Direct naar artikelinhoud
InterviewProfessor Tim Spector

‘Calorieën tellen heeft geen enkele zin, alleen de voedingsindustrie heeft er baat bij’

‘Calorieën tellen heeft geen enkele zin, alleen de voedingsindustrie heeft er baat bij’
Beeld Getty Images

Eet zo weinig mogelijk zout. Let altijd op de calorieën op het etiket. Verzadigde vetten zijn slecht. Begin de dag met een stevig ontbijt. Veel voedingsadviezen nemen we blindelings aan omdat we ze van onze moeder, dokter of diëtist hebben gehoord, of omdat een schreeuwende kop in de krant het ooit met stelligheid beweerde. In Ingelepeld betoogt professor Tim Spector (62) dat veel van wat wij over voeding denken te weten, echter niet helemaal of zelfs helemaal níét waar en ronduit gevaarlijk is: ‘We worden verslaafd gemaakt aan kunstmatige zoetstoffen.’

Tim Spector, professor genetische epidemiologie aan het King’s College in Londen en bekroond auteur van meerdere bestsellers over voeding, baseerde zich voor Ingelepeld op de nieuwste wetenschappelijke inzichten en ook op eigen onderzoek. Samen met onder meer het Massachusetts General Hospital en Stanford University in Californië zette hij PREDICT op, het grootste voedingsonderzoek in zijn soort ter wereld. Het heeft geleid tot een radicaal nieuwe visie op voeding, en wat ze voor onze lichamelijke én geestelijke gezondheid kan doen. 

De ondertitel van uw boek luidt: ‘Waarom maar weinig klopt van wat ons over voeding is verteld.’ Hoe komt het dat veel mythes over voeding zo hardnekkig zijn?

Tim Spector: “Veel landen hebben geen voedingscultuur en volgen gewoon de trends van het moment. Ook houden mensen van simpele antwoorden voor complexe problemen. Voorts is de voedingswetenschap zeer jong en chronisch ondergefinancierd. Het gevolg is dat er de laatste veertig jaar zeer weinig goed onderzoek is gedaan. Een grote studie over voeding heeft pakweg dertig deelnemers. Ik ben geneticus: studies rond genetica hebben nooit minder dan een paar duizend deelnemers. Dat heeft een invloed op de kwaliteit van de resultaten.

“De voedingsindustrie houdt ook van simpele antwoorden, omdat die beter werken op verpakkingen of in reclames. Zo kunnen ze het publiek makkelijker verleiden om nog meer ultrabewerkte voeding te kopen die gezond lijkt, maar het niet is. Voor overheden en gezondheidsinstanties zijn simpele boodschappen ook handig: het is makkelijker om mensen te vertellen dat ze minder vet moeten eten of maar een beperkt aantal calorieën mogen innemen, dan hen grondig voor te lichten. Dat zou veel te veel geld kosten.”

Eén van de nieuwe inzichten is dat iedereen anders reageert op voeding, en algemene richtlijnen daarom weinig zin hebben. Het lijkt voor de hand te liggen, maar waarom heeft men dan zo lang het tegenovergestelde gedaan?

Spector: “Het was een simpele en heldere boodschap, en we denken nu eenmaal liever niet te veel na. Het klonk ook niet slecht: als je maar de juiste hoeveelheid calorieën innam, vetten vermeed, genoeg plantaardig at en niet te veel suiker consumeerde, bleef je gezond. Dieetbedrijven of diëtisten gaan ook altijd uit van één dieet dat voor iedereen werkt, wat nonsens is. Daarom ook hebben de meeste diëten op lange termijn geen effect.

“Het is ook een versimpeling van wat voeding is en van hoe het lichaam erop reageert. Alsof we allemaal identieke machines zijn die voeding op dezelfde manier verwerken. Zo hebben ze het mij tijdens mijn studie geneeskunde aangeleerd en wordt het vandaag nog onderwezen: het draait om de energie die je opneemt en wat je verbruikt en wat je voor de rest doet, maakt niet uit. Inmiddels weten we dat het toch iets ingewikkelder is.

“Een zeer belangrijke ontwikkeling is de recente ontdekking van het microbioom, de paar honderd biljoen bacteriën, schimmels en virussen die in onze darmen, vooral in de dikke darm, leven en een grote invloed op ons lichaam uitoefenen. Het is alsof we een nieuw orgaan hebben ontdekt waarvan we niet wisten dat het bestond en waar we nog lang niet alles van weten. Elk van die biljoenen darmmicroben kan afzonderlijk honderden stofjes produceren. In combinatie met de duizenden stoffen die onze voeding bevat, worden er zo vijftigduizend stoffen aangemaakt die voortdurend processen in ons lichaam beïnvloeden, tot zelfs in onze hersenen toe. Ook bijzonder is dat die mengeling van darmmicroben, net als de stoffen die ze produceren, bij iedereen verschillend is. Zelfs tweelingen, die genetisch identiek zijn, hebben een zeer verschillend microbioom.

“In de voedingswetenschap heeft die ontdekking tot een revolutie geleid. Aangezien het microbioom van mens tot mens verschilt en het zo’n grote invloed heeft, is het bestuderen van de precieze effecten extreem complex. Er zijn weinig mensen die er veel over weten, omdat het door de combinatie van genetica, microbiologie en biochemie een erg moeilijk vakgebied is.”

U bent één van de drijvende krachten achter PREDICT, een internationaal project dat onderzoek doet naar de manieren waarop mensen op voeding reageren.

Spector: “In één van onze eerste studies gaven we tweeduizend vrijwilligers, onder wie ook een paar honderd tweelingparen, dezelfde maaltijden om te kijken hoe hun lichaam daarop reageerde. Gezonde mensen bleken niet alleen totaal anders te reageren, het verschil kon ook erg groot zijn. Omdat we die grote verschillen ook bij identieke tweelingen zagen, wisten we dat die niet door de genen verklaard konden worden. Alles wees in de richting van het microbioom en momenteel nog onbekende factoren. Door alle gegevens die we hebben verzameld in een algoritme te gieten, hebben we een app ontwikkeld waarmee mensen op basis van persoonlijke data kunnen voorspellen welke voeding bij hen suiker-, vet- of insulinepieken in het bloed kan veroorzaken. Die pieken moet je zo veel mogelijk vermijden, omdat ze op termijn tot obesitas en andere aandoeningen kunnen leiden. Daarnaast spelen ook factoren als beweging, slaap, het tijdstip waarop je eet, de frequentie en zelfs je bioritme een rol. De app is nu op de markt in de VS, en hoe meer mensen hem zullen gebruiken en hoe meer data we verzamelen, hoe accurater de adviezen worden.

“Corona heeft ons ook geholpen: omdat ons onderzoekscentrum door de lockdown dicht moest, kwamen we op het idee om via de app gegevens over covid te verzamelen. Maar liefst 4,4 miljoen mensen in het VK, de VS en Zweden gebruikten op een bepaald moment de app, waardoor we als eersten konden aantonen dat het geen gewoon griepje was. En dat het verlies van reuk een belangrijke indicator was voor het ontwikkelen van de ziekte. Een jaar later werken nog altijd 1,5 miljoen mensen mee en is PREDICT de grootste voedingsstudie in zijn soort geworden. Daarnaast heeft het de overheid nuttige informatie opgeleverd voor de aanpak van de crisis.”

BROODJE KAAS

Veel mensen laten zich nog steeds leiden door de caloriewaarde van voeding. Calorieën tellen heeft echter geen enkel nut, schrijft u.

Spector: “Er wordt veel te veel belang aan gehecht. Ze zouden geen sleutelrol mogen spelen, en het zou ook niet het eerste mogen zijn waar je op een verpakking naar kijkt. Er is geen enkel onderzoek waaruit blijkt dat je door calorieën te tellen op lange termijn gewicht verliest.

“De calorie is een slechte graadmeter om te bepalen hoe dikmakend voedingsmiddelen zijn. Daar zijn verschillende redenen voor: de aangegeven caloriewaarde klopt vaak niet, de waarde is zeer lastig te berekenen en een calorie is ook niet voor iedereen hetzelfde. De ene zal meer energie uit dezelfde calorie halen dan de andere. Dat komt omdat de stofwisseling bij iedereen anders functioneert en omdat ons microbioom zo sterk verschilt. De variatie en de werking van de darmbacteriën hebben een grote impact op de hoeveelheid calorieën die we opnemen en in energie omzetten.

'Voedingsstoffen reageren ook op elkaar: kaas en brood apart leveren niet dezelfde energie als een broodje kaas.'Beeld ANP XTRA

“Een calorie uit een onbewerkt product is ook niet dezelfde als die uit een sterk bewerkt product, maar toch wordt aan maïs dezelfde caloriewaarde toegeschreven als aan cornflakes, een sterk bewerkte vorm van maïs. Ook de manier waarop voedsel wordt bereid en welke structuur het heeft, heeft een invloed op de hoeveelheid energie die het bevat: zo zitten in een steak tartaar minder calorieën dan in een hamburger die kort is gebakken, en veel minder dan in een burger die goed is doorbakken. Voedingsstoffen reageren ook op elkaar: kaas en brood apart leveren niet dezelfde energie als een broodje kaas.

“Een caloriewaarde op een voedingsmiddel plakken slaat nergens op. Mijn grootste bezwaar is dat het mensen een vals gevoel van veiligheid geeft. Een voedingsmiddel kan zeer weinig calorieën bevatten en toch zeer ongezond zijn. De enige die er baat bij heeft, is de voedingsindustrie, die ons lightproducten kan aansmeren waar je snel weer honger van krijgt. En om het aantal calorieën laag te houden, zitten die tjokvol chemische stoffen die geen enkele voedingswaarde hebben.”

Ze plakken ook ‘suikerarm’ of ‘vetarm’ op hun producten, maar de kunstmatige stoffen die suiker en vet vervangen, zijn niet gezonder, vaak integendeel.

Spector: “Je hoort op congressen al eens een gerespecteerde voedingsexpert vertellen dat verzadigde vetten niet noodzakelijk slecht zijn. Vijf jaar geleden was dat ondenkbaar. Die slechte reputatie is ontstaan doordat veel studies naar de invloed van verzadigde vetten in de VS werden uitgevoerd, en daar worden de meeste van die vetten geconsumeerd in de vorm van hamburgers, hotdogs en diepvriespizza’s. Europese studies geven een veel minder zorgwekkend beeld. En studies in Azië tonen aan dat mensen die veel verzadigd vet eten, juist een kleiner risico op hart- en vaatziekten en diabetes lopen. Zalm, vette vis en extra vierge olijfolie bevatten ook verzadigde vetzuren, en toch beschouwen we die als zeer gezond. Beweren dat verzadigd vet per definitie slecht is, houdt dus geen steek.

“In de VS en het Verenigd Koninkrijk worden voedingsmiddelen die verzadigde vetten bevatten, meestal vervangen door voeding met zetmeelrijke koolhydraten of onverzadigde vetten, wat wellicht nog slechter is voor de gezondheid. Verzadigd vet zit in meer natuurlijke producten als zuivel en vlees. Die vetten hebben de voedingsbedrijven vervangen door goedkopere en industriële ingrediënten die het etiket wel opsmukken, maar gewoon een dozijn chemische stoffen extra zijn.

“Hetzelfde verhaal met suiker: die wordt meestal vervangen door kunstmatige zoetstoffen die twee- tot zeshonderd keer zoeter zijn. Als je suikerarm eet of overschakelt op suikerarme drankjes, zal dat echter niet tot gewichtsverlies leiden of een lager risico op diabetes. Je krijgt wel minder calorieën binnen, maar die zoetstoffen hebben andere verstorende effecten op onze stofwisseling. Het zou ook kunnen dat ze mensen het idee geven dat ze gezond bezig zijn, waardoor ze méér zogenaamd suikerarme producten consumeren. Voor de volksgezondheid zijn die artificiële zoetstoffen een ramp. We weten dat ze een invloed hebben op het microbioom. In de varkenssector gebruiken ze kunstmatige zoetstoffen om het microbioom van biggen te manipuleren, zodat ze sneller vet worden. Die zoetigheid heeft ook een invloed op de smaak van kinderen. Hun smaakvermogen raakt afgestompt en ze ontwikkelen een grotere hunker naar zoetigheid. De voedingsindustrie gebruikt niet alleen kunstmatige zoetstoffen in voeding om de calorieën te reduceren, maar ook om ons eraan verslaafd te maken.”

De Wereldgezondheidsorganisatie bestempelde rood vlees en bewerkte vleesproducten vorig jaar als kankerverwekkend, maar veel bewijs voor die stelling is er niet. U omschrijft ze zelfs als ‘belachelijke bangmakerij’.

Spector: “Er is geen enkel bewijs dat rood of bewerkt vlees kankerverwekkend is. Veel onderzoek in de voedingswetenschap is van zeer bedenkelijke kwaliteit. Vaak wordt uit een voedingsproduct dat honderden stoffen bevat, één stofje geïsoleerd dat ze dan in zeer hoge doses op kweekcellen van mensen of muizen in een proefbuis loslaten. Dat blijkt bijna altijd kankerverwekkend te zijn, maar ze vergeten dat de honderden andere stoffen in het product misschien wél nuttig zijn, of met andere stoffen reageren, zodat de gewraakte stof een heel andere werking heeft. Je leest ook in de resultaten van een onderzoek wat je erin wílt lezen. Vegetariërs zullen vooral oog hebben voor resultaten die negatief zijn voor vlees. Of ze zullen bewust of onbewust informatie negeren. Bewerkt vlees zou bijvoorbeeld slecht zijn door de nitrieten die het bevat. Maar in planten zitten ook nitrieten en daar hoor je nooit wat over.

'Er is geen enkel bewijs dat rood of bewerkt vlees kankerverwekkend is. Die onderzoeken deugen niet.'Beeld Francesco Guidicini

“De verwarring is vaak het gevolg van slechte wetenschap. Een mooi voorbeeld is de waarschuwing voor het gevaar van polycyclische aromatische koolwaterstoffen of paks. Die kunnen ontstaan als je vlees boven een vlam bakt, bijvoorbeeld op de barbecue, en ze zouden kankerverwekkend zijn. Die claim is echter gebaseerd op laboratoriumonderzoek en één kleinschalige studie bij brandweerlui, die vaak met rook in aanraking komen. Als je niet elke dag vijf kilo op de barbecue verkoolde steak eet, is de kans dat je kanker krijgt van paks, zo goed als nihil.

“Ik ben er wel voorstander van om minder vlees te eten, omdat de planeet het alleen zal redden als we overschakelen op een grotendeels plantaardig dieet. De manier waarop we nu vlees produceren en consumeren, is niet houdbaar. Maar bewijs dat rood vlees schadelijker is dan wit vlees, is er niet.”

Wie denkt dat hij er beter aan doet vis te eten, is er ook aan voor de moeite.

Spector: “Helaas (lacht). Er is weinig tot geen wetenschappelijk bewijs dat vis eten gezondheidsvoordelen oplevert, ook al denken veel mensen dat het goed is voor hart- en bloedvaten. Wél zeker is dat veel vis zware metalen als lood, cadmium en kwik bevat, die via de uitstoot van de industrie in zee terechtkomen, en minuscule plasticdeeltjes, waarvan we vermoeden dat ze niet al te gezond zijn. De meeste vis die wij consumeren, is bovendien kweekvis die vaak royaal met antibiotica is behandeld. Of in het geval van kweekzalm met pesticiden, omdat zeeluis een echte plaag is in zalmkwekerijen. Je weet ook nooit zeker wat je op je bord krijgt: veel zogenaamd verse vis is al eens ingevroren, en vaak wordt jou in de supermarkt of op restaurant andere, goedkopere vis aangesmeerd dan op het menu of het etiket vermeld staat. Ik ga niet zeggen dat je géén vis meer mag eten. Maar doe het bijvoorbeeld één keer per week, en kies dan iets duurdere vis van goeie kwaliteit waarvan je weet waar hij vandaan komt.”

Veel overheden adviseren om minder zout te eten en zo onze bloeddruk en het risico op een beroerte of een hartinfarct te verlagen, maar ook daar vertelt de harde wetenschap iets anders.

Spector: “Dat de aanbevolen maximale dagelijkse hoeveelheid zout van land tot land sterk verschilt, is al een aanwijzing dat er iets niet klopt. Studies over een verminderde zoutinname hebben geen verlaagd risico op hartinfarcten, beroertes en sterfte gevonden. Bij de meeste mensen leidt het ook amper tot een verlaging van de bloeddruk. Sommige mensen zijn wel gevoeliger voor zout, maar het is absurd dat richtlijnen die nuttig zijn voor 1 procent van de bevolking, iedereen worden opgedrongen. De voedingsproducenten zul je alvast niet horen klagen. Zij hebben zout vervangen door kalium, mononatriumglutamaat, lysine en andere stoffen die niet alleen goedkoper zijn, maar hen ook toelaten hun producten als ‘zoutarm’ en dus gezonder in de markt te zetten, terwijl niet duidelijk is wat de mogelijke effecten van al die nieuwe chemische stoffen op de gezondheid zijn. Ultrabewerkte voeding bevat vaak zeer veel zout, nog een reden om dat soort voeding te vermijden, maar zout toevoegen aan natuurlijke voeding kan echt geen kwaad.”

10.000 STAPPEN

Voor mensen die gewicht willen verliezen door zich in het zweet te sporten, hebt u ook vervelend nieuws: zo speel je geen kilo’s kwijt.

Spector: “Voor professionals die elke dag uren sporten, is het een ander verhaal, maar mensen die enkele keren per week een halfuurtje sporten, zullen geen gewicht verliezen. Beweging heeft maar een kleine invloed op de energie die we verbruiken. Ongeveer 70 procent van de energieverbranding gaat naar de ruststofwisseling, dus wat we nodig hebben om in rust te blijven functioneren. Het verteren van voedsel is goed voor 10 procent en de resterende 20 procent gaat op aan fysieke activiteit – de helft zijn alledaagse bewegingen zoals opstaan en gaan zitten en op je stoel schuifelen. Dan blijft er 10 procent over waar je wél een invloed op hebt door te sporten.

“Evolutionair is ons lichaam ook geconditioneerd om te reageren op het verlies van opgeslagen energie. Ons metabolisme zal zich aanpassen, waardoor we er niet alleen toe aangezet worden om meer te eten na het sporten, maar in rusttoestand ook minder energie te verbruiken. Tragisch genoeg werkt dat mechanisme het sterkst bij mensen met overgewicht. Ik ben een groot voorstander van beweging, omdat het goed is voor je hart en je mentale welzijn, maar mensen die beginnen te sporten en hun dieet niet aanpassen, zullen nooit gewicht verliezen.”

Waarom houdt die mythe zo goed stand?

Spector: “Dat hebben we ook aan de voedingsindustrie te danken. Al decennia maakt die ons wijs dat je na het sporten zoveel mag eten en drinken als je wilt. Het is zogenaamd niet je voeding waar je dik van wordt, maar wel je gebrek aan beweging. Die boodschap verspreidt ze ook door zich als sponsor te verbinden aan belangrijke sportevenementen zoals de Olympische Spelen of grote voetbaltoernooien. Ze hebben geld zat: de winstmarges op zoete snacks en dranken zijn vier keer zo groot als die op onbewerkte voeding.

“Hoe doeltreffend mythes kunnen zijn, blijkt uit de tienduizend stappen die iedereen nu wil halen. Dat het om een mooi rond getal als tienduizend gaat, is op zich al toevallig. Maar die tienduizend stappen zijn een uitvinding van een Japanse firma die voor de Olympische Spelen van Tokio een stappenteller had gelanceerd, om mensen meer te doen bewegen. Dat getal heeft geen wetenschappelijke basis. Een studie bij Schotse postbodes lijkt erop te wijzen dat er pas vanaf vijftienduizend stappen per dag mogelijk positieve gezondheidseffecten optreden.

“Al die sportdrankjes met suiker, mineralen en elektrolyten die ze ons aanbevelen, omdat ze blessures zouden voorkomen en ervoor zorgen dat we minder snel vermoeid raken tijdens het sporten, hebben ook geen nut. Alleen atleten en mensen die intensief en zeer lang na elkaar sporten, hebben ze nodig om mogelijke tekorten aan te vullen. Voor recreatieve sporters is het weggegooid geld. Het idee dat we tijdens het sporten zo veel mogelijk moeten drinken, eist zelfs slachtoffers: nogal wat sporters overlijden omdat ze te véél hebben gedronken. Aan uitdroging is daarentegen nog nooit een sporter bezweken.”

‘Je bloeddruk verlaagt niet door minder zout te eten, en je verlaagt evenmin het risico op hartinfarcten en beroertes. Zout toevoegen aan natuurlijke voeding kan geen kwaad.’Beeld RV

ONTBIJT ALS BEDELAAR

We hebben altijd geleerd dat het ontbijt de belangrijkste maaltijd van de dag is, en dat we ’s morgens moeten eten als een keizer, ’s middags als een koning en ’s avonds als een bedelaar. Ook dat blijkt niet met de waarheid te stroken.

Spector: “Recent onderzoek heeft aangetoond dat het ontbijt overslaan geen kwaad kan en voor de meeste mensen zelfs een gunstig effect heeft op hun metabolisme en gewicht. Ook hier geldt weer dat ieders metabolisme anders is, en dat sommigen er baat bij hebben om wel te ontbijten. Dat wij een ontbijt nodig hebben, zit niet in onze genen geprogrammeerd. Ik heb ooit een weekje bij de Hadza in Tanzania verbleven, de laatste Afrikaanse stam die nog als jagers-verzamelaars leeft. Zij bleken niet te ontbijten. Ze hebben er zelfs geen woord voor in hun taal.”

Het ontbijt af en toe skippen zou ook goed zijn voor de gezondheid.

Spector: “Dat heeft ook te maken met het microbioom. Lange vastenperiodes zijn wellicht schadelijk voor onze darmbacteriën, maar korte periodes zonder voedsel, bijvoorbeeld door het ontbijt of een andere maaltijd over te slaan, hebben mogelijk wel een gunstig effect. Het lijkt erop dat de bacteriën in de darm baat hebben bij periodes van rust, waarin de darmwand kan worden schoongemaakt en hersteld. Er zijn ook aanwijzingen dat het microbioom een dag-en-nachtritme heeft dat bij iedereen verschilt. Ik adviseer iedereen daarom zelf te experimenteren. Probeer eens één keer per week het ontbijt over te slaan en kijk wat voor invloed het heeft op je energieniveau, je eetlust en je stemming. En, op langere termijn, op je gewicht. Om te weten wat goed is voor je, moet je naar je eigen lichaam luisteren en niet naar de reclames voor cornflakes. De voedingsindustrie is de eerste om die mythe over het belang van het ontbijt te bevestigen, want zo kunnen ze goedkoop geproduceerde, weinig voedzame en met echte en kunstmatige suikers volgepropte ontbijtgranen slijten.

“Die ontbijtgranen verkopen ze ook met het argument dat een stevig ontbijt met veel energierijke glucose essentieel is voor kinderen, omdat ze zich anders niet kunnen concentreren op school. Die claim heeft geen enkele wetenschappelijke grond. Ik kan het uit eerste hand getuigen: één van mijn kinderen had ’s morgens nooit trek, maar deed het op school toch heel goed. Je hoeft je kinderen met andere woorden niet te dwingen ’s morgens te eten om je minder schuldig te voelen.”

ONGEZONDE VITAMINEN

Een miljardenindustrie waar we ook grote vraagtekens bij kunnen plaatsen, is die van de vitamine- en mineralensupplementen.

Spector: “Die hele industrie is gestoeld op het volstrekt foutieve idee dat het gezond is grote hoeveelheden in te nemen van stoffen zoals vitamines, waarvan we normaal maar zeer kleine doses binnenkrijgen. Zowel in het VK als in de VS slikt liefst de helft van de bevolking dagelijks minstens één supplement. Wereldwijd worden ze door zowat een miljard mensen geregeld gebruikt. Er wordt dus heel veel geld aan verdiend. Mensen hebben er geen goedkeuring van de dokter voor nodig en het placebo-effect is ook zeer groot, waardoor ze denken dat die supplementen écht werken.

“Maar uit studies blijkt telkens opnieuw dat ze bij normale, gezonde mensen geen enkel effect hebben. Meer nog, recent onderzoek toont juist aan dat je het risico op kanker, beroerten en hartaandoeningen verhóógt als je te veel supplementen slikt. Sommige vetoplosbare vitamines, onder andere vitamine D, A, E en K, kunnen zich namelijk in gevaarlijke concentraties opstapelen in het lichaam. Een overdosis vitamine D, die normaal goed is voor de opbouw van je botten, kan je kans op botbreuken en problemen met je spieren net vergroten. Velen vergeten dat die supplementen geen puur natuurlijke ingrediënten bevatten: het gaat meestal om synthetisch spul dat industrieel wordt geproduceerd, vaak in China. Aan de zogenaamd werkzame stof worden een hoop chemische stoffen toegevoegd waarvan we de effecten op de gezondheid niet kennen en die ook amper worden gecontroleerd.

“In maart 2020 verdubbelde de verkoop van vitaminesupplementen in het VK, omdat mensen dachten dat ze er hun immuunsysteem mee konden versterken en covid voorkomen. Uit een onderzoek blijkt dat één op de twee Britten supplementen slikte, en dat geen enkele vitamine effect had op hun risico om ziek te worden.”

Er is ook een verschil tussen een vitamine die je uit fruit of groenten haalt en een vitamine uit een pil.

Spector: “Ook omdat een enorme dosis vitamine D die in pilvorm wordt geslikt en in één keer op je microbioom wordt losgelaten, een heel ander effect heeft dan vitamine D die je uit champignons, vis of zonlicht haalt en traag wordt afgebroken door de darmbacteriën en in het bloed wordt vrijgegeven. Je kunt beter vers en gevarieerd eten en ervoor zorgen dat je af en toe wat zonlicht op je huid krijgt. Op die manier krijgt 99 procent van de mensen voldoende vitaminen en mineralen binnen.”

DERTIG PLANTEN

Vóór u dit boek schreef, had u geen idee van de omvang en de financiële slagkracht van de voedingsbedrijven. Wat hebt u zoal bijgeleerd?

Spector: “Hun invloed op het onderzoek is nog veel groter dan ik dacht. Veel onderzoek wordt gesponsord door de wetenschappelijke instituten of liefdadigheidsorganisaties die als een soort dekmantel door de voedingsindustrie zijn opgezet. De resultaten van zulke studies zijn niet te betrouwen, en hun invloed op het systeem is veel groter dan we beseffen. Via lobbywerk bij voedingsdeskundigen, wetenschappers en politici bepalen ze mee de richtlijnen rond voeding, beweging en aanverwante, en slagen ze erin de aandacht af te leiden van de echte problemen, onder andere de overmatige consumptie van zeer winstgevende en ongezonde ultrabewerkte voeding.

“Ze hebben intussen wel afdelingen die onderzoeken hoe ze microbioomvriendelijke voeding kunnen maken, en ze zijn ook bezig met gepersonaliseerde voeding. Ze zijn niet dom: als mensen straks via een app weten wat goed is voor hen en wat niet, moet de voedingsindustrie de juiste producten kunnen aanbieden.

“Ik vind ook niet dat we ze moeten verketteren. Zonder de voedingsindustrie en haar efficiënte productie zouden we de planeet niet kunnen voeden, maar we moeten een gezond evenwicht vinden.”

Hoe ziet die gepersonaliseerde voeding van de toekomst eruit? Laten we over enkele jaren ons microbioom in kaart brengen, waarna een toestelletje ons vertelt wat we wanneer best wel of niet eten?

Spector: “De glucosemeters die wij nu gebruiken om de suikerwaarden van onze proefpersonen te meten, zitten over vijf jaar wellicht standaard in onze horloges. Ook je microbioom in kaart brengen is over enkele jaren voor iedereen betaalbaar. Een jaarlijke test van je microbioom zal een vaste routine worden, zoals je bij de dokter nu je bloeddruk of cholesterol laat controleren.”

Hebt u nog advies voor mensen die nu niet meer weten wat ze mogen eten?

Spector: “De algemene regel is dat je vooral dingen moet eten waarmee je je darmbacteriën een plezier doet. Het zal je immuunsysteem versterken, je metabolisme verbeteren en ook je reactie op allerlei voedingsstoffen flexibeler maken. Dat doe je onder andere door wekelijks dertig verschillende planten te eten. Dat is minder moeilijk dan het klinkt: noten, zaden en specerijen zijn ook planten. Het is meteen een goede gelegenheid om minder populaire maar voordelige planten als pastinaak, koolraap of koolrabi op het menu te zetten. Eet ook regelmatig kleine porties gefermenteerde voeding (yoghurt, kaas, boter, bier, wijn en dergelijke, red.). En kies plantaardige voeding die veel polyfenolen bevat, natuurlijke stoffen die een beschermende werking hebben tegen kanker en andere ziekten. Goeie bronnen zijn felgekleurde en lichtjes bittere plantaardige voeding en koffie, pure chocolade, wijn en olijfolie. Vermijd voorts ultrabewerkte voeding, kunstmatige zoetstoffen en additieven. En probeer ook geen tussendoortjes te eten, zodat je darmbacteriën kunnen rusten. Met die paar regels zullen de meeste mensen gewicht verliezen en zich ook gezonder voelen.”

Kan de coronapandemie ons iets leren over onze omgang met voeding?

Spector: “Iedereen reageert zeer verschillend op het virus, net als op voeding. Je hebt wel dezelfde risicofactoren – obesitas, diabetes – en je dieet is van groot belang. We publiceren binnenkort een artikel over het effect van voeding op covid: als je je dieet verbetert, kun je de ernst van de ziekte verminderen. Met voeding kun je je microbioom verbeteren, en dat heeft een invloed op het immuunsysteem. Het helpt je goed te reageren op het vaccin, en het zal je ook beter beschermen tegen toekomstige virussen.

“Voorts heeft het experiment met PREDICT ons geleerd dat je met artificiële intelligentie perfect ziektebeelden kunt voorspellen en dat een gepersonaliseerde aanpak via een app wérkt. Wat voor covid werkt, zal voor voeding ook werken.”

(trekt een enorme zak chips open) Bedankt voor dit gesprek.

Tim Spector, ‘Ingelepeld. Waarom maar weinig klopt van wat ons over voeding is verteld’, NieuwezijdsBeeld EPO

© Humo