Direct naar artikelinhoud
InterviewClara Cleymans

‘We moeten eens praten’: wat als je net uit elkaar wil gaan als de lockdown losbarst?

Rik Verheye en Clara Cleymans in ‘We moeten eens praten’.Beeld VRT

Vanavond start Eén met de eerste van vier nieuwe fictiereeksen, gemaakt tijdens het onvergetelijke jaar 2020: We moeten eens praten, met Clara Cleymans (31) en Rik Verheye (34) in de hoofdrol. Zij zetten een koppel neer dat op het punt staat uit elkaar te gaan, maar lo and behold: plots is er een acute lockdown en zijn ze (alleszins nog even) tot elkaar veroordeeld.

Clara Cleymans: “Dat vatten ze mooi samen onder de woorden ‘o shit’. (lacht) Ze weten op dat moment dat ze voor onbepaalde tijd met elkaar opgescheept zitten. Ze zullen wel moeten praten en dat is dan ook wat ze doen. Het bijzondere is, dit is echt een reeks gemaakt dóór corona. Ik denk dat dit soort kleine pareltjes anders geen kans zou krijgen. Nochtans  vind ik dat je niet altijd een ingewikkelde plot of Scandinavische sfeer nodig hebt. Ik vind een relatie óók heel spannend. Iedereen weet hoe moeilijk het is. We moeten eens praten gaat óver praten, over wat tegen elkaar te zeggen. Ook al ben je een koppel, op het eind van de rit ben je toch verschillend. Je probeert er het beste van te maken en elkaar te leren kennen. Dat is niet makkelijk, want mensen praten niet zo heel makkelijk.”

Volgens Rik Verheye was deze reeks heel puur, in de zin dat er heel veel van de acteurs moest komen. Ben je het daarmee eens?

“Ja, je zou kunnen zeggen dat het bijna een theaterstuk is. Niet dat theater per se puurder is, maar je kan je misschien minder wegsteken. Op een podium zie je alles, je ziet tics, houdingen, je ziet hoe zeker van zijn stuk iemand is. In We moeten eens praten zie je alleen Rik en mij. Geen van ons beiden kon zich wegsteken. Integendeel: wij mochten vanuit onszelf vertrekken, vanuit hoe wij een en ander aanvoelden. Meestal vertrekt een regisseur vanuit het beeld, in de zin van: dit is het plaatje, dit zijn je bewegingen, dit zijn de props. De hele dans van de scène ligt al vast. Nu voelden wij een grote vrijheid. Op een gegeven moment kregen wij het gevoel: ze zullen óns wel volgen, wat ervoor zorgt dat je heel alert aan het spelen bent, omdat je de hele tijd probeert te reageren op de kleine cadeaus van je tegenspeler.”

Het onderwerp is dan wel een relatiecrisis, maar wordt met veel humor gebracht. Speel je graag comedy? Je kan het goed.

“Ja, ik speel héél graag comedy. Ik vind het leven vaak ook gewoon grappig. Ik hoop dat dat een beetje de toon is die we in de reeks hebben weten te vinden, dat je zelf nog kan beslissen of je er nu mee lacht of huilt. Ik vind humor een sleutel om meer aan te kunnen, omdat ik me anders misschien te onbehaaglijk voel bij sommige dingen. (lacht) Het leuke aan comedy is dat je dat maar op één manier kan spelen, anders valt de mop niet. Dus je moet die sleutel elke keer vinden, het is een puzzeltje dat helemaal moet kloppen. Da’s supersecuur. Niet iedereen kan dat.

Clara Cleymans in ‘We moeten eens praten’.Beeld VRT

Herken jij ook die schemerzone tussen liefde en comfort waarin een relatie wel eens schippert?

“Het is gek dat je je relatie met het blote oog bijna niet ziet veranderen, maar als je dan terugkijkt, besef je met een schok dat niets nog hetzelfde is. Ik denk dat dat voor negentig procent van de relaties een gevaar is, om in een soort relatie te komen waarin het niet meer zindert, waarin er niet meer in het moment wordt geleefd en je het een beetje laat hangen. Dat is denk ik het allermoeilijkste. Niets mis met in joggingbroek naast elkaar in de zetel liggen, maar ik denk dat je dan misschien sneller het avontuur ergens anders gaat zoeken. We hebben allemaal nood aan een vorm van avontuur, dat heeft met levensenergie te maken. Als het alleen maar Ben & Jerry’s in de zetel is, scheten bij elkaar kunnen laten en je geborgen voelen, dan leef je niet meer, dan ben je gewoon aan het uitbollen. Dat wil ik pas als ik 90 ben.” (lacht)

Kloppen de stereotypen van man en vrouw zoals ze in deze reeks worden afgebeeld, denk je?

“Tijdens de lezingen heb ik die soms in vraag gesteld. Ik vroeg me af of het wel de vrouw moest zijn die kinderen wil, en waarom het de man is die nog kind is en spelletjes wil spelen. Maar natuurlijk: stereotypen werken omdat ze in veel gevallen waar zijn. Op andere momenten zijn we wel bewust tegen bepaalde clichés ingegaan. Waar ik bijvoorbeeld heel gevoelig voor ben, is zeuren. (lacht) Ik vind dat er in fictie veel meer soorten mannelijke personages bestaan dan vrouwelijke. Bij vrouwen nemen ze heel vaak archetypes: de bitch, de moeder, de prinses, de slet. Dan denk ik: allez, maak dat toch interessanter. En de zagende vrouw is ook zo’n cliché. Ik zie dat niet graag, ik wil zo’n vrouw niet zijn, dus ik vind het heel moeilijk om te spelen. Maar goed, als mijn personage in de reeks zeurt, moet ze wel, omdat hij geen initiatief neemt. 

“Voor de rest zit er veel herkenbaarheid in bepaalde uitspraken. Dat merkte ik op de set. Als ik een bepaalde zin zei, reageerde de crew: ‘oei, ja, die zin’. Er zijn blijkbaar toch universele zinnen in de relatieproblematiek. (lacht) Dat lijkt mij het fijne aan deze reeks, dat je als kijker naar je lief zal kijken en denken, oei ja, hier hebben wij ook gezeten.

‘We moeten eens praten’, van maandag tot donderdag op Eén.