Franse uitgever veroordeeld voor belastingontwijking via België

De belastingontwijking van Glénat kwam in 2016 aan het licht omdat zijn naam was opgedoken in de “Panama Papers”. Het ging om miljoenen documenten van de Panamese zakelijke dienstverlener Mossack Fonseca die een grootschalig netwerk van belastingontwijking via schermvennootschappen blootlegde, waarin ook heel wat bekende figuren uit onder meer de politiek, media en sport waren verwikkeld.

Glénat had volgens het Franse nationaal financieel parket - dat grote financiële misdrijven onderzoekt - in 1997 een “frauduleuze constructie” opgezet via “verschillende vennootschappen in België en vervolgens in belastingparadijzen”. Zo was hij eigenaar van een op de Seychellen gevestigde vennootschap die werd gebruikt om kunstwerken te kopen. In 2014 besloot hij die te sluiten toen de Britse Maagdeneilanden vennootschappen verplichtten om hun aandeelhouders bekend te maken.

De juridische constructies stelden Glénat volgens het parket in staat om “aanzienlijke dividenden te innen” zonder medeweten van de Franse fiscus. De stripuitgever zou 9,9 miljoen euro hebben verborgen en zowat 4 miljoen euro aan dividenden “illegaal” hebben geïnd. Via de schermvennootschappen zou Glénat zo voor 3,5 miljoen euro aan kunstwerken hebben verworven.

Het parket schat dat de fiscus tot 2,2 miljoen euro aan belastinginkomsten misliep en zei dat Glénat in de loop van het onderzoek geleidelijk aan had toegegeven dat hij “perfect op de hoogte was van de criminele constructie en de fiscale gevolgen”. Dinsdag pleitte Glénat in de rechtbank ook schuldig voor belastingfraude.

Belgische fiscus krijgt Panama Papers na meer dan vier jaar