélf aanprees verkochten slecht; die waarover hij zich opwond werden bestsellers. Welke boeken springen eruit – en wat vond Trump er zelf van?

Smeuïg verslag van een chaotisch eerste jaar

Michael Wolff, Vuur en woede (2018), Prometheus, 336 p., 7,90 euro.

Volgens Trumps zoon Donald jr. zag zijn vader eruit ‘alsof hij een geest had gezien’, toen het er op 8 november 2016 halverwege de verkiezingsavond naar uit begon te zien dat hij weleens zou kunnen winnen. Trumps vrouw Melania was volgens Wolff in tranen, ‘en niet van vreugde’. Aldus entertainmentjournalist Michael Wolff, de eerste die een bestseller scoorde (Vuur en woede) met zijn smeuïge verslag van Trumps chaotische eerste jaar in het Witte Huis.

De titel verwijst naar Trumps dreigementen aan het adres van de Noord-Koreaanse dictator Kim Jong-un, maar volgens Wolff woedt de brand vooral in het Witte Huis: Trumps medewerkers besteden meer tijd aan onderlinge gevechten dan aan het besturen van het land. Trump komt uit het boek naar voren als een opschepper die een griezelig gebrek aan kennis heeft, niet naar zijn adviseurs luistert en moeite heeft de inhoud van een A4’tje in zich op te nemen. ‘Sommigen dachten dat hij eigenlijk laaggeletterd was.’

Zijn medewerkers in het Witte Huis beschouwen hem als een lastige kleuter, maar zijn tegelijkertijd bang het mikpunt te worden van zijn vernederende uitbarstingen.

Volgens Wolff begon het er al mee dat Trumps campagneteam volstrekt werd overvallen door zijn verkiezingszege. Allemaal waren ze ervan overtuigd dat hij de verkiezingen ging verliezen. ‘Zonder het te zeggen waren ze het erover eens: Donald Trump zou geen president worden en dat zou waarschijnlijk maar beter zijn ook.’

Ook Trump zelf rekende er volgens Wolff niet op. Daarom had hij er ook geen zin in geld in zijn campagne te steken. Met de grootste moeite wisten zijn medewerkers de miljardair over te halen er tien miljoen in te pompen, maar dan alléén als lening. Alleen zijn campagnemanager Steve Bannon, de belangrijkste bron voor Wolffs boek, geloofde dat Trump een meer dan goede kans had: de tijdgeest zat mee, het was het juiste klimaat voor een populist als Trump, die Bannon beschouwde als zijn eigen creatie. Had hij hem niet groot gemaakt met zijn alt-right website Breitbart én zijn campagne gered?

Trumps gebrek aan politieke ervaring breekt hem meteen al op. ‘Frank Sinatra had ongelijk’, citeert Wolff een van Trumps medewerkers. ‘Als je het kunt maken in New York, kun je het niet vanzelf ook maken in Washington’. Op aandringen van Bannon vaardigt de president al na een week een inreisverbod uit voor mensen uit een reeks islamitische landen. Het besluit veroorzaakt chaos op de luchthavens en wordt meteen door de rechter vernietigd. Het zou maanden duren voor een enigszins verdunde versie erdoorheen kwam.

Vanaf het begin woedt er een machtsstrijd tussen Bannon en Jarvanka, zoals Bannon Trumps schoonzoon Jared Kushner en Ivanka Trump noemt. Bannon beschouwt het ‘prinselijk koppel’ – volgens Wolff zag Ivanka zich al de eerste vrouwelijke president van de Verenigde Staten worden – als een hinderpaal voor de populistische revolutie die hij via Trump wil ontketenen.

Bannon rekent in het boek flink af met de familie Trump. ‘Zo dom als een baksteen’, noemt Bannon de dochter van Trump tegenover Wolff. Bannon suggereert ook dat het Kushner was die Trump tegen zijn advies overhaalde om FBI-chef James Comey te ontslaan. Volgens Bannon was dat een kapitale fout van Trump, ‘misschien wel de grootste in de moderne politieke geschiedenis’.

Volgens Bannon pleegde Trumps zoon Donald jr ‘bijna landverraad’ door tijdens de verkiezingscampagne in te gaan op een ontmoeting met een Russische advocate die schadelijke informatie over Hillary Clinton beloofde. ‘Ze gaan Don jr. als een eitje kraken voor de televisie’, voorspelde Bannon. Wolffs boek betekende de definitieve breuk tussen Trump en zijn rechtse mannetjesmaker. ‘Bannon is gek geworden’, fulmineerde de president.

Wolff gaat er prat op dat hij dankzij Bannon regelmatig in het Witte Huis kon rondhangen, waardoor hij van alles te horen kreeg. Maar hij is niet erg duidelijk als het om zijn bronnen gaat en geeft hier en daar roddelpraat door. Toch heeft hij met dit eerste boek de sfeer goed getroffen, zoals uit een reeks andere boeken blijkt.

En wat vindt Donald Trump? ‘Michael Wolff is een volstrekte loser.’

Trump en campagnemanager Steve Bannon.Beeld REUTERS

Diepe haat voor Obama

Michael Cohen, Disloyal. a Memoir (2020), Skyhorse Publishing, 432 p., 24,99 euro.

Ook Michael Cohen, Trumps voormalige advocaat, was getuige van Trumps diepe haat voor Obama. In zijn boek Disloyal beschrijft hij hoe Trump woedend wordt als hij in 2008 op de televisie ziet hoe Obama door een jubelende mensenmassa wordt begroet bij de Brandenburger Tor in Berlijn. ‘Obama is een fucking nepfiguur. Hij is verdomme zelfs geen Amerikaan. De enige reden waarom hij op Harvard en Columbia terecht is gekomen, is door positieve discriminatie. Met zijn fucking cijfers was hij die universiteiten nooit binnengekomen’, citeert Cohen zijn vroegere baas.

Trump liet volgens Cohen in 2016 zelfs een video maken met een ingehuurde nep-Obama die hij eerst vernederde en vervolgens eruit gooide met de woorden ‘You’re fired!’, zoals in zijn tv-show The Apprentice. Maar uiteindelijk besloot zijn team die video toch niet te gebruiken.

Disloyal is één lange afrekening met de man voor wie Cohen jarenlang vuile klusjes opknapte, tot hij in de netten van speciaal aanklager Mueller terechtkwam en naar de gevangenis werd gestuurd wegens belastingfraude, liegen tegen de FBI en overtreding van de regels voor campagnefinanciering.

Voor dat laatste zou Trump eigenlijk in de bak moeten zitten, betoogt Cohen. Uiteindelijk was het Trump die hem vroeg om 130.000 dollar (110.000 euro) zwijggeld te betalen aan pornoactrice Stormy Daniels, als deze midden in de verkiezingscampagne met haar relaas over een seksavondje met Trump loopt te leuren. Trump houdt tegenover Cohen vol dat er niets van waar is, maar uiteindelijk kiest hij toch eieren voor zijn geld. ‘Het is maar 130.000’, zegt hij uiteindelijk. ‘Fuck it, Michael… los het op!’.

Als Cohen Daniels uit eigen zak betaalt, kost het hem de nodige moeite om Trump over te halen hem terug te betalen. Als het nieuws van de betaling aan Stormy Daniels uitlekt, krijgt Cohen een telefoontje van Trump die duidelijk maakt dat zijn vrouw Melania meeluistert. Trump doet alsof hij het voor het eerst hoort (‘Wacht, zeg je me nou dat je uit eigen zak 130.000 hebt betaald?’) en Cohen speelt het spel braaf mee. Maar aan de reactie van Melania kan hij horen dat zij er niets van gelooft.

Ook Trumps ‘diepe band’ met de evangelische christenen – een cruciaal segment van zijn electoraat – is volgens Cohen een toneelstukje. Na een bijeenkomst in Trump Tower met evangelische leiders die samen met hem bidden, zegt Trump tegen Cohen: ‘Kun je je voorstellen dat mensen in die bull­shit geloven?’

In zijn nawoord hekelt Cohen minister van Justitie William Barr, die volgens hem geprobeerd heeft zijn boek tegen te houden. Als hij wegens een uitbraak van corona in de gevangenis zijn straf thuis mag uitzitten, krijgt hij later de opdracht zich opnieuw te melden bij de gevangenis, tenzij hij belooft niets te publiceren. Uiteindelijk gaf een rechter bevel hem weer vrij te laten. Volgens hem was Cohen duidelijk ‘als represaille’ teruggestuurd naar de gevangenis, omdat hij weigerde te stoppen met zijn boek.

Woordvoerder Witte Huis: ‘Michael Cohen is een misdadiger.’

Stormy Daniels.Beeld AFP

Wetenschappers buiten!

Michael Lewis, The Fifth Risk (2018), W. W. Norton & Co, 300 p., 8,99 euro.

‘Waarom blokken voor een examen dat je toch nooit hoeft af te leggen?’ Dat was ook volgens Michael Lewis de verklaring voor het gebrek aan voorbereiding waarmee Trump en zijn team in het Witte Huis terechtkwamen: ze hadden zijn verkiezingszege nooit verwacht.

De meeste boeken over Trump concentreren zich op wat zich in het Witte Huis afspeelt, maar Lewis gaat dieper: hij kijkt naar wat er gebeurt op een paar sleutelministeries, wanneer Trump de macht overneemt van president Obama. Het beeld dat hij schildert is ontluisterend.

Trump was woedend toen hij hoorde dat zijn adviseur Chris Christie miljoenen uit de campagnekas had besteed om specialisten voor het overgangsteam in te huren. Toen Bannon en Christie hem uitlegden dat hij verplicht is een overgangsteam te formeren, ontplofte Trump: ‘Fuck de wet. Die hele wet kan mij geen fuck schelen. Ik wil mijn fucking geld terug!’

Het duurde niet lang voordat Christie op een zijspoor werd gerangeerd. Na Trumps verkiezing zaten ambtenaren op allerlei ministeries klaar met een heel draaiboek voor de overdracht. Zij hadden de taak het komende team in te wijden in de geheimen van hun ministeries en de ergste risico’s: een oorlog met Noord-Korea, een financiële crisis, een dodelijk virus of een kernongeluk, et cetera. Maar waarmee Amerika te maken kreeg, was wat een voormalige topambtenaar het ‘vijfde risico’ noemt: het gevaar van incompetente leiders die alleen op de korte termijn denken.

Toen de snelle jongens van Trumps overgangsteam eindelijk kwamen opdagen, bleken ze geen flauw benul te hebben van wat er allemaal onder de ministeries viel. Het enige wat hen interesseerde was hoe ze het mes konden zetten in het volgens hen veel te vette personeelsbestand, de wetenschappers voorop.

Kenmerkend was Trumps benoeming van de Texaanse ex-gouverneur Rick Perry als minister van Energie. Perry – knappe man, weinig inhoud – kwam daarmee aan het hoofd te staan van een ministerie dat hij ooit als presidentskandidaat wilde afschaffen. Ironisch genoeg kon hij zich destijds tijdens een debat niet meer herinneren welk ministerie het was. Kennelijk wist Perry evenmin dat het ministerie over meer gaat dan olie en gas: het is ook verantwoordelijk voor de veiligheid van het kernarsenaal en het tegengaan van de verspreiding van kernwapens in de wereld. In dat laatste programma werd onmiddellijk het mes gezet.

Op allerlei departementen werd het verzamelen en verwerken van onwelgevallige gegevens stopgezet, vooral als het om zaken ging waarvoor Trump allergisch is, zoals klimaatverandering. Bij de FBI verdwenen gedetailleerde data over de misdaad uit de rapporten.

DJ Patil, chef datawetenschapper onder president Obama, maakte zich zorgen over Trumps minachting voor wetenschappelijke gegevens. ‘Welke epidemieën staan ons te wachten?’, vraagt hij zich in Lewis’ boek af, dat verscheen voor de coronacrisis . ‘Als we geen data hebben, zijn we erbij!’ Een vooruitziende blik.

En wat vindt Donald Trump? Hij heeft het boek allicht niet gelezen.

Als hij maar niets stoms doet

Bob Woodward, Angst. Trump in het Witte Huis (2018), Prometheus, 476 p., 7,90 euro.

‘Als je een slang en een rat en een valk en een konijn en een haai en een zeehond bij elkaar zet in een dierentuin zonder hekken, dan wordt het al snel heel onaangenaam en bloedig’, beschrijft Trumps stafchef Reince Priebus de sfeer in het Witte Huis in Woodwards boek Angst.

Er heerst een giftige sfeer in zijn staf en Trump zelf stookt de boel nog eens op door zijn medewerkers achter hun rug af te vallen. ‘Vergeet Reince’, zegt Trump tegen een assistent van de stafchef. ‘Hij is een kleine rat. Hij scharrelt maar wat rond. Je hoeft helemaal geen aandacht aan hem te besteden.’

De sfeer wordt er niet beter op door de ‘zes tot acht uur’ Fox-televisie die Trump dagelijks consumeert.

De titel van Woodwards boek verwijst naar wat Trump ooit het geheim van macht noemde: angst. Maar het sluit ook aan bij de voortdurende vrees van zijn ministers dat de onvoorspelbare president iets stoms gaat doen. Woodward beschrijft hoe economisch adviseur Gary Cohn eens een conceptbrief van Trumps bureau weggriste waarmee de president een handelsakkoord met bondgenoot Zuid-Korea opzegde. Een stomme streek, vonden zijn medewerkers: Zuid-Korea vormt de eerste verdedigingslinie tegen een eventuele kernaanval door Noord-Korea.

Minister van Defensie Jim Mattis negeerde een bevel van Trump om de Syrische president Assad met een raketaanval uit de weg te ruimen. ‘Dat gaan we mooi niet doen’, zei Mattis tegen zijn medewerkers, toen hij de telefoon neerlegde. Trump deed Woodwards bewering destijds af als ‘fictie’, maar vorige maand erkende Trump dat hij Assad inderdaad uit de weg wilde ruimen. ‘Ik had alles klaarstaan’, aldus Trump, ‘maar Mattis wilde het niet doen’.

Trumps ministers hebben een lage dunk van de president. Buitenlandminister Rex Tillerson noemt hem een ‘fucking idioot’, Gary Cohn een ‘beroepsleugenaar’. Trumps advocaat John Dowd legt speciaal aanklager Mueller uit waarom hij niet wil dat Trump zelf voor een verhoor komt. ‘Ik ga niet zitten toekijken hoe hij zich als een idioot gedraagt’, zegt Dowd. ‘Dan gaan ze in het buitenland zeggen: Ik had toch gezegd dat hij oerstom is. Waarom zouden we zaken doen met zo’n idioot?’

Woodward schildert een rauw beeld van het Witte Huis onder Trump, maar hij is evenwichtiger dan andere auteurs. Zo is hij uiterst kritisch over het besluit van FBI-chef Comey om Trump te confronteren met de beschuldiging van de Brit Christopher Steele dat de Russen een video hebben waarop Trump te zien zou zijn terwijl twee prostituees in zijn Moskouse hotelkamer plasseks bedrijven. Een ‘flutrapport’ dat niet te controleren valt, concludeert Woodward.

En wat vindt Donald Trump? ‘Fictie!’

Trump Chief met stafchef Reince Priebus (r).Beeld AP

Prachtige brieven van Kim Jong-un

Bob Woodward, Woede (2020), Spectrum, 480 p., 24,99 euro.

De meest opvallende onthulling in Woodwards nieuwste boek over Trump is dat de president al begin februari begreep dat het coronavirus een ernstige bedreiging was, maar dat hij het risico maandenlang in het openbaar bagatelliseerde. In een interview met Woodward geeft Trump toe dat hij het gevaar inderdaad bagatelliseerde, maar alleen om ‘paniek te voorkomen’.

De verslagen van de 17 interviews die Woodward met Trump had, hebben een hoog slapstickgehalte. In een telefoongesprek probeert Woodward de president te vragen naar zijn relatie met zijn minister van Justitie Willam Barr, nadat die klaagde dat Trumps tweets hem het werken moeilijk maakten. Maar Trump slaat meteen een zijpad in. ‘Nou, hij heeft iets gezegd over Twitter. Ik noem het niet Twitter, ik noem het sociale media’, begint de president. Als Woodward verder gaat, blijft Trump hameren op zijn favoriete onderwerp. ‘Ik sta nummer een op Facebook’ (klopt niet).’

Iets meer ter zake is Trump als Woodward hem interviewt over zijn mislukte pogingen een ‘historische deal’ te sluiten met de Noord-Koreaanse leider Kim Jong-un, die hij eerst het ‘Raketmannetje’ noemde.

De president laat merken dat hij zich gevleid voelt door de toon die Kim Jong-un aanslaat in de ‘prachtige’ brieven die deze hem stuurde. (Woodward heeft de correspondentie in handen gekregen, vermoedelijk van Trump zelf). Met trots vertelt hij Woodward dat Kim hem aanspreekt met ‘Uwe Excellentie’. Zelf ondertekent hij een brief aan Kim met ‘je vriend, Donald J. Trump’.

Ondanks het mislukken van zijn topontmoetingen met Kim blijft Trump ervan overtuigd dat hij de enige is die een akkoord met hem kan sluiten. Hij wijst Woodward erop dat de Noord-Koreaanse leider nooit lacht, behalve bij hem. ‘Ik ben de enige bij wie hij lacht’, zegt Trump trots en hij laat een medewerker een foto halen waarop de twee lachend te zien zijn. Die mag Woodward mee naar huis nemen.

Trump prijst Kim Jong-un om zijn intelligentie, maar hij heeft minder waardering voor zijn voorganger, Barack Obama. ‘Ik ben naar de beste opleidingen gegaan’, zegt Trump. ‘Ik heb een oom die veertig jaar lang hoogleraar was aan het MIT. En mijn vader was slimmer dan hij was. Hij was geweldig, dus ik snap die dingen, begrijp je? Genetisch.’

En wat vindt Donald Trump? ‘Heel snel gelezen: het was oersaai.’

Trump en Kim Jong-un .Beeld AFP

Iran, China en de taliban

John Bolton, The Room Where It Happened (2020), Simon & Schuster, 592 p., 17,99 euro.

‘Boltons snor is een probleem. Trump vindt dat hij er niet goed uitziet’, zegt Steve Bannon als voormalig Fox News-chef Roger Ailes na Trumps overwinning in 2016 een pleidooi houdt voor de benoeming van John Bolton tot nationaal veiligheidsadviseur. Twee jaar later krijgt Bolton de post toch, want Trump wil wel een ‘bommengooier’ na de voorzichtige generaal McMaster die hij net heeft ontslagen. Een vreemde benoeming, want Bolton, een superhavik, was voor alle buitenlandse interventies waar Trump juist tegen was, zoals Irak en Afghanistan.

Geen wonder dus dat Bolton het maar anderhalf jaar uithield in het Witte Huis. Hij is woedend als Trump op het laatste moment een raketaanval op Iran afblaast, nadat het land een Amerikaanse drone uit de lucht heeft geschoten. Na zijn vertrek uit het Witte Huis (ontslag, zegt Trump) doet hij een boekje open over Trumps poging de Chinese president Xi Jinping over te halen zijn kansen op herverkiezing te bevorderen door meer landbouwproducten van Amerikaanse boeren af te nemen.

Bolton bevestigt ook dat Trump gepobeerd heeft de Oekraïense president Volodymyr Zelenski voor zijn karretje te spannen om zijn politieke rivaal Joe Biden zwart te maken. Maar dat kwam wat laat, na Boltons weigering tijdens de voorbereiding van het impeachment-proces tegen Trump voor het Huis van Afgevaardigden te getuigen.

Bolton is gefrustreerd over Trumps aarzeling de Venezolaanse oppositieleider Juan Guaidó voluit te steunen in zijn machtsstrijd tegen de links-populistische president Maduro. ‘Hij vond dat Guaidó zwak was vergeleken bij Maduro, die hij sterk vond.’ Maar Bolton verzuimt te melden dat hij zelf een kapitale fout maakte door de steun van het Venezolaanse leger voor de oppositieleider te overschatten, toen deze de militairen vergeefs opriep Maduro af te zetten.

Bolton voelt voortdurend dat zijn positie in het Witte Huis aan een zijden draadje hangt. Anders dan Trump ziet hij niets in Trumps onderhandelingen met Kim Jong-un, terwijl Trump niets van zijn geharnaste adviezen wil hebben. ‘Heb je nog een baan, Bolton’, vraagt ex-president George Bush hem plagend bij de begrafenis van senator McCain. ‘Voorlopig wel’, antwoordt Bolton, maar erg lang zou het niet meer duren.

Uiteindelijk loopt de toch al stroeve samenwerking tussen Bolton en Trump spaak, als Trump er met het oog op de verkiezingen een akkoord met de taliban in Afghanistan doordrukt waardoor hij de Amerikaanse troepen eindelijk naar huis kan halen. ‘Ik wil overal uit’, citeert hij Trump. ‘Laten we een akkoord sluiten en als de taliban iets slechts doen, dan blazen we dat hele fucking land op in een miljoen stukken!.’ Als de VS in februari 2020 een akkoord met de taliban tekenen, protesteert Bolton dat het een ‘verkeerd signaal geeft aan Amerika’s vijanden’. Het wordt het einde van zijn verblijf in het Witte Huis.

En wat vindt Donald Trump? ‘Een verzameling van leugens.

Van je familie moet je het hebben

Mary L. Trump, Te veel en nooit genoeg (2020), Xander Uitgevers, 248 p., 20,99 euro.

Toen Mary Trump vier jaar geleden wakker werd op de ochtend na de presidentsverkiezingen en hoorde dat haar oom Donald had gewonnen, zonk haar de moed in de schoenen. ‘Het voelde alsof 62.979.636 stemgerechtigden ervoor hadden gekozen Amerika te veranderen in een grootschalige versie van mijn ernstig disfunctionele familie’, schrijft ze in haar boek, waarvan alleen op de eerste dag al bijna een miljoen exemplaren werd verkocht.

Mary Trump, van beroep klinisch psycholoog, legt haar familie in haar boek genadeloos op de ontleedtafel. Haar grootvader Fred Trump, de grondlegger van Trumps vastgoedimperium, was een kille en wrede figuur. Hij neemt zijn oudste zoon Freddy mee om te laten zien hoe het moet, als een van zijn huurders klaagt dat de verwarming het niet doet. Eenmaal binnen doet hij, ook al is het er steenkoud, zijn jasje uit, stroopt zijn mouwen op en zegt vervolgens: ‘Het is hier om te stikken.’

Ook thuis had Fred sr. een kil klimaat geschapen. Hij bracht zijn kinderen bij dat je in de wereld winnaar óf verliezer bent. Thuis was Mary’s vader Freddy de verliezer. Al gauw ontdekte Fred sr. dat de zeven jaar jongere Donald wel over het benodigde killersinstinct beschikte voor het bedrijf. Van de vernederende behandeling die zijn broer kreeg, had Donald geleerd: nooit zwakte tonen!

Freddy mislukt uiteindelijk. Hij raakt aan de drank, verliest zijn baan als piloot en sterft als Mary 16 jaar is. Zijn broer Donald heeft zich inmiddels gevestigd als vastgoedmagnaat dankzij een royale schenking van zijn vader en diens arsenaal: opscheppen, liegen, macht uitstralen, chanteren en anderen een poot uitdraaien.

Mary Trumps verklaring voor Trumps geamputeerde persoonlijkheid (hij kreeg van zijn vader nooit de liefde waarnaar hij verlangde, vandaar zijn gebrek aan gevoel en zijn zucht naar complimenten) klinkt wel waarschijnlijk. Toch laat haar optreden als klinisch psycholoog in het boek zich moeilijk verenigen met haar gevoel van wrok om de behandeling die haar vader kreeg. Ook zonder dat professionele keurmerk doet haar ontluisterende kijkje in de keuken van de Trump-familie overtuigend aan.

En wat vindt Donald Trump? ‘Labiele nicht. Fake news!’

Mary L. Trump.Beeld Simon & Schuster, via Associated Press

President in de rol van maffiabaas

James Comey, Loyaliteit (2018), De Geus, 352 p., 20,99 euro.

‘Ik heb loyaliteit nodig. Ik verwacht loyaliteit.’ Met die woorden probeerde Trump zich een week na zijn aantreden te verzekeren van de trouw van FBI-directeur James Comey. Trump had Comey uitgenodigd voor een dinertje onder vier ogen in het Witte Huis en draaide er niet lang omheen. Hij liet Comey weten dat hij hem op ieder moment kon ontslaan en vroeg hem vervolgens om zijn loyaliteit.

‘Het leek wel een inwijdingsceremonie van Sammy the Bull’s Cosa Nostra, met Trump in de rol van de maffiabaas die mij vroeg of ik het wel in me had om toe te treden tot de maffia’, schrijft Comey in zijn memoires Loyaliteit. De FBI-baas verzekerde Trump dat hij op zijn ‘eerlijkheid’ kon rekenen. ‘Dat is wat ik wil’, concludeerde Trump, ‘eerlijke loyaliteit’.

Drie maanden later stuurde Trump hem toch de laan uit. Daarmee hoopte hij een einde te maken aan het onderzoek van de FBI naar mogelijke samenwerking tussen zijn campagneteam en de Russen. Maar het resultaat was dat gewezen FBI-directeur Robert Mueller als speciaal aanklager de opdracht kreeg de zaak uit te zoeken.

Alles aan Trumps Witte Huis deed Comey denken aan de Gambino-maffia waartegen hij het als openbaar aanklager in New York opnam. ‘De stilzwijgende instemming. De baas die de totale controle heeft. De eed van trouw. Het wij-tegen-de-anderen-denken. Het liegen over alles.’

Trump vroeg hem ook het onderzoek tegen Michael Flynn, zijn pas ontslagen nationale veiligheidsadviseur, te staken. Flynn had tegenover de FBI gelogen over zijn contacten met de Russische ambassadeur in Washington. ‘Hij is een goeie vent. Ik hoop dat je dit kunt laten lopen.’ Het Witte Huis ontkende later dat Trump de FBI-chef had gevraagd het onderzoek te staken. Maar volgens Comey voelde Trump zelf ook wel aan dat zijn verzoek ongepast was: kort daarvoor had hij zijn medewerkers uit de Oval Office gestuurd, zodat hij alleen was met Comey.

Af en toe klinkt Comey wat heilig als hij zijn ‘hogere loyaliteit’ aan de waarheid en integriteit predikt, maar het is wel duidelijk dat hij oprecht geprobeerd heeft de onpartijdige reputatie van de FBI te beschermen. Of hem dat steeds lukte, is de vraag. Zo heeft hij moeite uit te leggen waarom hij vlak voor de verkiezingen bekendmaakte dat de FBI een nieuw onderzoek tegen Hillary Clinton was gestart wegens het gebruik van haar privé-email, toen ze nog minister was. Daarmee bewees hij Trump ongewild een grote dienst.

En wat vindt Donald Trump? ‘Slijmbal!’