Direct naar artikelinhoud
ConcertrecensieAlcatraz

Brutus boven tijdens eerste ‘echte’ festivaldag met 11.000 feestende metalheads

Brutus.Beeld © Stefaan Temmerman

Een kwartier, langer duurde het niet of Alcatraz Metal Fest was als vanouds vertrokken. En met vanouds bedoelen we crowdsurfers, moshpits en duivelshoorns alom. Met dank aan Channel Zero, dat zelf vroeg om het eerste ‘vrije’ festival te mogen openen. Elfduizend fans van zware gitaren voelden zich terug thuiskomen aan De Lange Munte. Zeker tijdens het machtige optreden van Brutus.

“Eindelijk! Alcatraz! En we zijn ‘den eersten’…” De grijns op het gezicht van Franky De Smet-Van Damme had niet groter kunnen zijn toen hij de toestromende massa aanschouwde in Kortrijk. Zonder mondmaskers, want eens de covid safe-controle achter de rug was vielen alle beperkingen weg.

Channel Zero.Beeld © Stefaan Temmerman

De Belgische metaltrots had vuurpijlen bij en zette de volumeknop meteen open. Maar Channel Zero (***) begon hun concert met een pakkend eerbetoon. Acht jaar geleden stierf drummer Phil B., vlak voor de band op Alcatraz zou optreden. Franky DSVD en Amerikaanse gitarist Mikey Doling zetten ‘Angel’ in, opgedragen aan hun overleden vriend. Kippenvel nog voor het optreden echt uit de startblokken schoot met ‘Dark Passenger’.

Franky moet net terug zijn uit Turkije of Griekenland, want hij brulde ‘Hot Summer’ vanop het podium. Om de apocalyps die de natuur daar teweegbrengt te benadrukken schoten er metershoge vuurballen langs hem heen. De security moest meteen aan de slag om de eerste crowdsurfers op te vangen. “Oesjepoesje!” brulde de zanger en de alarmriff van ‘Suck My Energy’ werd ingezet. Het signaal voor de stilaan volgelopen wei om massaal mee te gaan brullen en een magistrale moshpit op te starten.

Franky DSVD stuiterde als een botsauto op de kermis en was erg goed bij stem. Jammer dat het geluid op de wei zo modderig klonk. De twee gitaren van Doling en Christophe Depree waren te veel naar voor gemixt, net als de drum van Seven Antonopoulos. Dat zorgde er voor dat er weinig funk zat in klassiekers als ‘Fool’s Parade’. Maar het mocht de pret niet bederven. De fans waren blij dat Channel Zero terug was en andersom. “Respect voor de organisatie om dit hier recht te zetten”, knikte De Smet-Van Damme. Het applaus dat volgde was welgemeend. De missie van Channel Zero geslaagd. Na een kleine veertig minuten sloten ze af met ‘Heroin’, het juiste pad ingeslagen. En klaar voor deel twee later in de tent.

Van opener tot afsluiter in tien uur tijd, Channel Zero zat duidelijk om geen stunt verlegen. Het energiepeil lag nog steeds hoog en de klankmix bleek in die overdekte tent een stuk beter. Channel Zero (****) sprong de teletijdmachine in en speelde vooral songs uit hun eerste twee platen. Van voor de grote doorbraak, toen enkel de ruwste metalheads hen (al) in de armen drukten. ‘Last Gasp’ en ‘Succeed and Bleed’ openden de debatten. De frontman had zelf een oeroud bandshirt aangetrokken en kwam een lesje geschiedenis geven. Voor een publiek dat die periode grotendeels niet mee had gemaakt. We denken niet dat een kwart van de massa in Kortrijk songs als ‘Chrome Dome’ en ‘The Pioneer’ kenden, maar iedereen bleef toch aandachtig luisteren. Het waren toegankelijke songs, die het embryonale van Unsafe al in zich droegen. ‘Run With The Torch’ bouwde op een heerlijk drumpatroon, waarbij je onmogelijk stil kon blijven staan. Franky De Smet-Van Damme haalde twee fans op het podium die elkaar het ja-woord gaven en grijnsde nadien nog een laatste keer naar Alcatraz: “Jullie gaven ons de mooiste Vrijdag de 13e die we ons maar konden indenken.” ‘Black Fuel’ was een voortreffelijke afsluiter. De massa bleef roepen om meer. Channel Zero is nog niet aan het pensioen toe.

Channel Zero speelde twee keer op Alcatraz.Beeld © Stefaan Temmerman

Het was Belgen boven op Alcatraz, want Brutus (*****) tekende present voor het beste concert van de dag. Frontvrouw Stefanie Mannaerts was uitstekend bij stem en haar band laafde zich aan het enthousiasme van het publiek. De glimlach van Mannaerts, met een cool Deftones-shirt achter het drumstel gezeten, werd na elke song steeds groter. Het was een triomftocht van begin tot einde, van ‘War’ tot ‘Sugar Dragon’. Terwijl de songs van Brutus niet in het klassieke plaatje pasten van de oudere hardrockfan. Hun post-metal heeft het meer van soundscapes. Van gitaartapijten en ijle zang, tot aan het plafond van de Swamp-tent en er boven uit. Wat een heerlijke sound, wat een energie. Bassist Peter Mulders rende zich rot, om af en toe wijdbeens te genieten en met zijn handen een hartje richting publiek te gooien. 

Brutus.Beeld © Stefaan Temmerman

“Merci Alcatraz, jullie zijn fantastisch”, riep Mannaerts bij ‘What Have We Done’. Die ontlading kon de Gentse band goed gebruiken. Met hun jongste plaat had het drietal plannen om in Europa en zelfs door Amerika te gaan touren. Maar daar maakte corona een kruis over. Het gevoel van aanvaarding in Kortrijk gaf het drietal goede moed. En dat zou nodig zijn, want gisteravond stond Brutus ook nog eens op Sjock in het Kempense Lille en vandaag alweer in het OLT Rivierenhof. Dat ze net nu een live-plaat uit hebben, bleek na deze doortocht meer dan terecht. “Jeeej”, brulde Mannaerts spontaan bij ‘Space’, nadat de handen in de tent op Alcatraz maar op elkaar bleven gaan. Hun muziek gaf dit publiek een gevoel van verhevenheid. Even verlost van de aardse zorgen, zwevend in een bubbelbad van ruwe klanken. Ook al stond hun grootste hit ‘All Along’ niet op het Kortrijkse menu, toch ging iedereen met een voldaan gevoel weer naar buiten. Brutus op Alcatraz: veni, vidi, vici.

Het bleef bevreemdend om in de zomerzon over de drassige wei te lopen. Het had duidelijk zwaar geregend de voorbije weken in Kortrijk, want er kleefde snel modder aan je schoenen. Ontmoetingen gebeurden hartelijk, maar toch een beetje schuchter. Elkaar een vuistje geven ging vlotter dan een knuffel. “Het voelt allemaal een beetje onwezenlijk aan”, zei zanger Jan Coudron van King Hiss, die de sfeer op de wei al kwam opsnuiven. “Alsof corona hier plots niet meer bestaat.” Toen hij even later zelf op het podium stond, viel ook bij hem alle schroom weg. Met het aanstormende ‘Killer Hand’ rende Coudron naar voor om met en tegen het publiek te gaan zingen.

De sludge metal van King Hiss (****) klonk mainstream, maar er zat genoeg agressiviteit in om dit publiek te bekoren. Zeker met songs als ‘Snakeskin’, met een bezwerende gitaarriedel van Joost Noyelle en een heerlijke groove. Bij ‘Mastosaurus’ vroeg en kreeg King Hiss de handen op elkaar. En tijdens de titelsong van hun eerste plaat kwam ook Bart Govers van Fleddy Melculy al even het water voelen, voor hij hier vandaag met zijn eigen band staat. “Zij je in forme? Wilder zijn ook in forme”, riep Coudron aan de West-Vlamingen op de wei. En gelijk had hij. Zijn krachtige stem schalde over De Lange Munte. Bassist Dominiek Hoet was voor dit concert speciaal met de TGV vanuit Zuid-Frankrijk overgekomen. Om vlak na de show weer terug naar het zuiden te vertrekken. De trein van King Hiss lijkt hier alvast ook vertrokken. Ze maakten veel nieuwe fans op Alcatraz, en daar was het hem hier om te doen. “Het doet deugd aan mijn herte”, riep Coudron bij slotsong ‘La Haine’.

King Hiss.Beeld © Stefaan Temmerman

Alcatraz is meteen ook het meest internationale festival deze zomer. Dat bewees At The Gates (***). De melodische death metal-pioniers uit Göteborg stonden hoog op de affiche van het hoofdpodium. Het had enkele honderden euro’s aan coronatests gekost, maar brulboei Tomas Lindberg gilde heel Kortrijk bijeen. ‘Slaughter of the Soul’ van hun gelijknamige doorbraakplaat zat al vroeg in de set. Een kwarteeuw na de release klonk dat nog altijd even krachtig. Alle katten in de buurt werden spontaan krols toen ze ‘Daggers of Black Haze’ hoorden. Lindberg gruntte, maar zong tegelijk heel hoog. “Alcatraz, zijn jullie klaar?”, vroeg de frontman in feilloos Nederlands. Maar het publiek was wat murw na zo’n eerste dag vol vrijheid. Jazeker, er was een kleine moshpit en de security had wat werk. Maar niet zoveel als je zou verwachten van zo’n heavy band die uit alle cilinders tegelijk pompte. ‘The Night Eternal’ was een passend slot om de nacht in te trekken.

At The Gates.Beeld © Stefaan Temmerman

Eerder op de dag stond er nog zo’n legende op het podium, maar dan in de tent. Mayhem (***) is een van de steunpilaren van de Noorse black metal. Met Atilla Csihar stond er eindelijk iemand die zonder schroom over satan zong en elke twee zinnen de naam van de gehoornde brulde. Het verhaal van Mayhem is gekend en verfilmd. De band ging ten onder na de zelfmoord van de zanger en de moord op gitarist Euronymous door een voormalig bandlid. Van de legendarische line-up blijft alleen bassist Necrobutcher nog over. Maar ‘De Mysteriis Dom Sathanas’ klonk daarom niet minder demonisch. Met Hellhammer op drums vaarde de band een vaste koers. Zwarter dan zwart. En met een micro vol beenderen. Uiteraard.

Mayhem.Beeld © Stefaan Temmerman

Met Moonspell (***) stond ook de bekendste metalband uit Portugal op het podium van de Swamp. In het halfduister van de tent kwam hun melodische muziek goed tot zijn recht. Het duurde even voor het vijftal de juiste versnelling gevonden had. Met Hermitage hebben de Portugezen een nieuwe plaat uit. Maar het waren toch songs als ‘The Greater Good’ die de massa konden beroeren. Op zijn mooiste momenten pasten alle puzzelstukjes in elkaar, en toonde Moonspell dat de verre verplaatsing naar België de moeite waard was geweest.

Moonspell.Beeld © Stefaan Temmerman

Er stonden opvallend veel frontvrouwen op Alcatraz. Epica (**) mocht de debatten op het hoofdpodium sluiten. De Nederlandse symfonische metalband was meteen de meest visuele van de hele dag. Met gekromde micro’s, speciale pyrotechniek en twee gigantische stalen cobra’s aan de rand van het podium, die niet alleen licht gaven maar ook vuur spuwden bij ‘Victims of Contingency’. Het plaatje klopte wel, maar het geluid van Epica bleef helaas hangen op dat hoofdpodium. De band klonk erg stil en duwde nooit een vuist in je gezicht. Het bleef bij een slap handje. ‘Freedom’, zong Simone Simons, die het publiek consequent in het Engels bleef aanspreken. De volgende keer graag ook de vrijheid om de volumeknop open te draaien, alsjeblieft.

Epica.Beeld © Stefaan Temmerman