Bij 6 op de 10 baby's die sterven voordat ze één jaar oud zijn, wordt er bewust voor gekozen om het leven te beëindigen

In Vlaanderen sterven jaarlijks zo’n 230 baby’s voordat ze één jaar oud zijn. In 60 procent van die gevallen wordt er door ouders en artsen bewust voor gekozen om het leven van de baby te beëindigen of te verkorten. Dat blijkt uit een onderzoek van de UGent-VUB onderzoeksgroep Zorg rond het Levenseinde. 

Extreem zieke pasgeborenen plaatsen ouders en artsen vaak voor zowel complexe medische uitdagingen als moeilijke ethische vraagstukken, stellen de onderzoekers. In de meerderheid van de gevallen wordt een mogelijk levensverlengende behandeling stopgezet of niet opgestart. Daarnaast kan ook medicatie toegediend worden met een mogelijk levensverkortend effect of met het uitdrukkelijke doel het levenseinde te bespoedigen.

De beslissing om het leven van het pasgeboren kind te beëindigen wordt genomen door een team van dokters in overleg met de ouders. "Dit gaat ofwel om kindjes die een heel slechte kwaliteit van leven gaan hebben of kindjes die al geen overlevingskansen hebben. Ouders kiezen er dan voor om die behandeling niet op te starten of te stoppen omdat die de kwaliteit van het leven van het kindje niet verhogen", zegt Laure Dombrecht, onderzoeker aan de UGent. 

 De arts en de ouders beslissen in het belang van het kind

Laure Dombrecht (UGent)

Er zijn in Vlaanderen of België geen richtlijnen waar artsen zich aan moeten houden. "De arts en de ouders beslissen in het belang van het kind. Dat wordt geval per geval besproken."

Volgens Dombrecht is het aantal baby's dat sterft na een levenseindigende beslissing in vergelijking met vroeger niet gestegen of gedaald. "20 jaar geleden kwam het even vaak voor", zegt Dombrecht.  "We gaan medisch nog wel vooruit en kunnen heel wat kindjes redden, maar soms zijn er gewoon baby's waar er medisch gezien niet veel meer aan gedaan kan worden."

Meest gelezen