Nationale Bank verwacht dat economie tegen eind dit jaar op niveau van voor coronacrisis zit

Door de coronapandemie kende de Belgische economie vorig jaar een krimp van 6,2 procent. “Maar doordat het een exogene crisis betreft, zou de structurele schade van de pandemie relatief beperkt kunnen blijven”, verklaarde gouverneur Wunsch maandag. Al gaf hij wel toe dat er nog wat onzekerheid blijft over de gezondheidssituatie. De crisis versterkte ook de ongelijkheid in ons land: sommigen werden duidelijk harder getroffen.

De economische vooruitzichten voor België liggen hoger dan het gemiddelde van de eurozone, waar voor 2021 een economische groei verwacht wordt van 4,6 procent. De voorbije kwartalen deed de Belgische economie het al beter, onder meer doordat er in ons land minder restrictieve maatregelen golden dan elders. Door de recente heropening van de horeca en winkels zou de groei verder versnellen, verwacht de NBB. 

Daarnaast ziet de Nationale Bank ook een fors herstel van het Belgische ondernemers- en consumentenvertrouwen. De bedrijfsinvesteringen staan nu al op het niveau van voor de crisis, de gezinnen zouden dan weer de volgende kwartalen de motor van de groei gaan vormen.

Deze positieve vooruitzichten hebben ook een positieve weerslag op de vooruitzichten op de arbeidsmarkt. Terwijl de NBB vorig jaar nog rekende op een verlies van 100.000 banen door de coronacrisis, zou het effect kunnen meevallen, aldus econoom Geert Langenus. 

“De beschermingsmaatregelen zijn steeds verlengd. In de sectoren die zwaar getroffen werden door de crisis, hebben sommigen een andere job gezocht en gevonden”, klonk het. Vorig jaar gingen er netto amper jobs verloren (-800), terwijl men verwacht dat er in 2021 31.600 banen zullen bijkomen en in 2022 8.400. In april waren er wel nog 460.000 Belgen tijdelijk werkloos, maar de NBB verwacht dat de meesten opnieuw aan het werk zullen gaan want sommige sectoren kampen nu al met personeelskrapte, zelfs de zwaar getroffen horeca.

De NBB verwacht dat de werkloosheidsgraad licht zal stijgen, van 5,8 procent voor de crisis naar 6 procent in 2022, om dan opnieuw te dalen tot 5,9 procent in 2023. “Dit hadden we niet verwacht”, gaf Langenus toe.

Ook voor de Belgische overheidsfinanciën is er een positief effect. De Nationale Bank gaat nu, bij ongewijzigd beleid, uit van een begrotingstekort van 6,8 procent van het bbp in 2021, 4 procent in 2022 en 4,5 procent in 2023. Dat laatste is een pak beter dan de vorige raming, toen nog een tekort van 6 procent werd verwacht in 2023. Gouverneur Wunsch pleitte maandag wel om al een geleidelijke inspanning te leveren, van 1 procent tegen het einde van deze legislatuur. “In de volgende legislatuur moet dan extra marge gecreëerd worden om eventuele toekomstige schokken op te vangen”, klonk het nog.

Enige domper op deze positieve vooruitzichten vormt de inflatie, die in België dit jaar zou uitkomen op 2,2 procent en in 2022 op 2,1 procent. Dit zal ook de loonkosten doen stijgen, door de automatische indexering. Maar volgens de Nationale Bank zou deze inflatieopstoot slechts tijdelijk zijn: er wordt niet uitgegaan van een negatieve loon-prijsspiraal.