Direct naar artikelinhoud
InterviewInge Gies

Vlaamse tweejarigen worden alsmaar zwaarder: ‘Het begint al in de buik van de mama’

Professor Inge Gies. 'We moeten vooral meer inzetten op preventie. We gaan nu nog te veel uit van curatieve gezondheidszorg. Het lijkt me belangrijk dat die mindset verandert.’Beeld RV

De Vlaamse tweejarige wordt alsmaar zwaarder. En corona deed de trend nog wat meer de pan uit swingen. Ook professor Inge Gies, hoofd van de kinderobesitaskliniek van het UZ Brussel, maakt zich zorgen. ‘We zien het niet alleen bij peuters, maar bij alle leeftijden.’

De nieuwe cijfers die Kind & Gezin verzamelde tijdens consulten, spreken boekdelen. De voorbije jaren steeg het aantal tweejarigen met overgewicht gestaag. Corona doet dat aantal nu nog meer pieken. Kinderarts en endocrinologe Inge Gies heeft die cijfers niet eens nodig om verontrust te zijn. Ze ziet zowat elke dag in haar praktijk in het UZ Brussel dat het de verkeerde kant op gaat. 

“We zien nu niet alleen een gewichtstoename bij kinderen die we al opvolgden voor gewichtsproblemen. Ook kinderen die voor andere aandoeningen in het ziekenhuis terechtkomen, blijken verdikt te zijn. En dan heb ik het over kinderen van alle leeftijden.”

Waaraan ligt dat, volgens u?

Gies: “De situatie is nog te nieuw om al grote wetenschappelijke analyses te kunnen maken, ook internationaal zijn die er niet. Deze cijfers van Kind & Gezin geven ons een eerste indicatie. Maar het lijkt logisch dat we nu de gevolgen zien van de eerste lockdown. Kinderen zaten vooral thuis, scholen en crèches waren gesloten en alle buitenschoolse activiteiten gestopt. Ook ouders zaten thuis en moesten proberen om thuiswerk te combineren met de zorg voor de kinderen. Dat was voor veel gezinnen een moeilijke periode. Kinderen werden, uit noodzaak, ‘gepaaid’ door hen voor een scherm te zetten. De schermtijd is bij heel wat kinderen in die periode aanzienlijk toegenomen. En we weten uit vorige onderzoeken dat veel schermtijd de kans op overgewicht vergroot. Omdat je minder beweegt en makkelijker gaat snacken als je voor de televisie zit. In heel wat gezinnen viel de structuur ook grotendeels weg. Ook dat zorgt vaak voor andere eet- en beweegpatronen.”

Die eerste lockdown was voor heel wat gezinnen met kinderen, van welke leeftijd ook, een moeilijke tijd. Maar die heeft nu ook niet zo lang geduurd. Kunnen we daar dan zo’n effect van zien?

“Absoluut. Je hebt maar een relatief korte periode nodig om al een gewichtstoename te zien. Je kan niet zomaar enkele maanden meer stilzitten en bijvoorbeeld anders eten zonder een verandering te zien. Corona heeft het belang van een gezonde levensstijl, dag in dag uit, nog maar eens bevestigd.

“Zelf schrik ik hier niet van. Er was al heel wat internationaal onderzoek naar het effect van schoolvakanties op het gewicht  van kinderen. In zo’n vakantie valt de structuur vaak weg. Sommige kinderen bewegen meer, maar de meerderheid beweegt net minder. Bovendien houden gezinnen tijdens de vakantie vaak een ander eetpatroon aan. Dat leidt vaak tot gewichtstoename. Corona had nu ook datzelfde effect.”

De cijfers van Kind & Gezin gaan over tweejarigen. Hoe belangrijk is gewicht op die leeftijd? En is het wel nodig om nu al aan de alarmbel te trekken?

“Het is toch een van de nieuwe inzichten die we de afgelopen jaren hebben verworven: vroeger dachten we dat het babyvet er wel nog zou uitgroeien, dat zoiets schattig was en een teken dat het kleintje goed in zijn vel zat en meer beschermd was tegen infecties. Dat bleek een grote misvatting. Nu weten we, op basis van heel wat onderzoek, dat overgewicht op jonge leeftijd het risico op overgewicht en obesitas op volwassen leeftijd verhoogt.

“Er is heel wat onderzoek verricht rond gewicht op de leeftijd van vijf à zes jaar. Kinderen van die leeftijd met overgewicht hebben 60 tot zelfs 80 procent kans op overgewicht en obesitas op volwassen leeftijd. Er is ook een verhoogde kans op cardiovasculaire ziekten en diabetes. Er is minder onderzoek bij jongere kinderen. Maar ook daar verschenen de voorbije jaren al enkele internationale studies die tonen dat er ook een link is met problemen op latere leeftijd.

“Dat Kind & Gezin dit nu signaleert is dus wel degelijk belangrijk. We weten dat de eerste duizend dagen van het babyleventje, vanaf de conceptie tot de leeftijd van goed twee jaar, een periode is waarin voeding en omgevingsfactoren een belangrijke rol spelen voor de preventie van overgewicht en obesitas op latere leeftijd. Laat ons niet wachten tot die kinderen obese volwassenen geworden zijn om in te grijpen.”

Wijst overgewicht bij zo’n jong kind altijd op een gebrek aan beweging, te veel schermtijd en geen gezond eetpatroon?

“Er kunnen ook genetische oorzaken of medische redenen zijn waarom het gewicht kan stijgen. Maar de meeste bekende oorzaken zijn toch de levensstijl en dan vooral de balans tussen in en uit, tussen beweging en wat je eet.

“Het begint eigenlijk bij het gewicht van de mama tijdens de zwangerschap. Dat is een nog al te vaak onderschat gegeven. Eigenlijk moet je zoveel mogelijk met een gezond gewicht aan de zwangerschap beginnen. En als je tijdens de zwangerschap ongezond eet, dan verhoog je het risico op overgewicht bij de baby, omdat de vetcellen van bij het begin verkeerd geprogrammeerd worden.

“Het eerst levensjaar geef je je kindje best niet te veel eiwitten en je begint best niet voor de leeftijd van zes maanden met vaste voeding. Veel bewegen met je baby en peuter is ook belangrijk. Nu worden kindjes van één of twee jaar soms al te gemakkelijk in een park voor de televisie gezet of krijgen ze een tablet om mee te spelen. In ons jachtige leven is er ook minder tijd om met je peuter aan de hand te gaan wandelen. Dat gaat nogal traag, het is veel makkelijker om het kind in een buggy te zetten. Maar zo mist het wel beweging.”

U had het over het verkeerd programmeren van vetcellen. Kan u dat eens uitleggen?

“Een vetcel dient voor het opslaan van vet. Vroeger dacht men dat dat de enige functie was, stockage. Nu weten wat dat zo’n cel als het ware geprogrammeerd kan worden om meer of minder vet op te slaan. Zo’n vetcel lokt namelijk ontstekingsmechanismen uit en produceert ook bepaalde hormonen. Een gezonde levensstijl en genoeg beweging zorgt ervoor dat er minder vetten worden opgeslagen. En dat begint dus al in de buik van de mama.”

Uit de gegevens van Kind & Gezin van de voorgaande jaren blijkt dat overgewicht bij peuters van twee jaar in bepaalde groepen van onze maatschappij vaker voorkomt. Bijvoorbeeld bij kinderen met een mama van niet-Belgische origine en in kansarme gezinnen. Waaraan ligt dat?

“Over de allochtone populatie zijn er enkele studies die wijzen op een verhoogd risico op genetisch bepaalde zwangerschapsdiabetes en type 2-diabetes. Als een mama tijdens de zwangerschap diabetes krijgt, is de kans dat de baby geprogrammeerd wordt op het krijgen van overgewicht groter. Bij kansarmoede ligt de verklaring moeilijker. Daar speelt volgens enkele onderzoeken vermoedelijk toch vooral de voeding een rol.

“Op iets oudere leeftijd kan het aanbod tot bewegen en buitenschoolse activiteiten een rol spelen, bij zowel allochtone als kansarme groepen.”

Kan het overgewicht bij zo’n peuter van twee nog weggewerkt worden?

“Absoluut. Dat gaat zelfs een pak makkelijker dan bij kinderen van bijvoorbeeld tien of twaalf jaar.”

En hoe gaat dan dan? Zet je zo’n peutertje dan op dieet?

“Bij kinderen spreken we nooit over een dieet, wel over het aanbieden van gezonde voeding. Het vervangen van fruitsap bijvoorbeeld door water, koekjes en puddinkjes door een stukje fruit en het gezin stimuleren om met het kleintje te gaan wandelen of buiten te spelen.”

Dan moet u wel het hele gezin mee hebben. Bij Kind & Gezin horen we dat de gesprekken over overgewicht van zo’n kleintje soms erg moeilijk zijn. Ouders voelen zich snel aangevallen.

“Het ligt inderdaad gevoelig. Het heeft ook te maken met de manier waarop we hier als maatschappij mee omgaan. Als het over overgewicht gaat, hoor je nog vaak zeggen: dan moet die maar wat minder eten en meer sporten. Het is dus zijn eigen schuld. Terwijl dat lang niet altijd het geval is. We weten ondertussen dat als je als baby de malchance hebt gehad dat je mama zwangerschapsdiabetes had of veel bijkwam tijdens de zwangerschap, dat je dan al meer risico hebt op overgewicht. We moeten als maatschappij dringend af van die perceptie.”

Hoe pakt u dat aan, als er een kind met overgewicht bij u komt?

“We proberen vooral de context duidelijk te maken. Door heel helder te visualiseren aan de hand van de curve van zo’n kindje dat het de verkeerde kant opgaat. Het kindje is niet gewoon een beetje bijgekomen, wat molliger geworden, er is écht iets aan de hand.

“Dan starten we met eenvoudige zaken: probeer toch meer buiten te komen, probeer een uur per dag te bewegen, minimaliseer de schermtijd van je kind. Dat laatste kan je bijvoorbeeld doen door een wekker te zetten. Ook de slaaptijd van het kind is in dit verhaal belangrijk. Als de structuur wegvalt, blijven zeker oudere kinderen soms wat langer op.  Als je langer opblijft, heb je meer tijd om te eten. Maar ook als je slaapduur vermindert, worden in je lichaam hormonen aangemaakt die je metabolisme vertragen. Waardoor je de dag nadien door hetzelfde te eten makkelijker zal verdikken. Als je moe bent, ben je ook minder snel verzadigd, waardoor je net ook meer gaat eten.

“Vaak zijn die kleine aanpassingen al voldoende om de gewichtstoename te stabiliseren en ervoor te zorgen dat het kind niet in hetzelfde tempo blijft verzwaren.”

Kind & Gezin maakt ook per gemeente bekend hoe het zit met overgewicht bij tweejarigen, in de hoop dat het lokale bestuur er in zijn beleid rekening mee houdt. Een goede zaak?

“Ja, want de politiek kan hier wel degelijk een rol spelen. Door bijvoorbeeld scholen goed bereikbaar te maken waardoor ouders met hun kinderen veilig te voet of met de fiets naar school kunnen. Of door speelpleinen en parkjes aan te leggen waar de kleintjes veilig kunnen spelen en initiatieven rond sport en voor jeugdverenigingen te voorzien. Daar is wel degelijk een rol voor de gemeente.

“Op de hogere niveaus kunnen bijvoorbeeld ook scholen gesensibiliseerd worden om hier meer aandacht voor te hebben. Ook de toegankelijkheid van diëtisten, bewegingsdeskundigen of psychologen kan verbeterd worden, want die kunnen net helpen bij het aanpassen van de levensstijl. Vorig jaar is al beslist om een diëtist terug te betalen vanaf de leeftijd van zes jaar. Dat zou ook bij jongere kinderen moeten.

“We moeten vooral meer inzetten op preventie. We gaan nu nog te veel uit van curatieve gezondheidszorg: als er een probleem is later met overgewicht, dan betalen we wel een operatie of behandeling terug. Het zou veel logischer zijn om ook te investeren in het proberen voorkomen van die problemen op latere leeftijd. Het lijkt me belangrijk dat die mindset verandert. De boodschap moet vooral zijn dat we hier allemaal samen een verantwoordelijkheid hebben. Het is niet de schuld van het gezin, het beleid, de zorg, maar we moeten hier met z’n allen iets aan doen om het tij te keren.”