Rechter oordeelt: socialistische partij Vooruit mag Vooruit blijven heten

De met grote trom aangekondigde naamswijziging van sp.a naar Vooruit in de zomer van 2020 dreigde even op een nachtmerrie uit de draaien. Bijna meteen na de bekendmaking lieten zowel het Gentse kunstencentrum Vooruit als enkele lokale lijsten die onder dezelfde naam opkwamen, weten niet gediend te zijn van de nieuwe naam.

Vier lokale lijsten, uit Koksijde, Kortrijk, Tienen en Zwevegem, tekenden uiteindelijk juridisch verzet aan. Ze eisten dat de socialisten een andere naam zouden zoeken en vroegen de rechter een dwangsom tot 25.000 euro per dag dat voorzitter Connor Rousseau niet brak met Vooruit.

De socialisten leken altijd zeker van hun zaak, aangezien zij de eerste waren om de naam daadwerkelijk te registreren. De Nederlandstalige ondernemingsrechtbank in Brussel geeft hen daar nu gelijk in, zo blijkt uit documenten die De Morgen kon inkijken. Ook zegt de rechtbank dat de lokale partijen geen ondernemingen zijn, waardoor ze zich niet op de wetgeving inzake marktpraktijken kunnen beroepen.

Dat betekent dat de partij Vooruit haar naam kan blijven gebruiken. Bij de volgende lokale verkiezingen in 2024 zullen lokale afdelingen van de socialistische partij kunnen opkomen onder de naam Vooruit, ook op plaatsen waar voordien al een lijst met diezelfde naam actief was.

Achter de schermen klinkt vooral opluchting bij Vooruit. “We zijn tevreden dat we deze zaak achter ons kunnen laten”, zegt een goed ingelichte bron. “Al is het niet leuk natuurlijk tegenover die lokale afdelingen.”

“Wij wensen ons te beraden over verdere stappen alvorens een standpunt in te nemen”, reageert Els Moyens van Tienen Vooruit! “De overwegingen van de rechtbank zijn zowel feitelijk als juridisch immers betwistbaar.” Ze wijst erop dat het Europees Merkenbureau zich nog moet uitspreken over de zaak. “Zo wordt het een juridisch steekspel, een uitputtingsslag waarvoor de tegenpartij kan putten uit haar subsidiepot terwijl wij onze advocaten zelf moeten betalen.”