‘Elk kind op school in Burkina Faso is een kindhuwelijk of kindsoldaat minder’

Kinderen die gevlucht zijn voor geweld in een opvangcentrum in Burkina Faso.

Achthonderddduizend kinderen en jongeren in Burkina-Faso worden aangespoord om toch naar school te blijven gaan in een regio die geteisterd wordt door geweld en de gevolgen van de coronacrisis. De hulporganisatie Education Cannot Wait (ECW) wil duizenden scholen terug openen en alle kinderen op de banken. Wij spraken met ECW’s directeur, Yasmine Sherif.

Education Cannot Wait (ECW) heeft vandaag al 11 miljoen dollar aan startkapitaal verzameld. De volgende drie jaar rekent de organisatie ze op fondsen van zowel publieke als private donoren want dan is er nog een bijkomende 48 miljoen dollar nodig om hun plannen voor Burkina Faso te realiseren. Het land is gelegen in de Centrale Sahel, een regio die volgens het VN-Vluchtelingenagentschap (UNHCR) ‘de snelst groeiende humanitaire en veiligheidscrisis ter wereld meemaakt’, met meer dan een miljoen ontheemden als gevolg.

‘De Centrale Sahel is een van de meest vergeten crisisregio’s ter wereld en Burkina Faso is een van de meest vergeten landen in crisis’, zegt Yasmine Sherif, de directeur van ECW aan de telefoon vanuit hoofdstad Ouagadougou.

ECW heeft zich de afgelopen jaren ingezet om het onderwijs in landen als Burkina Faso, Mali en Niger te versterken. Sherif is net terug uit Kaya, de op vier na grootste stad in Burkina Faso, ten noordoosten van de hoofdstad. Ze zag kinderen en leerkrachten die ondanks de hitte en de slechte infrastructuur toch proberen om te leren en om les te geven. ‘Ze hebben geen tenten, schoolgebouwen of schoolmateriaal. Water ontbreekt, er zijn geen sanitaire voorzieningen en vaak hebben ze geen huis omdat ze op de vlucht zijn voor geweld. Hun ogen zijn hol. Deze kinderen lijden”‘ zegt ze.

Volgens de Burkinese minister van Onderwijs en Alfabetisering, Stanislas Ouaro, lijdt het onderwijs in zijn land evenredig door het aanhoudende geweld, de onveiligheid van de situatie, en de covid-19-crisis. Door de veiligheidscrisis gingen al meer dan 2300 scholen dicht. De pandemie heeft in 2020 geleid tot een algehele sluiting van de scholen gedurende verschillende maanden

.Wat is de impact van jullie hulpprogramma’s in deze regio?

Yasmine Sherif: Wat we vandaag zien, is dat meer kinderen en jongeren toegang krijgen tot scholen in alle landen die getroffen zijn door de crises. We zien meer meisjes, ook adolescente meisjes, die naar school gaan. Dat willen we bevorderen door een holistisch pakket aan activiteiten aan te bieden. Vandaag heeft ECW ongeveer 40 miljoen dollar in deze landen geïnvesteerd en onze activiteiten omvatten onder meer mentale gezondheidszorg en psychosociale ondersteuning. Dat is heel belangrijk omdat het hier om kinderen gaat die door een crisis worden getroffen. We hebben ook heel snel gereageerd op de covid-19-pandemie. We waren een van de eersten die zorgden voor sanitaire voorzieningen, water en bouwmaterialen. Ook het afstandsleren hebben we snel geïntroduceerd in de verschillende gemeenschappen waar we actief zijn.

‘Het gaat om heel veel kinderen die onzekerheid en geweld ervaren, die hebben gezien hoe hun dorpen werden platgebrand en die nu veiligheid vinden in enkele gebieden die door de regering worden gecontroleerd.’

Je bent momenteel op missie in Burkina Faso, een land waarvan de VN zeggen dat 1 op 20 mensen er op de vlucht is voor geweld, 2,6 miljoen kinderen momenteel niet naar school gaan, en nog eens 1,7 miljoen studenten op het randje staan om te stoppen met hun opleiding. Wat merk je daarvan nu je daar zelf rondtrekt?

Sherif: Na de oproep van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN over de schrijnende situatie in Burkina Faso, hebben we beslist om dit land prioriteit te geven met onze onderwijsprogramma’s. Wat ik hier aantref? We zien grote groepen mensen die ontheemd zijn. Een miljoen mensen zijn in eigen land op de vlucht en er zijn in Burkina Faso ook 20.000 vluchtelingen uit aangrenzende landen die hier nu wonen in gastgemeenschappen. Het gaat om heel veel kinderen die onzekerheid en geweld ervaren, die hebben gezien hoe hun dorpen werden platgebrand en die nu veiligheid vinden in enkele gebieden die door de regering worden gecontroleerd.

In de stad Kaya voel je bijvoorbeeld meer veiligheid. Maar toch zijn er ook hier meer middelen nodig om deze kinderen en jongeren het onderwijs te geven dat ze verdienen. De regering is zeer betrokken. De president, de minister van onderwijs, maatschappelijke organisaties, ngo’s, de Verenigde Naties – allemaal werken ze samen om middelen en personeel te vinden om onderwijs beschikbaar te maken.

Eerder deze maand kondigde ECW ongeveer 33 miljoen dollar aan financiering aan voor Mali, Niger, de Centrale Sahel en Burkina Faso. 11 miljoen gaat nu al naar Burkina Faso, maar er is nog 48 miljoen dollar nodig in de toekomst. Wat betekent dit voor jullie opdracht?

Sherif: Hoe meer financiering we krijgen, hoe meer we ons doel kunnen bereiken en actie kunnen ondernemen. Niemand kan zeggen dat er geen capaciteit is. Die is echt groot genoeg bij het maatschappelijk middenveld, bij VN-agentschappen en bovendien is er grote politieke wil van de regering. Nu is het aan de rijkere landen om voor het nodige geld te zorgen. We willen dat ze partners zijn, omdat ECW een wereldwijd fonds is waarin onze donoren mee in de bestuursstructuur actief zijn. Onze partners zorgen voor de financiering, nemen mee de beslissingen en helpen zo onze visie te verwezenlijken: kwalitatief en inclusief onderwijs. Ook voor meisjes, voor kinderen met een handicap, voor alle kinderen die dreigen achterop te raken.

‘ECW heeft zich ertoe verbonden om door positieve actie minimaal 60 procent van de meisjes op school te krijgen.’

De laatste jaren hebben duizenden scholen in Burkina Faso de deuren gesloten, eerst door de veiligheidssituatie, nadien door covid-19. Waarom is het zo belangrijk dat kinderen in crises toch naar school blijven gaan?

Sherif: Het is geweten dat als een meisje niet naar school gaat, ze vroeger zal trouwen, eerder zwanger zal worden en daardoor waarschijnlijk nooit meer de schoolbanken zal zien. Als je haar de school ontzegt, maak je haar machteloos. Als een jongen niet naar school gaat, is de kans groter dat hij wordt gerekruteerd door een gewapende groep. Eens hij de wapens opneemt, verkleint de mogelijkheid op een goede opleiding. Zo wordt zijn kans om een productieve burger te worden, zo goed als teniet gedaan. Hoe langer deze kinderen niet naar school gaan, hoe groter de kans dat de vicieuze cirkel van onbedoelde zwangerschappen, mensenhandel, gedwongen rekrutering, extreme armoede en een gebrek aan middelen van bestaan blijft voortduren.

ECW heeft zich ertoe verbonden om door positieve actie minimaal 60 procent van de meisjes op school te krijgen. Wij geloven dat gendergelijkheid begint door de meisjes mondiger te maken en ze dus op te leiden. Door onze investeringen zien we niet alleen meer meisjes op school, ze stromen ook vlotter door naar het voortgezet onderwijs. Er is dus een directe correlatie tussen onze positieve actie, onze financiële investering en het aantal meisjes dat nu kwaliteitsonderwijs geniet.

Burkina Faso heeft trouwens een schitterende minister van Onderwijs die hier in het land zelf is opgeleid. Zo was Burkina Faso vijf jaar geleden ook een van de meest veelbelovende landen in het behalen van de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen op vlak van onderwijs. De crisis in de bredere regio heeft veel teruggedraaid. Daarom moeten we de kinderen van Burkina Faso snel weer naar school krijgen, we moeten hun veiligheid garanderen en maatregelen nemen om met covid-19 om te gaan. Maar de sleutel blijft om het conflict te beëindigen en de stabiliteit te herstellen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content