Direct naar artikelinhoud
AchtergrondOnderwijs

Na zoveelste incident: zijn Waalse studentendopen smeriger dan Vlaamse?

Een archiefbeeld van een studentendoop in Kortrijk.Beeld JVK

Sinds het begin van het academiejaar stapelen de incidenten tijdens Waalse dopen zich op. Hoe verschillen de Waalse en Vlaamse doopcultuur van elkaar? ‘Het gaat er iets harder aan toe dan in Vlaanderen.’

Het is intussen een klassiek recept: zodra het academiejaar zich op gang sleept, wordt de studentendoop op de korrel genomen. Sinds de details van de fatale Reuzegom-doop in 2018 aan het licht kwamen, is dat zeker in Vlaanderen het geval. Maar ook in Franstalig België is de studentendoop dit jaar een gevoelig onderwerp.

In Vlaanderen werd vooral het filmpje van enkele naakte ULB-studenten opgepikt. Al zou intussen blijken dat het niet om schachten ging die een doopactiviteit uitoefenden. Problematischer waren enkele incidenten eind september in Louvain-la-Neuve. Een 21-jarig meisje dronk tijdens een doopactiviteit te veel en belandde in coma. Daags nadien – voor alle duidelijkheid niet tijdens een doop – viel een 18-jarig meisje vanop de tweede verdieping tijdens een feestje. Ze werd ernstig gewond opgenomen in het ziekenhuis.

Dopen stilgelegd

Daarbovenop kwam dit weekend dan nog eens het nieuws dat een 19-jarige jongen tijdens een doopweekend in Gedinne gestorven is. Daar waren zo’n 300 studenten van zes verschillende kringen samengekomen. De student van de Haute Ecole Henallux overleed in zijn slaap, na de doopactiviteit dus. Tijdens de doop zou er geen alcohol gedronken zijn, volgens een parketwoordvoerder “vloeide die nadien rijkelijk”."

In Gedinne stierf een jongen na een doop. De doodsoorzaak wordt nog bepaald.Beeld screenshot VTM NIEUWS

Of de dood van de jongen gelinkt moet worden aan de doop zelf is nog niet duidelijk. Daarvoor wacht het parket op de resultaten van de autopsie dinsdagavond. De resultaten zouden woensdag volgen. In afwachting van het onderzoek heeft de hogeschool waar de jongen studeerde alle dopen stilgelegd, zo bericht de RTBF.

Cultuurverschil

Het doet de vraag rijzen of dopen in Franstalig België zoveel anders verlopen dan bij Nederlandstalige studenten. Volgens Tom Konings, die in Leuven studeert en lid is van verschillende studentenkringen maar in Wallonië woont, wel. “Ik ga regelmatig uit in Luik met mijn Franstalige vrienden”, zegt Konings. “Het gaat er over het algemeen wat harder aan toe dan in Vlaanderen. Hoe? De opdrachten die mensen moeten doen tijdens een doop zijn heftiger. Ik denk dat er nog meer alcohol gedronken wordt: dat is aan de KU Leuven verboden tijdens een doop, in Wallonië volgens mij niet. En dopen in Luik zijn soms verspreid over verschillende avonden, over verschillende weken.”

‘Ik denk dat er nog meer alcohol gedronken wordt: dat is aan de KU Leuven verboden tijdens een doop, in Wallonië volgens mij niet’
Tom KoningsStudent

Twee Brusselse studenten aan de VUB die regelmatig activiteiten meedoen met hun zusterkringen aan de ULB nuanceren dit. “Ik was dit weekend aanwezig op een doopactiviteit van de VUB en daags nadien op eentje van de ULB”, zegt D.* “Het was eerder omgekeerd: aan de ULB gaan verschillende praktijken die vroeger courant waren, zoals schachten die naakt gaan, nu niet meer door. Op die andere doop van de VUB wel.”

D. maakte tijdens studentenleven verschillende dopen mee, in Charleroi, Luik, Gent, Hasselt en Brussel. Daaruit leerde hij vooral hoe dooprituelen en schachtenactiviteiten verschillen, van stad tot stad en kring tot kring. “Lokale kringen zijn bijvoorbeeld meer vriendenclubjes dan facultaire kringen”, zegt hij. “Schachtenmeesters hebben bij die laatste nog meer een hiërarchische positie, ze staan boven de schachten. Terwijl dat bij regionale kringen gewoon vrienden zijn.”

Maar het voornaamste verschil ziet hij in de studentenaantallen. “Er zijn gewoon veel meer studenten die zich laten dopen in Franstalig België”, zegt hij. “Neem nu dit weekend: op de doop van de VUB waren er 50 studenten, bij de ULB 130. Ook op het doopweekend waar die jongen overleden is, ging het om 300 studenten.”

Doopcharter

Al wil D. de verschillen niet overroepen. De voornaamste evolutie in studentendopen is volgens hem vooral de tijdsgeest die verandert en de regels die erbij kwamen. “Veel meer dan de vergelijking tussen Vlaanderen en Wallonië valt dat op”, zegt hij. “Zeker in vergelijking met vroeger is er veel minder sprake van naaktheid of slachtafval.”

Quentin De Bussy (41) treedt hem daarin bij. Hij was in 2002 voorzitter van de overkoepelende associatie voor Luikse studentenverenigingen en zag de doop flink veranderen. “De folkloristische basis is nog intact”, zegt hij. “Maar alles eromheen is sterk veranderd. Studenten die zo’n doop organiseren, zijn zich veel meer bewust van risico’s. Het is hetzelfde in de samenleving: als het gaat over #MeToo bijvoorbeeld is bepaald gedrag niet meer getolereerd.”

De Bussy vindt dat een goede zaak, al vraagt hij zich ook af of het soms niet te ver gaat. “In een bepaalde stad zegt het doopcharter dat twee schachten elkaar niet meer mogen omhelzen tijdens een doopactiviteit”, zegt hij.

Drinken niet verplicht

Net als in Vlaanderen bestaat ook in het Franstalig hoger onderwijs sinds twee jaar een doopcharter. Dat zegt onder andere dat studenten niet verplicht kunnen worden om alcohol te drinken en dat hun fysieke en emotionele integriteit gerespecteerd moet worden. “Maar zo’n charter kan jammer genoeg nooit voor 100 procent incidenten vermijden, zegt de woordvoerder van Valérie Glatigny (MR), minister van Hoger Onderwijs. 

De minister heeft nu gevaagd om de toepassing van het doopcharter te evalueren en te bekijken hoe intimidatie en seksueel geweld in de tekst geschreven kunnen worden.

* De naam van D. is gekend bij de redactie.