Extreemrechtse Polen houden onafhankelijkheidsmars in Warschau

De nationalistische regeringspartij PiS heeft de verantwoordelijkheid voor de optocht genomen. Dat tot groot ongenoegen van de liberale en linkse oppositie, die de Poolse regering stemmingmakerij tegen migranten en mensen uit de LGBTQ+-gemeenschap verwijt.

De jaarlijkse mars ging in het verleden al gepaard met geweld. Om die reden moesten 800 agenten de mars in goede banen leiden. De organisatie beweerde er het belang van bescherming van de grenzen en de Poolse soevereiniteit mee te willen benadrukken, terwijl buurland Wit-Rusland op grote schaal migranten naar de grens stuurt. Behalve met de Poolse vlag werd ook gezwaaid met vlaggen van extreemrechtse partijen uit Italië en Hongarije.

President Andrzej Duda noemde de Poolse Onafhankelijkheidsdag een van de belangrijkste dagen op de kalender, gevuld met “vaderlandsliefde en geschiedenis”. Tijdens de mars werden afbeeldingen van oppositieleider en oud-premier Donald Tusk verbrand. Die spotte dat dat hem alleen maar aanzet om harder te werken voor een onafhankelijk Polen.

Vorige maand werd in Polen massaal gedemonstreerd tegen de regering en de anti-Europese uitspraken van de hoogste rechters van het land. Heel wat Polen willen dat hun land in de Europese Unie blijft en zich aan de Europese regels houdt. De regering heeft echter permanent ruzie met Brussel over een reeks onderwerpen, vooral het verval van de rechtsstaat. “Weg met de EU”, is een van de slogans die de betogers donderdag volgens lokale media riepen. Ook Israël en de Verenigde Staten moesten het ontgelden.