Zelfstandigen krijgen vanaf volgend jaar een hoger pensioen

De federale regering gaat de manier waarop het pensioen van een zelfstandige berekend wordt vanaf volgend jaar wijzigen. Dat laat minister van Zelfstandigen en KMO’s David Clarinval (MR) weten.

De zogenoemde correctiecoëfficiënt die bij de berekening van het pensioen van een zelfstandige gebruikt wordt, gaat op 1 januari 2020 op de schop. Tot nu toe gebeurt de berekening van het zelfstandigenpensioen op basis van een coëfficiënt van 69 procent van het inkomen. Daardoor is het wettelijk pensioen van een zelfstandige lager dan dat van een werknemer.

Daar komt vanaf volgend jaar dus verandering in. Met de afschaffing van correctiecoëfficiënt komt de berekeningswijze voor het pensioen van een zelfstandige in lijn met die van een werknemer.

‘Dankzij deze hervorming zal bijvoorbeeld een zelfstandige met een jaarlijks inkomen van 30.000 euro genieten van 127,35 euro aan extra pensioenrechten per jaar’, aldus de minister. Na een loopbaan van 45 jaar kan dat dus oplopen tot 5.730,75 euro per jaar.

Verhoging minimumpensioen

Voorts heeft de ministerraad beslist om het minimumpensioen voor zelfstandigen vanaf 2021 met 2,65 procent te verhogen. Volgens Clarinval zal het minimumpensioen van een alleenstaande na een volledige loopbaan daardoor stijgen van 1.291,69 tot 1.325,92 euro. Voor een gezinshoofd vertaalt zich dat naar een stijging van 1.614,10 tot 1.656,88 euro.

Tot slot kunnen zelfstandige vaders vanaf volgend jaar meer vaderschapsverlof opnemen. Dat verlof wordt verhoogd van 10 dagen (of 20 halve dagen) tot 15 dagen (of 30 halve dagen). Vanaf 2023 wordt dat 20 dagen of 40 halve dagen. 

Die maatregel leidt volgens Clarinval tot een evenwichtigere verdeling tussen mannen en vrouwen wat betreft kinderopvang. 

Meer