Direct naar artikelinhoud
ReportageAnderlecht

‘Miserie. Rot. Vuil. En veel drugs’: op stap in de Anderlechtse wijk Peterbos, waar jongeren ‘wacht’ houden en zakjes uitdelen

Een vrouw met een caddy zoekt haar weg tussen de woonblokken in de Anderlechtse wijk Peterbos.Beeld Franky Verdickt

Voor de tweede keer in een maand viseerde de politie met een grote razzia de drugshandel in de Anderlechtse wijk Peterbos. Maar de miserie is groter dan alleen drugs, zeggen de inwoners van de verloederde wijk. ‘Het is hier een zwijnenstal.’

Peterbos-Anderlecht, dinsdagmiddag, 12.15 uur. “Chef, geen foto’s maken.” De 25-jarige Abdullah staat met twee andere mannen voor een winkeltje. Hij wijst naar mij en de fotograaf. “Er zijn al de hele dag journalisten hier”, vervolgt hij hoofdschuddend. “Wat willen jullie weten?”

Om 5 uur dinsdagochtend viel de lokale politie Brussel-Zuid binnen in verschillende huizen in deze wijk. Het doel? De drugsproblematiek in de buurt aanpakken. “Het gaat voornamelijk over grote hoeveelheden cannabis”, zegt Jurgen De Landsheer, korpschef van de politiezone Brussel-Zuid. “De actie kadert in de strijd tegen een internationaal netwerk dat zich ook hier ontwikkeld heeft, en dat weegt op de leefbaarheid van de wijk.” De korpschef voegt eraan toe dat de meeste mensen die ze viseerden niet gearresteerd werden in deze wijk, maar erbuiten.

Vicieuze cirkel

“Het is belangrijk dat we de sociale cohesie in de wijk blijven bewaken”, zegt De Landsheer. “Heel veel jongeren worden aangetrokken tot het snelle, gemakkelijke geld, door drugs te verkopen. Maar daardoor wordt de wijk ontwricht. Ouders hebben geen vat meer op hun kinderen. Kinderen staan op wacht voor de dealers en verdienen zo tot 1.000 euro per week. Die jongeren gaan niet meer naar school en komen in een vicieuze cirkel terecht. Ze raken verstrikt in die wereld en komen later in de problemen, door afrekeningen bijvoorbeeld.”

Volgens De Landsheer is de wijk Peterbos verloederd, zeker de laatste jaren. “Ook de politiek vond geen oplossing. Sinds vorig jaar hebben we besloten om in eerste instantie de drugstrafiek en de wapentrafiek in de wijk aan te pakken. In een tweede fase willen we inzetten op sociaal herstel. Naar contacten tussen de bewoners maar ook naar infrastructuur toe. Er is dus niet enkel repressie hier. We willen ook aan laagdrempelige preventie doen. Die fase gaat in vanaf woensdag.”

De politie belooft ook in te zetten op sociaal herstel, ook van de infrastructuur in de wijk.Beeld Franky Verdickt

Maar Abdullah en zijn vrienden denken er anders over. “Nee, de jongeren in deze buurt hebben niets te maken met drugs”, zegt hij. “Er is een gezegde: honden kakken niet in hun eigen huis. Waarom zouden jongeren hun eigen wijk bevuilen? Nee, wij worden hier gewoon vergeten.”

Zijn vrienden knikken. Ondertussen passeert een oudere dame met haar hondje. “De laatste jaren gaat het hier bergaf”, zegt Johanna, die al 48 jaar in deze buurt leeft. “Ik woon in blok vier”, zegt ze, terwijl ze naar een sociaal woonblok wijst. “De andere blokken zijn er slechter aan toe.”

“Wil je misschien weed?” vraagt Abdullah ondertussen, terwijl hij me aankijkt. “Nee? Ik ga wel een koffie voor je halen.” De jongeman wil ook nog dat we even naar een Nederlandstalige brief kijken die hij van de politie ontving. “Wat staat daarop? Kun je het vertalen, want ik begrijp het niet?”

Schimmel

Ondertussen neemt de groep mensen rond Abdullah toe. De 32-jarige Aurelie wil ook iets zeggen. Volgens haar zijn er wel meer problemen in de wijk dan enkel drugs. “Ik woon hier al vijf jaar met schimmel op de muren”, zegt ze. “Ik woon ook in een sociale woning hier, met twee kinderen.” 

Ze neemt haar telefoon erbij en toont ons foto’s van haar woonst. Aan de muren van de woon-, bad- en slaapkamer zijn grote vochtvlekken zichtbaar. “Ik slaap in de living, omdat de slaapkamer onleefbaar is. De sociale huisvestingsmaatschappij vindt bovendien dat ik de kosten moet betalen voor het verwijderen van de schimmel. Ik betaal meer dan 400 euro per maand hier, en de huur blijft jaarlijks stijgen. Het is niet normaal hoe wij hier moeten leven, en het is zeker niet goed voor de gezondheid van onze kinderen.”

Aurelie (32) woont Peterbos met haar twee kinderen. 'Ik woon hier al vijf jaar met schimmel op de muren.'Beeld Franky Verdickt

“Voor kinderen is hier veel te doen”, wijzen Abdullah en zijn vrienden naar de vele speeltuigen voor kleine kinderen die in de wijk verspreid staan. “Maar vanaf een bepaalde leeftijd stopt die opvolging en de vrijetijdsbesteding. Als je tiener bent, sta je er eigenlijk alleen voor. Er zijn wel jeugdhuizen waar jongeren kunnen kaarten en zo. Maar voor de rest is er hier niet veel te doen. De sporthal is al jaren dicht. Zelfs voor de coronacrisis was ze al gesloten.” Abdullah moet er opeens vandoor. “Welkom in Peterbos”, zegt hij met een knipoog.

Ietsje verderop zit de 52-jarige ex-militair Didier op een bankje een biertje te drinken. Hij steekt meteen van wal. “Het is hier een zwijnenstal.” De man kijkt schichtig om zich heen. “Ik heb altijd een mes op zak. Of hier veel agressie is? Ja! Het is hier miserie, rot. Vuil. Er zijn hier veel drugs. Zie je die lichtjes branden daar, in dat gebouw?” Hij wijst naar een nieuwbouw. “Die werken zijn nog niet af, maar mensen gebruiken het al als kraakpand.”

Ex-militair Didier: 'Ik heb altijd een mes op zak. Of hier veel miserie is? Ja!'Beeld Franky Verdickt

Terwijl Didier met ons praat, komt iemand hem om geld vragen. De man geeft meteen wat kleingeld. “Nee, ik ben niet bang.”

Ondertussen is het bijna 15.30 uur. Kleine kinderen komen met hun ouders van school. Enkele meters verderop, bij wassalon Speedy Wash, zien we een jongeman drugs dealen. Zonder schaamte telt hij de briefjes van 50 euro in zijn hand. Wat verder staan jongeren ‘wacht’ te houden en delen ze zakjes uit. Niemand valt ons lastig, maar achter de ramen houden verschillende mensen ons argwanend in de gaten.

Didier: “De politie?” Hij lacht en steekt zijn middelvinger op. “Behalve deze grote actie zien we ze hier nooit. Ze zijn te bang.”