Direct naar artikelinhoud
stresstest banken

Het verzuim om de bankensector te saneren komt als een boemerang terug in het gezicht van de Italiaanse regering

► De iconische Banca Monte dei Paschi in Siena. Vanavond weten we of de Italiaanse banken de Europese stresstest overleven.

Jean Wanningen was tussen 2011 en 2013 als monetair econoom werkzaam in Brussel. Hij is auteur van Het eurobedrog en schrijft voor de website ftm.nl.

Vanavond om 21 uur is het Uur U voor Italië. Dan maakt de Europese Centrale Bank (ECB) de resultaten bekend van de stresstesten van de Europese banken. De hamvraag daarbij is of ook de geplaagde Italiaanse banken zullen slagen voor die test. Vooruitlopend op die uitslag is het nuttig om te analyseren wat er precies aan de hand is in Italië.

Wat was er eerder? De kip of het ei? Een vraag waar de filosofen uit de Griekse oudheid zich al het hoofd over bogen. Die vraag kun je eigenlijk ook stellen over de problemen met de banken in Italië. Verreweg de meeste analisten, maar ook de Europese ministers van Financiën beschouwen de Italiaanse bankencrisis als elke andere. Zij menen dat als de problemen van de banken worden opgelost, ook de problemen met de Italiaanse economie zullen zijn opgelost.

Jean Wanningen (links)

Maar dat is een verkeerde voorstelling van zaken. De problemen waar Italië mee kampt, gaan veel dieper dan enkel de geëscaleerde problemen met de banken. Hét probleem van Italië is het gebrek aan economische groei en concurrentie vermogen. Was twintig jaar geleden - voor de invoering van de euro - het Italiaanse bedrijfsleven nog kerngezond, momenteel is het Italiaanse bbp 10 procent lager dan het niveau van 2007 en is het land weer terug op het niveau van twaalf jaar geleden. In termen van bbp per hoofd van de bevolking is het nog erger: Italië is in dat geval twintig jaar teruggeworpen in de tijd. Wat zijn daarvan de oorzaken?

Natuurlijk, ook de bankensector zelf valt veel te verwijten: fraude, mismanagement en corruptie tieren welig in die sector. Maar die misstanden vormen niet de hoofdoorzaak van de problemen met de banken.

Dat komt door een veelvoud aan factoren. Zo is daar de rigide arbeidsmarkt met haar beschermde beroepen, de buitensporige belastingdruk, waardoor veel burgers en bedrijven belastingen ontduiken, en de verstikkende Italiaanse bureaucratie. Maar waar voorheen de Italiaanse centrale bank de lire devalueerde om het concurrentievermogen van het Italiaanse bedrijfsleven te versterken, is dat door de eenheidseuro niet langer mogelijk.

Als Renzi geen oplossing vindt, zou het vertrouwen in het financiële systeem in zijn land kunnen wegvallen. Met een forse kapitaalvlucht tot gevolg

Daar komt bij dat in het kader van Europese afspraken sinds 2011 een streng austerity-beleid wordt gevoerd, waardoor de toch al geringe groei verder is afgevlakt. De consumptie viel terug, evenals de im- en exporten, en het Italiaanse handelsoverschot houdt niet veel over. Dit resulteerde erin dat tussen 2009 en 2013 bijna twee miljoen kmo's hun deuren konden sluiten. En vanzelfsprekend heeft zo'n groot aantal een impact op de bankensector, die vanouds sterk gericht is op die kmo's.

En het is ook waar dat de banken in het verleden te weinig kritisch leningen hebben verstrekt. Men hoeft geen raketgeleerde te zijn om te begrijpen dat onder omstandigheden zoals hierboven beschreven, het aantal wanbetalingen op zowel consumenten- als bedrijfskrediet fors is toegenomen. Dit is overigens niet uitsluitend een Italiaans probleem, dit speelt in de gehele zuidelijke periferie van de eurozone.

Geen devaluatie

De Italiaanse regering heeft nagelaten om haar bankensector te saneren toen het nog kon, acht jaar geleden. Dit verzuim komt nu als een boemerang terug in het gezicht van de huidige Italiaanse regering. Want als premier Matteo Renzi er niet in slaagt om een oplossing te vinden voor de herkapitalisatie van zijn bankensector - een oplossing die ook het fiat krijgt van de Europese Commissie - dan zijn de Italiaanse rapen gaar. Dan zou het vertrouwen in het financiële stelsel zomaar kunnen wegvallen met een forse kapitaalvlucht of, erger, een bankrun tot gevolg.

Intussen zijn de Italiaanse bankaandelen met tientallen procenten gekelderd sedert begin dit jaar. Een teken dat beleggers al bezig zijn om hun kapitaal uit het land weg te halen.

De hamvraag voor premier Renzi is dus nu: hoe ervoor te zorgen dat zijn banken slagen voor de test. Rechtstreekse staatssteun geven mag niet, al kreeg hij onverwacht steun uit Frankfurt, waar de baas van de ECB, zijn landgenoot Mario Draghi, publiekelijk verklaarde dat in uitzonderlijke omstandigheden dergelijke steun verleend zou mogen worden. Een positie die ook het Europese Hof van Justitie (EHvJ) recent innam. Maar crediteuren, landen als Duitsland en Nederland, verzetten zich vooralsnog fel tegen deze steun.

Gelet op de enorme politieke belangen die gemoeid zijn met de euro en het bijeenhouden van de eurozone zal een bail-out waarschijnlijk wel de uiteindelijke uitkomst zijn. Maar daarmee zijn de structurele problemen waar de Italiaanse economie mee kampt niet opgelost. Het euro Pact voorkomt de monetaire devaluatie van de Italiaanse munt die broodnodig is om het concurrentievermogen van het Italiaanse bedrijfsleven te herstellen.