Direct naar artikelinhoud
AnalyseDenemarken-België

‘Wel gewonnen, niet onklopbaar’: Hans Vandeweghe na de magere Rode Duivels-overwinning tegen Denemarken

Kevin De Bruyne reageert op de goal van Thorgan Hazard.Beeld AP

In een wedstrijd met twee gezichten domineerde Denemarken in de eerste helft en scoorde vroeg. In de tweede helft, met de drie geblesseerde Rode Duivels tussen de lijnen, zetten de Belgen de puntjes op de i met twee klasseflitsen en het nodige geluk.

Minuut negenvijftig was het toen Roberto Martínez zijn dubbele wissel aankondigde. Stonden klaar aan de zijlijn: Eden Hazard en Axel Witsel. Gingen van het veld: Yannick Carrasco en Leander Dendoncker. Toen was het al 1-1. Die gelijkmaker viel na tien minuten in de tweede helft. Via een dribbel van Romelu Lukaku aan de zijlijn kwam de bal over Thomas Meunier bij een doorstomende De Bruyne.

Jazeker, de enige Kevin De Bruyne, KDB voor de kenners, was bij de rust in het veld gekomen in de plaats van Dries Mertens die geen poot aan de grond kreeg tegen de bijwijlen erg viriele maar immer sportieve Denen, die zich de ziel uit het lijf hadden gelopen. KDB’s perifeer zicht is inmiddels dat van een vlieg, zo lijkt het wel, want vanaf de elf meter was hij zelf kansrijk maar zag hij in een ooghoek Thorgan Hazard in een nog betere schietpositie. Hij legde opzij en de kleine Hazard tikte simpel binnen. De ban was gebroken.

Daarna kwam dan die wissel, en het tweede doelpunt was bijna een statement. Weer Romelu Lukaku, dan Eden Hazard en vervolgens Kevin De Bruyne: strak schot in de korte hoek en Kasper Schmeichel geklopt (1-2).

Nonchalance

Was het tot dan armoe troef qua spanning en niveau in deze groep en ook in de andere groepen, dan maakte Denemarken-België veel goed. De twee ploegen gingen er vol voor en namen elk één helft voor hun rekening. Ze namen vooral geen vrede met een achterstand. Denemarken startte erg fel, zoals ook in hun eerdere thuiswedstrijd tegen België, maar nam na de rust gas terug.

Misschien was dat niet erg slim, want tot dan hadden ze de Rode Duivels overlopen, vooral dan in het eerste kwartier. Halfweg leidde Denemarken met 1-0. Een wanprestatie van de Belgen? Zou kunnen, maar meer waarschijnlijk was het te wijten aan een verkeerde ingesteldheid waarmee ze in het veld waren gekomen. Gerustgesteld door de overwinning in en tegen Rusland en de twee makkelijke overwinningen tegen Denemarken in de Nations League, leek zowaar nonchalance in de ploeg geslopen. Misschien speelde ook de hommage aan Christian Eriksen mee, maar dan hadden de Denen daar toch minder last van.

Die ‘slaptitude’ manifesteerde zich al heel snel op heel pijnlijke wijze in een balletje buitenkant voet van Jason Denayer richting Tielemans, al is ‘richting’ als begrip in deze wel heel gevleid. Tielemans kon onmogelijk bij de bal, de Denen pikten die op – een van de negen balveroveringen in het defensieve derde van de Belgen in het eerste kwartier – en speelden direct Yussuf Poulsen aan. Die kruiste zijn bal in het zijnet, aan de goede kant van de paal voor de Denen. Dat was al in de tweede minuut.

De rustminuut en het applaus ter ere van Christian Eriksen veranderden niks aan de zaak: de Denen bleven kansen creëren. De laatste keer dat België zo werd weggespeeld, dateert van begin september 2016 in het 0-2-verlies tegen Spanje, de eerste wedstrijd van Martínez. De tweede keer dat dit gebeurde, was in Kopenhagen tegen de Denen dit jaar. Toen klopte het plaatje bij de Denen niet helemaal, werden de kansen niet afgemaakt, en kon België relatief makkelijk 0-2 maken. Weg weerstand.

Kevin De Bruyne viert zijn beslissende doelpunt.Beeld EPA

Deze wedstrijd was een andere, in een ander toernooi. Enkele statistieken na een kwartier voetballen: de Denen schoten vijf keer op doel, waarvan drie binnen het kader, dat leverde één doelpunt op, al meteen in de tweede minuut. Vier op de vijf duels werden gewonnen door de Denen, die negen ballen afnamen op de helft van de Belgen – dat heet scherp starten.

De tussentijdse conclusie was duidelijk: hoewel je tegen het einde van de eerste helft aan niet de indruk kreeg dat de Denen nog eens konden scoren, leek het aan de rust aangewezen om Kevin De Bruyne in te brengen om op het middelveld het tij te keren. En zo geschiedde.

Lang niet onklopbaar

Of het glas halfvol dan wel halfleeg is, moeten de analisten maar uitmaken. De Denen hebben getoond dat de Rode Duivels wel op één staan in de FIFA ranking, maar lang niet onklopbaar zijn. De meest geplaagde ploeg van het toernooi verdiende meer tegen Finland, en minstens een gelijkspel tegen de Belgen.

Tegen Finland kwamen ze aan 22 schoten op doel, tegen de Duivels ook tot 21. De Denen kregen zes schoten tegen van België. Tegen de Finnen scoorden ze niet, tegen de Belgen kregen ze een doelpunt cadeau. In het laatste kwartier van de wedstrijd was het weer alle hens aan dek en persten de Denen er nog eens alles uit. Verder dan goeie kansen de nek om wringen kwamen ze gelukkig niet. Dit was een leermomentje voor de Rode Duivels. Zo afzien tegen een ploeg die nu moet vechten om de volgende ronde te halen, erg geruststellend is dat niet. De Belgische aanval is top, het middenveld is dat al wat minder en de verdediging blijft het zwakste compartiment. Gelukkig staat daarachter een wereldkeeper.