Direct naar artikelinhoud
AchtergrondWetenschap

Monsterkomeet raast door buitendelen zonnestelsel: ‘Een heel raar object. Ik heb er slecht van geslapen’

De Transiting Planets and Planetesimals Small Telescope in Chili.Beeld rv

Is het een bevroren miniplaneetje? Een op drift geraakt overblijfsel uit de prille jeugd van het zonnestelsel? Of een indrukwekkende megakomeet? 2014 UN271, ontdekt met een telescoop in Chili, is het misschien wel allemaal.

Sterrenkundigen reageren in elk geval verrast. “Dit is een heel raar object”, zegt Simon Portegies Zwart van de Leidse Sterrewacht. “Ik heb er slecht van geslapen.”

UN271 werd onlangs gevonden op foto’s die de afgelopen jaren zijn gemaakt als onderdeel van de Dark Energy Survey. Het hemellichaam beweegt in een enorm langgerekte en steile baan, met een omlooptijd van een paar miljoen jaar – tien keer zo lang als de huidige levensduur van homo sapiens. 

In 2031 bereikt het zijn kleinste afstand tot de zon, nog altijd verder dan de planeet Saturnus. Maar het verste punt van de baan ligt op zo’n 7,5 biljoen kilometer afstand – in de binnendelen van de zogeheten Oortwolk.

Jan Hendrik Oort

De Oortwolk is genoemd naar de Nederlandse astronoom Jan Hendrik Oort. Die voorspelde halverwege de vorige eeuw dat de zon op zeer grote afstand wordt omgeven door een onvoorstelbare hoeveelheid kometen – stijf bevroren brokken ijs van een paar kilometer groot. 

Af en toe wordt zo’n komeet in de richting van de zon geslingerd, en kunnen wij hem aan de sterrenhemel zien. Zo was vorig jaar komeet Neowise zichtbaar, met een mooie staart van weggeblazen gas- en stofdeeltjes.

De telescoop waarmee astronomen de enorme komeet ontekten, de zogeheten Dark Energy Camera (DECam) in Chili.Beeld DOE/FNAL/DECam/R. Hahn/CTIO/NOIR

Maar als UN271 een komeet is, is het er een van monsterlijke afmetingen. De diameter ligt ergens tussen de 130 en 370 kilometer. Nooit eerder is er zo’n groot object uit de Oortwolk waargenomen. 

Michiel Hogerheijde van de Leidse Sterrewacht hoopt dat er de komende tijd meer van dit soort joekels gevonden worden. “Dan kunnen we erachter komen of het gewoon zeldzaam grote kometen zijn, of dat er sprake is van een heel andere populatie van hemellichamen”, zegt hij.

Uranus

Maar voor Portegies Zwart, net als Hogerheijde niet bij de ontdekking betrokken, speelt er nog een heel andere vraag: draaide UN271 oorspronkelijk in de buitendelen van het zonnestelsel rond en is hij een paar honderd miljoen jaar geleden door zwaartekrachtstoringen van de planeet Uranus naar buiten geslingerd, de Oortwolk in? Of bevond hij zich de afgelopen paar miljard jaar in de Oortwolk en is hij daarvandaan naar binnen ‘gekegeld’?

In dat laatste geval moet de “megakomeet” toch een flinke zet hebben gehad. “Dat lukt alleen als er in de Oortwolk nog veel grotere hemellichamen zitten, vergelijkbaar met de aarde”, zegt Portegies Zwart. 

Misschien, denkt hij, is zo ook het bestaan te verklaren van de zogenoemde centaurs – ijsdwergen in instabiele banen die tussen Saturnus en Uranus om de zon draaien. 

Inmiddels gaan er voorzichtige stemmen op om een ruimtesonde naar UN271 te sturen voor nader onderzoek. Op zich is daar genoeg tijd voor: pas in 2031 zal het intrigerende object zich langzaam maar zeker weer van de zon beginnen te verwijderen.