Bankkantoren verdwijnen steeds meer uit straatbeeld: "60 procent van mensen gaat nooit nog naar een kantoor"

Tussen 2015 en 2020 daalde het aantal bankkantoren in België van ruim 6.500 naar een goede 4.200. In Vlaanderen waren er vorig jaar nog een kleine 2.900 bankkantoren, tegenover ruim 4.500 vijf jaar geleden. Een daling met 36 procent.

Het was parlementslid Melissa Depraetere van de socialistische partij Vooruit die de cijfers opvroeg. En die er kanttekeningen bij plaatst. "De digitalisering, het overstappen op online verrichtingen, is vooruitgang. Maar de evolutie brengt ook een digitale kloof met zich mee."

Depraetere wijst erop dat de afbouw van de bankkantoren veel mensen voor problemen stelt. "Je moet je al verder verplaatsen naar een kantoor, wat niet evident is als je minder mobiel bent of geen auto hebt. Maar ook, als je daar dan aankomt, betaal je ook meer voor basisdiensten."

Bovendien werken oudere mensen of mensen in armoede vaker met cash, omdat ze dan meer zicht hebben op hun uitgaven, zegt Depraetere. En dan is het een probleem als je niet aan cash geraakt, omdat niet alleen de bankkantoren maar ook de geldautomaten uit het straatbeeld verdwijnen.

Bankenfederatie Febelfin wijst erop dat er nu eenmaal een maatschappelijke evolutie is naar digitalisering. "Mensen gaan veel minder fysiek naar een bankkantoor dan vroeger", zegt woordvoerster Isabelle Marchand. "Zestig procent gaat zelfs niet meer of minder dan één keer per jaar naar een kantoor."

Marchand nuanceert ook. "België heeft nog altijd één van de meest dichte kantorennetwerken in Europa". Volgens haar hebben de banken wel degelijk aandacht voor mensen die digitaal niet mee kunnen.

"Zo hebben we net voor de zomer nog een akkoord afgesloten over een  universele bankdienst. Die maakt het voor mensen die vaak nog manuele verrichtingen doen mogelijk om dat nog te blijven doen tegen een redelijk tarief."