Sipke Gonggrijp

Natuur op oevers van de Maas herleeft na herinrichting bedding: "Zaden zijn meer dan 50 jaar oud"

Aan de oevers van de Maas komen weer planten voor die meer dan 50 jaar zijn weggeweest. Dat komt dankzij de herinrichting van de Maas de afgelopen jaren. Om overstromingen te voorkomen werd de zomerbedding van de Maas verbreed en is de winterbedding dieper gemaakt.  

"Door de werken aan de bedding van de Maas zijn oude zaadbanken weer omhooggekomen en zien we oude soorten weer groeien", vertelt onderzoeker Sipke Gonggrijp van de Stichting Hortus Alkmaar. "We zien nu weer uitzonderlijke inheemse en uitheemse soorten." Het gaat om planten met ronkende namen als de slanke mantelanjer, de harige ratelaar en de rode ogentroost. "De ene soort zoekt het wat dichter bij het water, andere groeien meer hogerop de oever." 

Door de wolnijverheid in Verviers kwamen zaden uit Afrika,  Zuid-Amerika en Australië in de Maas terecht

"Er worden tegenwoordig ook veel uitheemse plantensoorten gespot, die meer dan 50 jaar niet meer te zien waren, zoals bijvoorbeeld de slipbladige rupsklaver en het kaasjeskruid", zegt Sipke Gonggrijp. "Die zaden zijn via de wolnijverheid in Verviers, via de Vesder en de Ourthe, in de Maas terechtgekomen. "De wol uit Afrika, Noord-Amerika en Australië werd ongezuiverd aangevoerd en dan gewassen in de rivier. En zo kwamen al die zaden in de Maas terecht." 

Toen de wolnijverheid in Wallonië in de jaren '60 en '70 stopte, verdwenen veel plantensoorten geleidelijk. "Maar dankzij de werken aan de Maas ontkiemen heel oude zaden nu toch nog en groeien hier weer hele bijzondere plantensoorten", besluit Gonggrijp. 

Sipke Gonggrijp

Meest gelezen