Laatste standbeeld dictator Franco op Spaans grondgebied weggehaald in overzeese stad Melilla
In de stad Melilla, Spaans gebied in het noorden van Marokko, is het allerlaatste standbeeld van dictator Francisco Franco op Spaans grondgebied weggehaald. Het bestuur van de autonome stad voert daarmee een 14 jaar oude wet uit die gemeentebesturen verplicht om symbolen die de dictatuur of het Franco-kamp tijdens de burgeroorlog verheerlijken, uit de openbare ruimte te verwijderen.
Bekijk hier de beelden. Lees het artikel onder de video.
Het bronzen standbeeld werd in 1978, drie jaar na de dood van Franco, voor een stadspoort geplaatst om de rol van de generaal te herdenken als commandant van het Spaanse Legioen tijdens de Rifoorlog tegen de Berberstammen in de jaren 1920.
43 jaar later verbrijzelde een boormachine de stenen sokkel waarop het standbeeld stond en werd de bronzen Franco weggetakeld. "Een historische dag", liet het plaatselijke bestuur op Twitter weten.
Het standbeeld van Franco in Melilla was het laatste in de openbare ruimte zichtbare standbeeld van de dictator op Spaans grondgebied. Door het weg te halen, voert het bestuur een 14 jaar oude wet uit die gemeentebesturen verplicht om symbolen die de dictatuur of het franquistische kamp tijdens de burgeroorlog verheerlijken, uit de openbare ruimte te verwijderen.
Het lokale parlement van de autonome stad keurde de verwijdering maandag goed. Alleen de extreemrechtse partij Vox stemde tegen, de rechts-conservatieve Partido Popular onthield zich. Vox rechtvaardigde zijn verzet met het argument dat het beeld geen eerbetoon was aan Franco als dictator, maar aan zijn rol tijdens de Rif-oorlog.
Herbegraven
Generaal Francisco Franco viel in 1936 Spanje vanuit Noord-Afrika binnen en trok na drie jaar burgeroorlog tegen het linkse, republikeinse bestuur met de hulp van het naziregime van Adolf Hitler in Duitsland en het fascistische regime van Benito Mussolini in Italië aan het langste eind.
Meer dan 350.000 mensen kwamen om het leven tijdens de burgeroorlog. Nadien regeerde Franco, bijgenaamd "El Caudillo", bijna 40 jaar lang met ijzeren vuist over Spanje, tot aan zijn dood in 1975. In de woelige transitieperiode daarna zocht Spanje als parlementaire monarchie zijn weg naar een Europese democratie, een doel dat volgens vele Spanjaarden nog altijd niet is bereikt.
Franco lag decennialang begraven in het omstreden want onder meer door politieke gevangenen gebouwde monumentale mausoleum Vallei der Gevallenen, in de buurt van Madrid. Eind 2019 werd zijn lichaam opgegraven en herbegraven op een minder in het oog springende begraafplaats aan de rand van de hoofdstad.
Nabestaanden van republikeinse slachtoffers van de burgeroorlog die ook in het mausoleum begraven liggen, vonden het al jaren een schande dat de dictator op dezelfde plek zijn laatste rustplaats had gekregen. De herbestemming van Franco's lichaam was een prioriteit van de in 2018 aan de macht gekomen sociaal-democratische premier Pedro Sánchez.