Nooit zoveel tellers maar nooit minder vogels op Grote Vogelweekend

Er telden afgelopen weekend bijna 23.000 mensen vogels in 15.400 verschillende tuinen, maar met gemiddeld 27 getelde vogels per tuin waren er dat nooit zo weinig. Dat meldt Natuurpunt na afloop van het Grote Vogelweekend.

De huismus haalde het met grote voorsprong van de merel, die de op een na meest geziene vogel bleek. De kauw (kleinste kraaiachtige) stootte door naar de derde plaats. Vink en koolmees, die de afgelopen jaren telkens in de top 3 stonden, staan nu op plaats 4 en 5. "Dit jaar kan je niet echt van winnaars spreken", zegt Gerald Driessens, vogelexpert van Natuurpunt. "Huismus, merel en kauw verliezen gewoon minder sterk dan andere vogelsoorten."

Omdat veel van de merels die nu in de tuinen zitten, afkomstig zijn uit het hoge noorden, waar er geen uitbraak is van het usutu-virus, is de impact daarvan beperkt maar toch zichtbaar in telresultaten uit provincies waar het virus voorkwam.

Met gemiddeld 27 vogels per tuin waren er minder vogels dan ooit in de Vlaamse tuinen, vorig jaar waren er dat nog 28. "Dat winterse tuinvogels als de keep en sijs ontbraken, was aangekondigd", zegt Driessens.

"Maar we tekenden ook historisch lage cijfers op voor soorten die andere jaren massaal in een gemiddelde Vlaamse tuin te vinden zijn, zoals koolmees, pimpelmees, Turkse tortel, heggenmus en groenling. Het bar slechte broedseizoen in het kletsnatte voorjaar is daar tenminste bij de mezensoorten verantwoordelijk voor."

Bij andere soorten lijken de getelde aantallen vrij stabiel, enige uitschieter is de groene specht. Vergeleken met tien jaar geleden is zijn aanwezigheid verdubbeld.

Vorige week telden bijna 5.000 leerlingen uit 307 Vlaamse scholen vogels op de speelplaatsen. De kauw bleef de meest geziene vogel, de houtduif klom naar de tweede plaats en de merel verraste op plaats 3.

Meest gelezen