Waarom schepen zoals Ever Given onder de Panamese vlag varen en dat zullen blijven doen

Er is iets vreemd aan de hand met het containerschip Ever Given, u allen wel bekend. Het schip vaart, net zoals 7200 andere schepen, onder de vlag van Panama. Het is echter onder beheer van een Japans bedrijf, wordt gebruikt door het in Taiwan geregistreerde Evergreen en wordt onderhouden door een Duits bedrijf. Waarom dan die Panamese vlag?

Waarom is dit belangrijk?

De Ever Given beleefde eind maart zijn debuut op het wereldtoneel. Heel de wereld richtte zijn blik op dat ene schip, dat vast kwam te zitten op het Suezkanaal, en daarmee dertig procent van het wereldwijde containervervoer blokkeerde. Pas zes dagen later werd het schip losgetrokken en konden schepen weer door het Suezkanaal varen.

Wie de technische gegevens van het schip bekijkt, ziet echter enkele opvallende zaken. Niet de grootte van het schip, niet de capaciteit, maar wel de registratie van het schip is toch enigszins opmerkelijk te noemen.
Zo werd het gebouwd in een Japanse scheepswerf en is het in het bezit van de Japanse firma Shoei Kisen Kaisha. Die leent het dan weer uit aan het transportbedrijf Evergreen, dat zijn hoofdzetel in Taipei, Taiwan kent.

Goedkope vlag

Toch is het vooral de vlag van de Ever Given die opvalt: geen Japanse, geen Taiwanese, maar wel de vlag van Panama prijkt op één van ’s werelds grootste containerschepen. Dit heeft alles te maken met, u raadt het al … taksen.

Schepen worden heel vaak geregistreerd onder een goedkope vlag. Dit houdt in dat de landen aan wie de vlag toebehoort, bij Ever Given dus Panama, bijzonder goedkoop uitvallen voor de scheepsrederijen. Vaak staan die landen ook bekend als belastingsparadijzen, en voorzien ook vaak minder controle op de technische staat van schepen, of op arbeidsomstandigheden.

Ook zit er een bijkomend handigheidje in verweven voor de eigenaars van een schip. Het is voor de autoriteiten veel moeilijker om de echte eigenaar van schepen te achterhalen, waardoor claims, door vervuiling of schade, nauwelijks bij de juiste schuldige terecht komen. Vaak worden dus de verschepers verantwoordelijk gesteld; bij olielekken de oliemaatschappijen aan wie de olie toebehoord dus.

Amerikaanse Revolutie

De goedkope vlagcultuur is niet nieuw in de wereld van de scheepvaart. Tijdens de Amerikaanse Revolutie hadden Amerikaanse schippers al door dat hun vlag niet veel bescherming bood tegen piraten. De Britse vlag deed dat wel, aangezien een aanval op een Brits schip zorgde dat de piraten de voltallige Britse vloot achter zich aan kreeg. Daarom vroegen velen al een registratie aan op de Britse Eilanden.

Ook slavenschepen maakten gebruik van een soortgelijke tactiek, om aan de controle van het Britse West-Afrika Squadron te kunnen ontsnappen, de vloot die slavenschepen uit de zee moest plukken. Tijdens de Amerikaanse drooglegging bleek een goedkope vlag bijzonder interessant om controle te vermijden.

Ondertussen is het gebruik van goedkope vlaggen zo ingeburgerd dat bijna iedereen het doet. In 2009 was maar liefst 40 procent van alle wereldwijde containerhandel via schepen geregistreerd in drie landen: Panama, Liberia en de Marshalleilanden. De Ever Given staat dus lang niet alleen in deze praktijken. Toch lijkt een oplossing bijzonder moeilijk: de internationale gemeenschap moeten het eens geraken over nieuwe wetten, die de onregelmatigheden rechttrekken en de wereldhandel over zee op één lijn legt.

(jvdh)

Meer