Direct naar artikelinhoud
GetuigenissenVrouwen in vluchthuizen

‘Mijn buren belden de politie. Toen die kwam, dacht ik: dit is mijn kans’: drie vrouwen over leven in een vluchthuis

‘Mijn buren belden de politie. Toen die kwam, dacht ik: dit is mijn kans’: drie vrouwen over leven in een vluchthuis
Beeld Charlotte Dumortier

Wat als familiaal geweld zo escaleert dat het leven van een vrouw in gevaar is en ze naar een vluchthuis moet? Experts vertellen waarom het soms erg moeilijk is om een gewelddadige partner te verlaten. En drie vrouwen getuigen over hun eigen verblijf op een anoniem adres.

De cijfers over partner- en huiselijk geweld waren al onrustwekkend, en door de pandemie ging het van kwaad naar erger. De Vlaamse hulplijn 1712, bijvoorbeeld, kreeg 49 procent meer oproepen over huiselijk geweld - partnergeweld, misbruik of kindermishandeling - in 2020 dan in het jaar daarvoor. Het aantal oproepen over partnergeweld nam daarbij het sterkst toe. 16 procent van de slachtoffers van partnergeweld was man, 84 procent vrouw.

Geweld is ook de reden waarom elk jaar zo’n 200 vrouwen in een vluchthuis moeten verblijven: een huis op een anoniem adres voor vrouwen die zijn moeten vluchten van hun partner of familie, en daarna niet in eigen kring terechtkunnen. Omdat ze geen vrienden of familie hebben in België, of omdat het eigen netwerk te onveilig is wegens mogelijke represailles.

De vluchthuizen vallen onder de bevoegdheid van de CAW’s (Centra voor Algemeen Welzijnswerk), en er zijn er vijf in Vlaanderen: in Limburg, Antwerpen, Vlaams-Brabant, Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen. Omdat elk huis maar een beperkte capaciteit heeft, en vaak ook om de noodzakelijke fysieke afstand te creëren met het thuisfront, kan een vrouw dus opeens in een voor haar onbekende provincie terechtkomen.

Niet elke vorm van familiaal geweld hoeft uit te monden in zo’n ingrijpende beslissing. Maar als ambulante hulp of therapie niet voldoende zijn, en als het leven van een vrouw in gevaar is, kunnen vluchthuizen een tijdelijke oplossing zijn. Vrouwen komen er terecht nadat ze zelf rechtstreeks contact hebben opgenomen met een CAW in hun buurt die een analyse van de familiale situatie maakt, of nadat een ziekenhuis, lokaal bestuur of politiedienst hen naar het CAW verwezen heeft.

De locaties van de vluchthuizen moeten onbekend blijven, en niemand behalve de vrouwen, hun kinderen en de medewerkers komt er binnen. Ook journalisten niet. Om toch een beeld te krijgen van de werking van een vluchthuis, konden we praten met enkele vrouwen die er kort of lang verbleven (zie kaders) en met een aantal deskundigen. Zij werken ofwel als begeleider in een vluchthuis, of zijn verantwoordelijke IFG (intrafamiliaal geweld) bij een CAW in Vlaanderen. Om veiligheids- en privacyredenen verkozen ze anoniem te blijven. We gaven hen een schuilnaam.

Inge*: “Een vluchthuis kan een vrouw veiligheid en rust bieden. Vlucht ze naar het eigen netwerk, dan kan de partner dat netwerk nog onder druk zetten. In een vluchthuis kan dat niet gebeuren. Maar het heeft wel een zeer grote impact op het leven van een vrouw. Alle banden worden doorgeknipt. Ze moet haar werk of studies achterlaten, de kinderen kunnen plots niet meer naar hun eigen school, ze kan geen bezoek meer ontvangen. We zien het dus als de laatste optie op een continuüm: als het gevaar te groot is voor de vrouw, omdat ze gezocht wordt door haar partner of diens familie, is een anoniem vluchthuis de beste oplossing.”

Caroline*: “Als de kinderen niet bedreigd worden door de partner, beslissen vrouwen soms ook om zonder hun kinderen te vluchten en hen in het eigen netwerk te laten. Maar dat is zeker niet de meerderheid.”

Tine*: “Op de eerste dag dat een vrouw hier arriveert, bellen wij de partner op om te zeggen dat zijn vrouw en kinderen veilig zijn opgenomen in een opvangcentrum in België. En dat hij terecht kan in het CAW van zijn woonplaats voor ondersteuning. We bekijken ook of er eventueel wel contact mogelijk is tussen hem en de kinderen.”

Sommige van jullie werken al enkele decennia in een vluchthuis. Zijn er evoluties die jullie zijn opgevallen?

Mia*: “Vroeger kwamen vrouwen vooral met lichamelijke klachten binnen. Een blauw oog, een arm die gebroken was, of andere fysieke letsels. Nu manifesteert het geweld zich vooral op psychisch vlak. Vrouwen die opgesloten worden, of van wie de identiteitskaart wordt afgenomen, zodat ze niet langer mobiel zijn. Hoe dat komt? De politie houdt meer toezicht op partnergeweld dan vroeger, en psychisch geweld is nu eenmaal moeilijker vast te stellen dan fysiek geweld.”

Els*: “Het is voor mannen veel gemakkelijker dan vroeger om vrouwen te controleren. Een partner kan via tracking op de smartphone perfect volgen waar zijn vrouw is. Het is zelfs al gebeurd dat zo’n trackingsysteem is vastgemaakt aan de buggy die de vrouw bij zich heeft. De vrouwen die bij ons aankomen, hebben psychisch, fysiek of seksueel geweld meegemaakt. Er is sprake van vernederingen en isolement. Soms zijn ze verkracht of is er een wurgpoging geweest.”

Tine: “De verhalen zijn gruwelijker dan vroeger, vind ik. Af en toe gaat het om zulke ernstige situaties dat het bijna niet te vatten is. Onlangs nog is hier een mevrouw aangekomen die geen haar meer had. Er was zo vaak aan getrokken door haar man dat het niet meer groeide. Ze vertelde ook verhalen over opgesloten worden en groepsverkrachtingen. Dan denk je: hoe kan iemand dit overleven?”

Els: “Wat ook veranderd is, is dat we meer mensen hebben van vreemde origine. Zij durven nu meer de stap te zetten om te scheiden, terwijl dat vroeger gewoon geen optie was voor hen.”

Tine: “Er zijn inderdaad meer vrouwen van vreemde afkomst. Soms zijn het vrouwen die hier al jaren wonen, maar geen Nederlands spreken omdat ze van hun man geen lessen mochten volgen, of zelfs niet naar de winkel mochten gaan. Sommigen van hen spreken nog Frans of Engels, maar anderen ook niet.”

Hoe kan het zover komen dat vrouwen soms in zulke mensonterende situaties belanden?

Caroline: “Vrouwen die in een vluchthuis aankomen, zijn heel veerkrachtig. Ze hebben vaak al een lang parcours van geweld en vernederingen achter de rug, en hebben al naar verschillende oplossingen gezocht. De grootste doorslaggevende factor om de stap te zetten naar een vluchthuis is het verliezen van de eigen identiteit: psychisch gebroken zijn, zich geen mens meer voelen. We merken dat vrouwen best wat lichamelijke klappen kunnen incasseren voor ze ook mentaal volledig gebroken zijn. De oorzaak van hun situatie is niet eenduidig. Vaak is het een samenspel van eigen opvoeding, verkeerde partnerkeuze en moeilijke gebeurtenissen.”

Hoe wordt er met de vrouwen gewerkt wanneer ze bij jullie aankomen?

Els: “We proberen hen vooral te helpen om hun zelfvertrouwen weer op te bouwen.”

Tine: “Vanaf dag één werken we aan hun gevoel van eigenwaarde. Dat doen we via groepsgesprekken, individuele gesprekken en activiteiten.”

Inge: “We leggen geen dagstructuur op. Ze vullen hun dag zelf in zoals ze willen. Alle vrouwen hebben een eigen slaapkamer; alleen de badkamers en de keuken zijn gemeenschappelijk.”

Caroline: “Veel vrouwen komen uit een zeer afhankelijke situatie. Zelf kunnen beslissen wat ze die dag gaan eten is vaak al iets wat ze niet gewoon zijn. Soms breng je met die kleine dingen de grootste veranderingen teweeg.”

Tine: “Hun eigen mening uiten in een gesprek, dat is vaak ook iets wat ze al jaren niet meer hebben gedaan.”

Els: “Voor sommige moeders is het zelfs bijna nieuw om een uitstap te maken met de kinderen of naar het park te gaan.”

Hebben die vrouwen al een beslissing genomen om bij hun partner weg te gaan als ze in het vluchthuis arriveren?

Inge: “De meeste vrouwen hebben niet het afgebakende plan voor ogen om weg te gaan bij hun partner en alleen te gaan wonen als ze bij ons aankomen. Het is juist in die periode van rust en veiligheid bij ons dat ze hun opties verkennen: is er nog verandering mogelijk in de relatie; kan ik überhaupt op mezelf wonen als ik de taal niet spreek, geen werk heb en geen opleiding heb gehad?”

Caroline*, expert: 'Als een vrouw beslist dat klappen incasseren beter voor haar is dan als gescheiden vrouw door het leven te gaan, dan kunnen wij haar niet tegenhouden.'Beeld Charlotte Dumortier

Caroline: “Onderschat niet wat de impact is voor een vrouw om al even te zijn gevlucht van huis. Ze wordt dan niet alleen geconfronteerd met haar isolement, maar ook met de gevolgen van een eventuele scheiding, zowel voor zichzelf als voor haar kinderen. Gaat ze haar kinderen evenveel kunnen bieden na een scheiding? Wat gaat haar statuut zijn? Gaat haar familie haar verwerpen, en gaat ze dan in totale eenzaamheid terechtkomen, ook al had ze een goede band met die familie? Al die zaken legt ze in de weegschaal, om zo tot een beslissing te komen.”

Het gebeurt dus dat een vrouw teruggaat naar haar man terwijl jullie weten dat ze opnieuw geslagen zal worden?

Caroline: “Het enige waar wij op aansturen is dat die vrouw een onderbouwde beslissing neemt, waarbij ze alle factoren overweegt. Als een vrouw beslist dat klappen incasseren beter voor haar is dan als gescheiden vrouw door het leven te gaan, dan kunnen wij haar niet tegenhouden. Dan kunnen we alleen proberen om haar sociaal vaardiger te maken en wegwijs te maken in de hulpverlening in haar buurt.”

Mia: “Zelfs als ze terugkeert, betekent het heel veel voor een vrouw dat ze ooit al de kracht heeft gehad om thuis te vertrekken. Want dan zal ze die kracht misschien opnieuw hebben als het nodig is.”

Tine: “Als er kinderen bij betrokken zijn, gaan we er wel voor zorgen dat het gezin opgevolgd wordt. Door een CAW, een CLB (Centrum voor leerlingenbegeleiding, red.), of een jeugdrechtbank als het nodig is.”

Inge: “En door onszelf. We maken altijd afspraken met een vrouw die hier vertrekt: kunnen we op bepaalde momenten bellen om te zien hoe het gaat, wie mogen we verwittigen als we je niet kunnen bereiken, wie kun je zelf bellen als het toch weer misloopt?”

Tine: “Het gaat overigens niet altijd om partnermishandeling. We hebben hier ook een moeder gehad die mishandeld werd door haar zoon. Vrouwen die uitgehuwelijkt dreigen te worden zien we hier ook vaak.”

Mia: “Het gaat dan om jonge meisjes uit bijvoorbeeld de Marokkaanse, Turkse of Tunesische gemeenschap. Ze willen niet trouwen met een man die ze niet kennen, en hun enige optie is vluchten en alles achterlaten. Ook al kampen ze met schuldgevoelens en missen ze hun ouders vaak ook, kiezen ze voor de vrijheid. Het is geen uitzondering dat ouders de opdracht geven aan de gemeenschap om hun dochter te doden als ze haar zien, omdat ze hen ten schande heeft gebracht. En toch heb ik nog nooit een meisje geweten dat terugkeert naar de familie, ondanks die dreigementen. Ze zeggen: ‘Wat gebeurt, gebeurt. Maar mijn vrijheid geef ik niet op.’”

Els: “Wij hebben de ervaring dat sommige vrouwen toch wel terugkeren naar hun familie.”

Is er een grotere bewustwording dan vroeger over familiaal geweld?

Els: “Toen de vluchthuizen pas waren opgericht, zo’n veertig jaar geleden, nam de politie mishandeling op vrouwen nog niet serieus. Er is sindsdien wel veel veranderd. Het gebeurt heel langzaam, maar het gaat de goede kant op.”

Caroline: “De impact van initiatieven als 1712 mag je zeker niet onderschatten, maar we zouden nog veel meer moeten sensibiliseren. Helaas komen we daarvoor veel middelen tekort. Partnerorganisaties als politie, justitie, huisartsen, apothekers, CLB’s en OCMW’s zouden nog veel meer versterkt kunnen worden om geweld te detecteren in een vroeg stadium, zodat de kans al kleiner wordt dat de situatie te complex en te zwaar wordt. Want als een vrouw in het vluchthuis aankomt, wil dat zeggen dat het geweld geëscaleerd is. Dat zou nog veel meer vermeden kunnen worden.”

Het verhaal van Milana*: ‘Waarom liet ik me zo vernederen?’

“Misschien herkent iemand zich in wat ik hier vertel, en kan het haar helpen. Vroeger had ik zelf niet de kans om te zeggen wat ik dacht en voelde. Daarom vind ik het belangrijk om mijn verhaal te delen.

“Mijn ex-man en ik komen uit Tsjetsjenië. Meer dan tien jaar geleden kwamen we naar België om te trouwen en een gezin te stichten. Door hier al die jaren te wonen, in een heel andere maatschappij dan ons dorp in Tsjetsjenië, ben ik langzaam gaan inzien dat mijn leven een gevangenis was. Er was geen liefde, geen zorg voor elkaar. Het enige werkwoord dat voor mij werd gebruikt, was ‘moeten’. Ik moest luisteren en doen wat er gezegd werd. Omdat ik een vrouw ben. In onze traditie is het normaal dat een vrouw lager wordt gezien dan de man. Onze grootvaders deden het, dus moet jij als vrouw vandaag ook je plaats nog kennen, want anders gaat alles kapot.

“Ik werkte af en toe, maar mocht geen eigen bankrekening openen. Stiekem had ik het toch gedaan, en dat was een schandaal. Ik begreep het probleem niet, maar hij beweerde dat ik iets in mijn schild voerde. Vrouwen zijn gevaarlijk, zei hij, en ze zitten met duivels. Zo werd ik gezien, als een vrouw die gek geworden was, omdat ik mijn eigen bankrekening wilde.

“Op een avond kwam ik van het werk en begon hij weer te roepen op mij. Vuile woorden, ik was een hoer, schreeuwde hij en ik moest naar hem luisteren. Hij duwde mij. Ik voelde geen fysieke pijn, maar er knapte iets in mij. Waarom liet ik deze mens mij zo kleineren en vernederen? Hoelang ging ik dit nog aankunnen, het gevoel geen enkele waarde te hebben? Ik wilde gewoon wat respect. Toen dacht ik: nu of nooit. Ik had verschrikkelijk veel angst om te vertrekken. Maar ik wist dat ik zo niet verder kon. Het was vertrekken of doodgaan. De relatie met die man maakte mij kapot. Eerst heb ik een nacht bij een vriendin gelogeerd, daarna ben ik enkele dagen in crisisopvang verbleven, en dan ben ik naar een vluchthuis gegaan.

“In mijn familie is scheiden een groot taboe. Mijn moeder is nog altijd beschaamd dat ik vertrokken ben. Ik had haar om hulp gevraagd toen ik zei dat ik wilde scheiden, maar ze zei: ‘Nee, ik geef je geen hulp. Je weet niet waarover je praat. Je moet blijven voor je kinderen.’ Dat zegt ze tot op vandaag. Ze geeft me nog altijd de schuld van het mislukte huwelijk.

“Ik ben zonder mijn kinderen vertrokken naar het vluchthuis. Omdat ik niet wist wat er allemaal ging gebeuren. Aan de ene kant heb ik geen spijt dat ik mijn kinderen niet uit hun omgeving heb weggetrokken, anderzijds heeft mijn ex-man daardoor wel de kans gekregen om de kinderen tegen mij op te zetten. Ze zeggen tegen mij: ‘Jij dr aagt geen hoofddoek, dus we komen niet meer bij jou.’ Ze wonen bij hem. Ik zie hen nu af en toe, omdat ik een appartement heb kunnen huren vlak bij de woning van mijn ex-man. Ik zal er in elk geval alles aan doen om mijn kinderen alle kansen te geven, zodat ze vrijer en beter opgeleid zullen zijn dan ik, en breder kunnen kijken dan wat onze tradities voorschrijven. Zelf ben ik heel geïnteresseerd in muziek, politiek en journalistiek. Ik hoop snel te kunnen studeren en een fijne job te vinden.

“In het vluchthuis kreeg ik voor de eerste keer in mijn leven vrijheid. Om te denken. Om te doen. Om mezelf beter te leren kennen. Daar ben ik ongelooflijk dankbaar voor.”

Het verhaal van Rachel*: ‘In het vluchthuis werd ik stilaan weer een mens’

“Het vluchthuis heeft mijn leven gered. Ik kon er op adem komen, ik kreeg er begeleiding, zodat ik een doordachte beslissing kon nemen over mijn leven. Dat kun je niet als je je in een noodsituatie bevindt. Ik heb stoelen naar mijn hoofd gekregen, hij heeft meerdere keren gedreigd dat hij mijn buik zou opensnijden. Misschien had hij het nooit gedaan, maar ik kon die Russische roulette niet afwachten.

“Mijn ex-man was verslaafd aan drugs en alcohol, en door de drugs was hij geregeld psychotisch. Eerst ben ik nog hulp voor hem gaan zoeken. Dan heb ik enkele maanden in Frankrijk gelogeerd met mijn dochter, die toen vier was, en bij terugkomst ben ik naar een vluchthuis gegaan. Waarom een anoniem adres nodig was? Hij zocht ons. Hij had ermee gedreigd onze dochter te ontvoeren. Hij heeft meermaals rondgereden in de gemeente waar we toen woonden om ons te zoeken. Na mijn verblijf in het vluchthuis had ik een vonnis van de rechter waarin stond dat hij de woonst niet meer mocht betreden, omdat hij te agressief was.

“Hij is nu niet meer in België. Hij kon hier niet meer blijven, nadat de rechter ook had beslist dat hij zijn kind niet meer mocht zien. Dat zegt wel iets, denk ik. Zelf kom ik uit een warm, liefdevol nest. Ik heb me nooit kunnen voorstellen dat het zo uit de hand kan lopen, dat er gezinnen bestaan waar enkel geweld heerst en geen liefde.

“En toch was het mentaal zwaar om de stap te zetten naar een scheiding. Het is nooit de bedoeling geweest om de vader van mijn dochter af te schilderen als een slechterik. Iedereen heeft recht op respect. Maar ik kon haar ook niet langer in gevaar brengen.

“Het eerste wat ze in een vluchthuis doen, is naar je verhaal luisteren. Je bent uitgeput als je daar aankomt, je weet niet wat je te wachten staat. Maar ik voelde me er gewaardeerd. En zo voelen alle vrouwen zich daar. Want als je naar een vluchthuis komt, betekent het dat je thuis niks was. Minder dan niks. In het vluchthuis werd ik stilaan weer een mens. En ik voelde me er beschermd.

“Ik had wel het geluk dat ik Nederlands kon lezen en schrijven, ook al heb ik buitenlandse roots. Ik heb gestudeerd, ik was financieel onafhankelijk, ik was zelfstandig. Maar er zijn vrouwen die niet eens weten hoe ze een brood moeten kopen of een bus moeten nemen. Er zijn ook vrouwen die tien, vijftien jaar geweld hebben meegemaakt en die compleet kapot zijn. Bij mij heeft het uiteindelijk maar twee jaar geduurd, en ik had een familie die mij hielp en steunde. Ik heb ook altijd een heel goede band met mijn dochter gehad, terwijl sommige kinderen hun moeder als de vijand beschouwen als die beslissen om hun vader te verlaten.

“Met mij is het goed gekomen. Maar dat is niet altijd het geval. Ik ken een vrouw die met haar kinderen een tijd in het vluchthuis had gezeten en toen ze er weg was op straat vermoord is door haar ex-partner.

“Ik wil mijn verhaal hier vertellen omdat ik hoop dat mensen die geweld meemaken niet meer denken dat ze de enige zijn, of dat ze dom zijn. Het kan iedereen overkomen. Dat kan niet genoeg gezegd worden.”

Het verhaal van Silvia*: ‘Ik heb mijn leven veranderd. Alleen. En het is gelukt’

“Ik heb er zes jaar over gedaan om definitief te beslissen om weg te gaan bij mijn man, en om dus ‘ja’ te antwoorden op de vraag of ik een alleenstaande moeder met twee kinderen wilde worden. In al die jaren ben ik drie keer vertrokken bij mijn man. Wij hadden geen normaal leven. Er was altijd ruzie. Hij sloeg mij, ook als de kinderen erbij waren. Dat was het ergste, dat mijn kinderen het moesten zien.

“Van mijn schoonfamilie moest ik werken en al het geld afgeven dat ik verdiende. Ze namen mijn bankkaart af, en als ik kleren of medicatie nodig had voor mijn kind, moest ik telkens vragen of ik het mocht kopen.

“De tweede keer dat ik vluchtte, ben ik naar Armenië gegaan, het thuisland van mij en mijn ex-man. Ik ben er een jaar gebleven. Mijn oudste dochter was toen al geboren, en ik was acht maanden zwanger van mijn zoon. Nochtans was ik heel mager. Ik kon bijna niet eten of drinken. Ik dacht: als ik bij hem blijf, ga ik dood.

“Op een dag kwamen mijn schoonouders naar Armenië om te vragen of ik terugkwam. Hun zoon was veranderd, zeiden ze, en hij miste de kinderen. Ik kon ook niet eeuwig bij mijn ouders blijven, en ik vond dat hij de plicht had om voor zijn kinderen te zorgen, dus reisde ik terug naar België.

“Enkele weken later sloeg hij mij weer. Er was overal bloed, en mijn kinderen zagen alles gebeuren. Mijn zoon was maar elf maanden oud, hij schreeuwde en huilde. Mijn buren hebben mij gezien met blauwe plekken in mijn gezicht en hebben dan naar de politie gebeld. Toen zij kwamen, dacht ik: ‘Dit is mijn kans, ik ga alles vertellen.’ Hij stond trouwens al bekend bij de politie, voor andere dossiers.

Silvia*: ‘Mijn buren hebben mij gezien met blauwe plekken in mijn gezicht en belden de politie. Toen die kwam, dacht ik: dit is mijn kans.’Beeld Charlotte Dumortier

“De politie heeft ons zes maanden opgevolgd, en is een paar keer komen checken of hij niet opnieuw fysiek geweld gebruikt had. Dat deed hij niet, maar hij heeft me wel psychisch kapotgemaakt. Hij verstopte mijn spullen en terwijl ik ze zocht, legde hij ze terug en zei hij dat ik gek geworden was. Hij pestte mij in het bijzijn van de kinderen. Op aangeven van de politie gingen we naar een therapeut, maar daar heeft hij de hele tijd zitten liegen. Toen heb ik beslist om definitief weg te gaan. De politie heeft me eerst naar een opvangcentrum van het CAW gebracht en kort daarna kon ik in een vluchthuis terecht. Daar ben ik enkele maanden gebleven, en heb ik alles kunnen regelen voor de scheiding.

“Toen ik het vluchthuis verliet, kon ik een appartement huren, en begon ik opnieuw te werken en opleidingen te volgen. Ik heb gewerkt als verkoopster in een modewinkel, maar dat waren vaak late uren, wat niet te combineren viel met de uren van de kinderopvang. En omdat ik geen familie heb in België, is er niemand anders om op hen te letten. Ik ben dan begonnen aan een opleiding als administratief medewerker. Even later kreeg ik een job aangeboden in een Open-Leercentrum en daarna als hr-medewerker bij de gemeente. Een job bij de overheid, dat vond ik ongelooflijk. Ik was zo blij. Daarna volgde ik nog een opleiding als uitzendconsulent, en ondertussen heb ik een nieuwe job als klantenbeheerder. Heel spannend.

“Ik heb nog veel dromen. Als alles goed verloopt, begin ik aan een andere opleiding. Dit had ik vroeger nooit kunnen denken. Maar toen de maat vol was, besefte ik: waarom zou ik moeten blijven bij een man die mij als een slavin behandelt en mij geen vrijheid geeft? Niemand kan in jouw plaats je leven veranderen. Je moet het zelf doen. Ik heb het gedaan. Alleen. En het is gelukt.”

*Alle namen zijn pseudoniemen. De echte namen zijn bij de redactie bekend.

‘Mijn ex-man beschouwde mij als een vrouw die met duivels zat, omdat ik een eigen bankrekening had geopend’