Direct naar artikelinhoud
Bellen metJoost de Vries

Bloedigste verkiezingsstrijd ooit in Mexico: ‘De drugskartels hebben hun eigen kandidaten’

Een verkiezingscampagne in Mexico.Beeld AP

In Mexico vinden zondag niet alleen de grootste verkiezingen ooit plaats – duizenden lokale en landelijke posten worden vergeven – maar ook een van de bloedigste. Al 89 politici vonden de dood. We bellen met correspondent Joost de Vries.

Zoveel politieke kogels, wie zit daar achter?

‘Niets is zeker, maar in veel gevallen lijkt het toch het werk van de drugskartels. Het geweld tegen politici is de afgelopen decennia flink toegenomen. Dat heeft alles te maken met de versplintering van de macht. Tot twintig jaar geleden had de PRI, de Institutioneel Revolutionaire Partij, de touwtjes stevig in handen. Dat was heel gunstig voor de kartels. Die hadden ieder hun eigen territorium, inclusief contacten met politici. Nu is alles anders. Het criminele kamp is onder druk van de war on drugs uiteengevallen in rivaliserende fracties die elkaar fel bestrijden. Hetzelfde geldt voor de politieke arena. In democratisch opzicht is dat goed voor Mexico. Maar het zorgt er wel voor dat kandidaten in verkiezingstijd hun leven niet zeker zijn.’

Handelen de drugscriminelen op eigen houtje, of in opdracht van politici?

‘Het gebeurt allebei. Deze week interviewde ik de dochter van een vermoorde kandidaat. Ik proefde bij haar het vermoeden dat de gevestigde politieke orde huurmoordenaars op haar moeder had afgestuurd. Maar waar houdt de politiek op en begint het kartel? Dat zijn hele vage scheidslijnen in dit land. Zeker op lokaal niveau. Er wordt gezegd dat de kartels hun eigen kandidaten op de lijsten hebben staan. Logisch: het gaat om wie de macht heeft over de plaatselijke politie. De drugshandelaren willen lokaal ongestoord hun werk kunnen doen.’

Hoe kan er ooit een einde komen aan deze geweldsspiraal?

‘Laat je de kartels met rust, dan accepteer je een door en door crimineel land. Stuur je het leger eropaf, zoals de conservatieve president Felipe Calderon in 2006 deed, dan krijg je een bloedige strijd die niemand wint. In de serie Narcos zit een rake scéne waarin je ziet hoe, nadat de grote baas is opgepakt, het door hem gesmede verbond van kartels uit elkaar valt. Op dat moment zegt hij tegen een agent van de Amerikaanse anti-drugseenheid: ‘Jullie gaan me nog missen.’ Ik weet niet in hoeverre deze scène de waarheid toont of de artistieke vrijheid van de scriptschrijvers, maar die gedachte krijg je wel af en toe in Mexico. 

De enige echte route uit het geweld is lang en complex en gaat over het aanpakken van ongelijkheid, van corruptie, het creëren van kansen door onderwijs en werkgelegenheid: een alternatief voor het drugsgeld. En een andere politieke kijk op drugs. Een politicoloog wees me er laatst op dat deze markt alleen maar zo lucratief is voor criminelen, omdat drugs illegaal zijn. Zijn pleidooi: legaliseer die verdovende middelen.’

In totaal werden er vorig jaar 35.000 mensen vermoord in Mexico. Wat merk jij zelf van dat geweld?

‘Ik voel me best veilig. Het is niet zo dat je hier over de lijken struikelt. Mexico-Stad is doorgaans een veilige en fijne stad om te wonen. Toch openden criminelen vorig jaar het vuur op een hoge veiligheidsfunctionaris in een welgestelde wijk. Alsof het het Wilde Westen was. Maar meestal is het subtieler. Zoals in de metro. Daar heb je allerlei straatverkopers die kauwgom verkopen, of mondkapjes. Wat je niet ziet is dat die allemaal belasting moeten betalen aan criminele bendes.

‘In veel noordelijke deelstaten, zoals Sinaloa en Sonora, beheersen kartels echt het dagelijks leven. Ook daar kan ik veilig mijn werk doen, zolang ik me goed informeer over de risico’s en met de juiste lokale contacten werk. Maar daar is het gevaar wel een stuk tastbaarder dan hier in de hoofdstad. Vooral jonge mannen kunnen eigenlijk nauwelijks ontkomen aan samenwerking met de kartels, al is het maar onder druk een beetje dealen of wat klusjes doen. Die zijn er hun leven niet zeker.’

En de verkiezingen zondag, wie gaat er winnen?

‘Het wordt echt een test voor de populariteit van de linkse president López Obrador. Hij is halverwege zijn termijn. Het ziet ernaar uit dat zijn partij in het parlement net niet de meerderheid gaat halen die ze nu nog heeft, maar wel een procent of 45 van het parlement verovert. Dat is niet niks. Ja, deze president is een populist met autoritaire trekjes. Als er iets misgaat, beschouwt hij dat al snel als een aanval van de oppositie en de media op zijn belofte om Mexico te veranderen. Ook journalistieke vragen over het geweld tegen kandidaten deed hij af als politiek gemotiveerde sensatiezucht. Toch ben ik niet enkel negatief over deze man. In woorden blijft hij heel consistent pleiten voor een gelijker Mexico. Deels voegt hij daar ook daden aan toe in de vorm van sociale programma’s opgezet voor de onderklasse. Maar ja, het geweld. Weet je hoe Obrador zijn plan noemde om het moorden te stoppen? ‘Abrazos y no balazos’. Knuffels, geen kogels. Daar is weinig van terechtgekomen.’