Hoewel de Duitse economie een gouden tijd beleeft, zien experten toch enkele zwakke plekken in het ijs. Na 16 jaar Angela Merkel is het nu de beurt aan een nieuwe regering om die problemen aan te pakken.
De Duitse economie bloeit als nooit ervoor. Het Ifo Instituut voor Economisch Onderzoek voorspelt een groei van 5,1 procent tegen 2022, de snelste groei sinds het einde van de Koude Oorlog en de samensmelting van Duitsland. Het economisch herstel na Covid-19 is hiervan de voornaamste oorzaak. Hoewel de toekomst er rooskleurig uitziet, zijn er toch enkele gevaren.
1. Digitalisering
Uit het Digital Riser Report van het European Center for Digital Competitiveness blijkt dat Duitsland de laatste jaren zakt inzake digitalisering. Van de G20 landen belandt Duitsland op de 18e plek, met enkel nog India en Japan achter zich. Toch ontbreekt het Duitsland niet aan initiatief. Zo wil de overheid snel internet aanbieden aan elke inwoner door middel van glasvezelkabels. Die zijn er echter te weinig, waardoor de doelstelling nog veraf lijkt.
Ook een uitrol van het 5G-netwerk loopt niet zoals verwacht. Alsof dit nog niet genoeg is, kampt Duitsland ook met een tekort aan IT’ers. Bitkom, de handelsvereniging voor Duitse informatica- en telecommunicatiebedrijven, spreekt over een tekort van 86.000 IT-specialisten. Zeven op tien bedrijven geven aan te weinig IT’ers te hebben.
2. Chiptekorten
Net zoals de rest van de wereld kampt ook Duitsland met chiptekorten. Het meest voelbaar is dit in de auto-industrie. Autofabrikanten zoals BMW en Mercedes rekenen bijna uitsluitend op chips uit Azië en de VS, die door de coronacrisis de weg naar Europa moeilijk terugvinden. In september kampten 77,4 procent van de Duitse industriebedrijven met chiptekorten, bericht Ifo. In de autowereld liep dit aantal zelfs op tot 97 procent.
Als vooraanstaande macht binnen de EU moet Duitsland (samen met Frankrijk) de leiding nemen om de afhankelijkheid van Azië en de VS inzake chips aan te kaarten en af te bouwen. Experten verwachten dat de chiptekorten nog een tijdje kunnen blijven duren, aangezien de productie van halfgeleiders zijn bovengrens heeft bereikt.
3. Maatschappelijke vergrijzing
Duitsland kampt, net zoals zoveel andere landen, met een steeds ouder wordende bevolking. Merkel negeerde dit probleem grotendeels, door het pensioensysteem niet grondig aan te pakken en de immigratie van buitenlandse werkkrachten niet te versoepelen.
Een panel van experten adviseert om de pensioenleeftijd op te trekken van 67 jaar tegen 2031 naar 68 jaar tegen 2042. De voornaamste tegenstander van dat idee is voormalig minister van Financiën Olaf Scholz. Laat nu net hij op pole positie liggen voor het bondskanselierschap.
Experten kaarten aan dat de oplossingen voor de hand liggen: een beter immigratiesysteem, betere kinderzorg (waardoor ouders meer deelnemen aan de arbeidsmarkt) en een flexibeler systeem qua werkuren, waardoor ook ouderen nog hun steentje kunnen bijdragen. (mah)
Lees ook:
